Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
De Laak: verschil tussen versies
Regel 20: | Regel 20: | ||
==Mechteld ten Ham== | ==Mechteld ten Ham== | ||
− | De Laak | + | De Laak was eeuwenlang het grootste en diepste water in de omgeving. Dat was de reden dat in [[1605]] [[Mechteld ten Ham]], de 'heks' van [['s-Heerenberg]], er de waterproef moest ondergaan. Zou ze blijven drijven (zo geloofde men) dan was ze bovennatuurlijk licht en in staat om te vliegen op een bezem. Ze bleef drijven op haar wijde rokken, hetgeen als bewijs gold. Vervolgens is ze op de brandstapel gezet te [['s-Heerenberg]]. Het dramatische proces tegen de onschuldige weduwe van de Berghse stadsbode is beschreven door Johan ver der Woude in zijn historische roman 'Het boze oog' (1978). |
+ | |||
+ | In oktober [[2007]] werd op de Laak een drijvend beeld van [[Mechteld ten Ham]] onthuld. Helaas is het kunstwerk, gemaakt door [[Schrijvers, Nol|Nol Schrijvers]], in februari [[2008]] naar de bodem gezonken. | ||
{| | {| |
Versie van 31 mrt 2023 om 12:43
De Laak is een water in Azewijn, een kerkdorp in de voormalige gemeente Bergh. Aangenomen wordt dat het een restant betreft van een van de zijtakken van de Rijn, die hier vroeger heeft gelopen.
Een stuk zuidwaarts, bij het voetbalveld lag vroeger de Kleine Laak, maar die is bij de ruilverkaveling gedempt.
Geschiedenis
De Laak, zoals we die nu kennen, is maar een schijntje van wat deze vroeger moet zijn geweest. Bekend is dat vroeger bij hoge waterstanden De Laak kon veranderen in een wilde stroom. Als het wassende Rijnwater zich een nooduitgang naar de IJssel zocht, kwam het lagere gedeelte van Azewijn blank te staan. De drassige gronden waren dan ooi eeuwenlang nauwelijks voor landbouwdoeleinden te gebruiken.
Van oorsprong moet De Laak een oude Rijntak zijn, een van de vele onbeheerste, onbedijkte beddingen waardoor de rivier in de prehistorie noordwaarts vloeide. Overal in de hele streek liggen nog deze ouden Rijnaftakkingen. De huidige bedding westwaarts vond de rivier na de ijstijd. Maar: bij hoge waterstanden zocht de Rijn zich nog tot in de vijftiger jaren met geweld de aloude weg binnendoor, om het Bergherbos heen, door de Wetering, via De Laak in Azewijn naar het Waalse Water en vandaar naar de Oude IJssel. Uiteindelijk kwam het dan weer in de IJssel terecht. De weg Zeddam-Terborg werd dan onbegaanbaar, waardoor de kerk in Zeddam niet te bereiken was. Dat Azewijn heel wat keren is overstroomd blijkt uit de dikke laag komklei die er te vinden is.
Midden in Azewijn, achter de kerktoren, ligt De (grote) Laak. Hier aan de Laakweg vertoont de oude Rijntak zich nog een stukje in z'n vroegere omvang. Misschien is het Waalse Water, verderop bij Warm en Wijnbergen, ook nog een overblijfsel van dezelfde oude Rijnarm. Er wordt altijd nog gedacht dat hier vroeger al klei werd gewonnen voor baksteen. Zo is de torenmolen in Zeddam midden vijftiende eeuw gebouwd van Azewijnse klei.
De Laak was vanouds het eigendom van de familie Messing. Theed Messing, die er zelf nog op viste met een roeiboot, verkocht hem aan de gemeente Bergh voor 600 gulden.
In 1934 werd de Laakweg aangelegd in het kader van de werkverschaffing. De mensen verdienden met dit werk zes gulden per week en een bus vlees.
Mechteld ten Ham
De Laak was eeuwenlang het grootste en diepste water in de omgeving. Dat was de reden dat in 1605 Mechteld ten Ham, de 'heks' van 's-Heerenberg, er de waterproef moest ondergaan. Zou ze blijven drijven (zo geloofde men) dan was ze bovennatuurlijk licht en in staat om te vliegen op een bezem. Ze bleef drijven op haar wijde rokken, hetgeen als bewijs gold. Vervolgens is ze op de brandstapel gezet te 's-Heerenberg. Het dramatische proces tegen de onschuldige weduwe van de Berghse stadsbode is beschreven door Johan ver der Woude in zijn historische roman 'Het boze oog' (1978).
In oktober 2007 werd op de Laak een drijvend beeld van Mechteld ten Ham onthuld. Helaas is het kunstwerk, gemaakt door Nol Schrijvers, in februari 2008 naar de bodem gezonken.