Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Hönig, Walter: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Aanvulling uit ON 105)
k (interne link, cat)
 
Regel 11: Regel 11:
 
Bij het aanbreken van de dag stopten de beschietingen. Het was Paaszondag 1 april 1945, en even later reden de Canadese bevrijders Beek binnen. De laatste overgebleven Duitsers hadden zich rond vier uur 's morgens in de richting van [[Didam]] teruggetrokken. Het is waarschijnlijk dat ze later diezelfde dag krijgsgevangen zijn genomen.
 
Bij het aanbreken van de dag stopten de beschietingen. Het was Paaszondag 1 april 1945, en even later reden de Canadese bevrijders Beek binnen. De laatste overgebleven Duitsers hadden zich rond vier uur 's morgens in de richting van [[Didam]] teruggetrokken. Het is waarschijnlijk dat ze later diezelfde dag krijgsgevangen zijn genomen.
  
Walters lichaam werd in juli of augustus 1945 opgegraven en herbegraven op het kerkhof in Beek. Tussen 24 en 31 mei [[1954]] is het lichaam opnieuw opgegraven en overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn bij Venray. Daar rust hij nu in graf 139 van rij 6 in blok CS, tussen [[Werner, Roland|Roland Werner]] en [[Lorenz, Martin|Martin Lorenz]], die eveneens in Beek zijn gesneuveld.
+
Walters lichaam werd in juli of augustus 1945 opgegraven en herbegraven op [[Begraafplaats Beek|het kerkhof]] in Beek. Tussen 24 en 31 mei [[1954]] is het lichaam opnieuw opgegraven en overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn bij Venray. Daar rust hij nu in graf 139 van rij 6 in blok CS, tussen [[Werner, Roland|Roland Werner]] en [[Lorenz, Martin|Martin Lorenz]], die eveneens in Beek zijn gesneuveld.
  
 
Bernard Wittenhorst heeft zijn belofte gehouden en in [[1946]], toen het internationale postverkeer weer op gang was gekomen, Hönigs moeder in een brief verteld over de dood van haar zoon. Hierop volgde een briefwisseling die tot [[1953]] heeft geduurd. De laatste kaart van zijn moeder is gedateerd op 23 december 1953, waarin zij schreef dat zij met geelzucht in het ziekenhuis van Herbolzheim lag. Daar is zij op 17 januari [[1955]] gestorven.
 
Bernard Wittenhorst heeft zijn belofte gehouden en in [[1946]], toen het internationale postverkeer weer op gang was gekomen, Hönigs moeder in een brief verteld over de dood van haar zoon. Hierop volgde een briefwisseling die tot [[1953]] heeft geduurd. De laatste kaart van zijn moeder is gedateerd op 23 december 1953, waarin zij schreef dat zij met geelzucht in het ziekenhuis van Herbolzheim lag. Daar is zij op 17 januari [[1955]] gestorven.
Regel 20: Regel 20:
 
*[http://www.volksbund.de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge]
 
*[http://www.volksbund.de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge]
  
[[Categorie:WO II gesneuveld Wehrmacht (Heer)]]
+
[[Categorie:WO II gesneuveld Wehrmacht (Heer)]] [[Categorie:Begraafplaats Beek]]

Huidige versie van 26 jan 2021 om 09:27

Walter Hönig werd geboren op 6 januari 1925 in Kappel am Rhein, een dorp bij Freiburg in het Zwarte Woud. In oktober 1943 werd hij opgeroepen voor militaire dienst bij de Duitse Wehrmacht.

Begin 1945, toen de geallieerde legers Bergh naderden, was Gefreiter Hönig met andere manschappen van zijn onderdeel ingekwartierd op de boerderij van Wittenhorst in Stokkum. Daar maakte Hönig kennis met Bernard Wittenhorst. Bernard beloofde Hönigs moeder te schrijven in het geval haar zoon iets zou overkomen.

Na enige tijd werden Hönig en zijn collega’s overgeplaatst naar Beek, waar ze werden ingekwartierd in de boerderij van Leyting aan de Hietlandersweg en het nabijgelegen woonhuis van meester Vermeulen. Hönig was ondergebracht op de deel van de boerderij van Leyting.

De boerderij fungeerde als commandocentrum, veldhospitaal, centrale keuken en verzamelplaats van geroofde goederen. Via een loopgraaf was de boerderij verbonden met een uitgebreid netwerk van loopgraven. Deze Beek-Riegel was aangelegd door de Organisation Todt, die voor de uitvoering gebruik maakte van dwangarbeiders uit het westen van het land en uit Beek zelf.

Links Walter Hönigs zus, haar man en zonen Arthur, toen 7, en Walter, toen 3, beiden genoemd naar hun gesneuvelde ooms. Rechts Walters moeder Magdalena. De foto is in de herfst van 1952 achter haar huis gemaakt.
Foto: Edwin Zweers.

Eind maart 1945 lagen grote delen van Bergh onder zwaar artillerievuur van Canadese en Britse eenheden in de buurt van Kleef. Op 31 maart rond acht uur 's avonds sloeg een granaat in op de deel van de boerderij van Leyting. Door de klap werd Walter Hönig gedood en de gehele deel werd vernield. Korte tijd later overleden twee andere Wehrmacht-soldaten op weg naar een veldhospitaal aan hun verwondingen. Hönig werd begraven in de tuin van meester Vermeulen.

Bij het aanbreken van de dag stopten de beschietingen. Het was Paaszondag 1 april 1945, en even later reden de Canadese bevrijders Beek binnen. De laatste overgebleven Duitsers hadden zich rond vier uur 's morgens in de richting van Didam teruggetrokken. Het is waarschijnlijk dat ze later diezelfde dag krijgsgevangen zijn genomen.

Walters lichaam werd in juli of augustus 1945 opgegraven en herbegraven op het kerkhof in Beek. Tussen 24 en 31 mei 1954 is het lichaam opnieuw opgegraven en overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn bij Venray. Daar rust hij nu in graf 139 van rij 6 in blok CS, tussen Roland Werner en Martin Lorenz, die eveneens in Beek zijn gesneuveld.

Bernard Wittenhorst heeft zijn belofte gehouden en in 1946, toen het internationale postverkeer weer op gang was gekomen, Hönigs moeder in een brief verteld over de dood van haar zoon. Hierop volgde een briefwisseling die tot 1953 heeft geduurd. De laatste kaart van zijn moeder is gedateerd op 23 december 1953, waarin zij schreef dat zij met geelzucht in het ziekenhuis van Herbolzheim lag. Daar is zij op 17 januari 1955 gestorven.

Bronnen