Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Borstelfabriek 's-Heerenberg: verschil tussen versies
(→Beeldmateriaal) |
|||
Regel 2: | Regel 2: | ||
In [[1892]] werd in [['s-Heerenberg]] de "Nederland-Duitse Borstel- en Kwastenfabriek" gevestigd van de Emmerikse firma ''Heiming-Bocks & Schulte'', later ''Heiming-Schülte & Co'' geheten. De '''Borstelfabriek''' vestigde zich aan de [[Muntwal]], vroeger [[Noordwal]] genoemd. Borstelfabricage was de enige [[industrie]] die 's-Heerenberg indertijd rijk was. Als meester-borstelmakers werden vakmensen uit [[Duitsland]] aangetrokken. Zo kwamen bijvoorbeeld als werkmeesters [[Dünnwald, Robert|Robert Dünnwald]] en Johann Hubert [[Stein]] naar deze contreien, nu nog bekende 's-Heerenbergse namen. | In [[1892]] werd in [['s-Heerenberg]] de "Nederland-Duitse Borstel- en Kwastenfabriek" gevestigd van de Emmerikse firma ''Heiming-Bocks & Schulte'', later ''Heiming-Schülte & Co'' geheten. De '''Borstelfabriek''' vestigde zich aan de [[Muntwal]], vroeger [[Noordwal]] genoemd. Borstelfabricage was de enige [[industrie]] die 's-Heerenberg indertijd rijk was. Als meester-borstelmakers werden vakmensen uit [[Duitsland]] aangetrokken. Zo kwamen bijvoorbeeld als werkmeesters [[Dünnwald, Robert|Robert Dünnwald]] en Johann Hubert [[Stein]] naar deze contreien, nu nog bekende 's-Heerenbergse namen. | ||
− | In [[1911]] kreeg de fabriek het recht het koninklijk wapen te voeren. Het was toen in deze branche het grootste bedrijf. Rond die tijd werkten er ongeveer 130 mensen, waaronder 28 kinderen jonger dan zestien jaar, te weten twee meisjes en 26 jongens. Een van hen was [[Rulof, Jozef|Jozef Rulof]] die zijn nogal bittere ervaringen bij de ''Bösselhut'' beschreef in zijn autobiografische ''Jeus van moeder Crisje''. | + | In [[1911]] kreeg de fabriek het recht het koninklijk wapen te voeren. Het was toen in deze branche het grootste bedrijf. Rond die tijd werkten er ongeveer 130 mensen, waaronder 28 kinderen jonger dan zestien jaar, te weten twee meisjes en 26 jongens. Een van hen was [[Rulof, Jozef|Jozef Rulof]] die zijn nogal bittere ervaringen bij de ''Bösselhut'' beschreef in zijn autobiografische ''[[Jeus van moeder Crisje]]''. |
De fabriek groeide in de begintijd meteen voorspoedig en werd al spoedig te klein. Na enkele jaren werd daarom een heel nieuw pand aan de [[Molenpoortstraat]] betrokken, op de plaats waar thans het winkelcentrum [[Molenpoort]] is gelegen. De oude fabriek werd verbouwd tot volkswoningen. Het geheel werd in de jaren [[1940]]-[[1941]] gesloopt om plaats te maken voor de woningen die er nu nog staan. | De fabriek groeide in de begintijd meteen voorspoedig en werd al spoedig te klein. Na enkele jaren werd daarom een heel nieuw pand aan de [[Molenpoortstraat]] betrokken, op de plaats waar thans het winkelcentrum [[Molenpoort]] is gelegen. De oude fabriek werd verbouwd tot volkswoningen. Het geheel werd in de jaren [[1940]]-[[1941]] gesloopt om plaats te maken voor de woningen die er nu nog staan. |
Versie van 6 jan 2022 om 12:05
In 1892 werd in 's-Heerenberg de "Nederland-Duitse Borstel- en Kwastenfabriek" gevestigd van de Emmerikse firma Heiming-Bocks & Schulte, later Heiming-Schülte & Co geheten. De Borstelfabriek vestigde zich aan de Muntwal, vroeger Noordwal genoemd. Borstelfabricage was de enige industrie die 's-Heerenberg indertijd rijk was. Als meester-borstelmakers werden vakmensen uit Duitsland aangetrokken. Zo kwamen bijvoorbeeld als werkmeesters Robert Dünnwald en Johann Hubert Stein naar deze contreien, nu nog bekende 's-Heerenbergse namen.
In 1911 kreeg de fabriek het recht het koninklijk wapen te voeren. Het was toen in deze branche het grootste bedrijf. Rond die tijd werkten er ongeveer 130 mensen, waaronder 28 kinderen jonger dan zestien jaar, te weten twee meisjes en 26 jongens. Een van hen was Jozef Rulof die zijn nogal bittere ervaringen bij de Bösselhut beschreef in zijn autobiografische Jeus van moeder Crisje.
De fabriek groeide in de begintijd meteen voorspoedig en werd al spoedig te klein. Na enkele jaren werd daarom een heel nieuw pand aan de Molenpoortstraat betrokken, op de plaats waar thans het winkelcentrum Molenpoort is gelegen. De oude fabriek werd verbouwd tot volkswoningen. Het geheel werd in de jaren 1940-1941 gesloopt om plaats te maken voor de woningen die er nu nog staan.
In de Molenpoortstraat werd het bedrijf aanvankelijk voortgezet onder de naam "Van Gulpen en Swertz", maar al gauw als "Nefah", Nederlandse Fabriek- ven Handelsmaatschappij.. Dit stond in het adresboek van 1935 vermeld als: N.V. Ned. Fabriek en handel Mij. v.h. van Gulpen & Swertz, 's-Heerenberg, Molenpoortstraat B 411, Telefoon 31
In mei 1955 werd het fabrieksgebouw bijna geheel door brand verwoest.
In 1956 was de heer H. v.d. Bosch dertig jaar in dienst.
In augustus 1959 vierde chef expeditie, de heer J. van Gessel, zijn 50-jarig jubileum en kreeg ter gelegenheid hiervan de eremedaille in zilver verbonden aan de orde van Oranje Nassau opgespeld. Hij was op 12-jarige leeftijd bij het bedrijf begonnen.
In 1968 werd herdacht dat de heer Jaques van den Bosch veertig jaar in dienst was en omdat hij de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt tevens zijn werkzame periode als machinaal houtbewerker afsloot. In zijn afscheidsspeech memoreerde directeur P.B.J. Vet eraan dat de heer Van den Bosch zich in veertig jaar nooit ziek had gemeld.
De borstelfabriek aan de Molenpoortstraat is in 1978 gesloopt. De markante schoorsteen viel, onder grote publieke belangstelling, in augustus van dat jaar tegen de grond.
Beeldmateriaal
Links de fabriek anno 1933
Borstelfabriek anno 1978 in de Molenpoortstraat
De brand in 1955
Luchtfoto's:
1927
De contouren van de fabriek zijn rood ingetekend
Bronnen
- Werken in Bergh en daarbuiten - Henk Harmsen en Ton Bekker - 1992 - uitgave FNV
- Foto Borstelfabriek anno 1978: Antoon Th. te Booij
- Archief Leeuwarder Courant
- De Graafschapbode, augustus 1978