Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
B-17F Flying Fortress 42-29826: verschil tussen versies
k (→Jo Bod: interne link) |
|||
(16 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | Op 22 juni [[1943]] | + | [[Afbeelding:Flying Fortress B-17G.jpg|thumb|right|500px|'''Een Flying Fortress B-17G. De bommenwerper die bij Beek neerstortte, was van het uiterlijk weinig afwijkende type B-17F.]] |
+ | == De toedracht == | ||
+ | Op 22 juni [[1943]] kort na half tien 's morgens explodeerde een Amerikaanse bommenwerper van het type '''B-17F''' boven het bos ten oosten van [[Beek]]. De brokstukken verspreidden zich over een groot gebied, waarbij de romp neerkwam in een roggeveld aan de oostkant van de [[Noordpool]]. Het serienummer van het toestel was '''42-29826'''. Het behoorde tot het ''508th Bombardment Squadron'' van de ''351st Bombardment Group (Heavy)'', die gestationeerd was op de vliegbasis Polebrook in het Engelse graafschap Northamptonshire. | ||
− | Op | + | Het toestel vloog zijn derde gevechtsmissie, waarvan Hüls bij Krefeld (D) het doel was. Op de terugweg zette een groot aantal Duitse jachtvliegtuigen de aanval in. Nadat twee van de vier motoren van 42-29826 in brand waren geschoten, gaf de piloot het bevel het vliegtuig per parachute te verlaten. Alle inzittenden kwamen veilig aan de Nederlandse kant van de [[grens]] aan de grond, maar werden door de Duitsers krijgsgevangen genomen. |
− | + | Alleen over het verdere lot van de piloot zijn gegevens bekend. Zijn bemanning bestond uit: | |
− | + | # eerste luitenant [[Turgeon, Leo P.|Leo P. Turgeon]] (piloot) | |
+ | # tweede luitenant Burton W. Caruso (copiloot) | ||
+ | # tweede luitenant Charles R. Bryant, Jr. (navigator) | ||
+ | # tweede luitenant John R. Turney (bommenrichter en neuskoepelschutter) | ||
+ | # ''technical sergeant'' John W. Cabaniss (boordwerktuigkundige en rugkoepelschutter) | ||
+ | # ''staff sergeant'' Lawrence J. Ferns (radiotelegrafist) | ||
+ | # sergeant Edward Knower (linker flankschutter) | ||
+ | # sergeant Video Pacciotti (buikkoepelschutter) | ||
+ | # ''staff sergeant'' Fred L. Aye (rechter flankschutter) | ||
+ | # ''staff sergeant'' Leasure B. McGinnis (staartkoepelschutter) | ||
+ | |||
+ | Claire Deurvorst-Yeates stond die morgen met haar kinderen in haar tuin in [[Terborg]]. In [[Imagine a perfect, cloudless May day|haar dagboek]] schreef ze het volgende over dit vliegtuig: | ||
+ | <br>''Deze morgen was een van de spannendste van ons leven. Rond kwart voor tien hoorden we een groot aantal vliegtuigen naderen. Voor het eerst in deze oorlog konden we duidelijk squadrons Vliegende Forten zien overkomen in de richting van [[Duitsland]]. In het begin leek het allemaal goed te gaan, maar al gauw zagen we Duitse jachtvliegtuigen rond de bommenwerpers duiken. Toen vloog een van de bommenwerpers over ons heen met een lelijk rookspoor achter zich aan, en zagen we acht parachutisten achter elkaar naarbuiten springen. Ze zweefden soepel naar beneden en we vermoedden dat ze in de buurt van [[Montferland]] zijn geland.'' | ||
+ | |||
+ | Op 5 mei [[1998]] heeft de [http://www.arga-nl.nl ''Aircraft Research Group Achterhoek''] (ARGA). opgravingen verricht in het gebied waar de brokstukken van het vliegtuig waren neergekomen. Ongeveer tien procent van het toestel kon toen geborgen worden, waaronder de complete mitrailleur van de linker flankschutter. | ||
+ | |||
+ | De B-17 bommenwerper werd niet voor niets Flying Fortress (Vliegend Fort) genoemd. Het toestel had mitrailleurs in maar liefst vier geschutskoepels (in de neus, in de buik, op de rug en in de staart) en nog twee mitrailleurs die door open ramen in de beide flanken schoten. De bommenrichter en de boordwerktuigkundige bedienden elk tevens een geschutskoepel, terwijl de buikkoepelschutter ook de bommenluiken bediende. Ter vergelijking: de meeste types Britse bommenwerpers hadden maar drie geschutskoepels; in de neus, op de rug en in de staart. | ||
+ | |||
+ | == ''Stelen van oorlogsbuit'' == | ||
+ | Kort na het neerstorten hebben enkele omwonenden onderdelen uit het wrak meegenomen. | ||
+ | |||
+ | === Theo Lambooij === | ||
+ | Theo Lambooij ([[1915]]–[[1997]]) uit [[Loerbeek]] heeft diverse kleinere onderdelen verzameld, onder meer uit de buikkoepel. Een van de stukken werd gebruikt om een tafelboormachine te maken. Deze tafelboormachine heeft nog lang dienstgedaan in de [[Smeden|smederij]] van [[Lambooij, Franciscus Albertus Hermanus|zijn vader]]. | ||
+ | |||
+ | Theo Lambooijs zoon Vincent heeft de losse onderdelen van de bommenwerper in november [[2013]] geschonken aan de [http://www.arga-nl.nl ''Aircraft Research Group Achterhoek''] (ARGA). Afbeeldingen van deze onderdelen zijn te zien op ARGA's website. De tafelboormachine was voordien al met de rest van de inventaris van de smederij geschonken aan het Openluchtmuseum in [[Arnhem]]. Dat heeft de tafelboormachine in [[2016]] samen met een slijpsteen op een onderstel van een Duits geschut overgedragen aan het Oorlogsmuseum Overloon. | ||
+ | |||
+ | === Jan Hendricksen === | ||
+ | Jan Hendricksen uit Loerbeek was veertien jaar toen de bommenwerper neerstortte. Hij leerde op de ambachtsschool in [[Doetinchem]] voor [[Timmerlieden|timmerman]], maar als hobby bouwde en repareerde hij radio's. Hij was daarom maar wat blij toen hij in de romp bij de Noordpool de boordradio vond. Het toestel was licht beschadigd, maar allerlei onderdelen waren nog intact. Hij nam de dynamo's mee naar huis en verstopte de rest in het roggeland. | ||
+ | |||
+ | De volgende dag vertelde hij op school wat hij gevonden had. Prompt stonden er de volgende dag twee Duitse militairen aan de deur, want een paar klasgenoten hadden zijn verhaal doorverteld aan hun ouders die lid waren van de [[Nationaal Socialistische Beweging|NSB]]. Hij moest zich samen met Jo Bod (zie hieronder) melden bij de ''Orstkommandant'' aan het Willemsplein in [[Arnhem]]. Omdat ze allebei nog maar veertien jaar oud waren, werden ze zonder verdere gevolgen weer naar huis gestuurd. Jan haalde de rest van zijn "oorlogsbuit" uit het roggeland en ging verder met zijn radio-hobby. | ||
+ | |||
+ | Daarmee was het verhaal niet af. Een maand later stond de plaatselijke [[Politie|politieagent]] op de stoep om een proces-verbaal op te maken, waarna Jan zich, weer samen met Jo, in november 1943 moest melden bij de officier van justitie in Arnhem. Hij had hun "oorlogsbuit" voor zich op z'n bureau liggen. Ze werden streng toegesproken, maar konden daarna weer naar huis gaan. De volgende dag moesten ze bij de schooldirecteur komen, die hen voor twee dagen schorste. Jan vond dat niet erg, want toen kon hij zich met zijn "oorlogsbuit" op zijn hobby storten. | ||
+ | |||
+ | === Jo Bod === | ||
+ | [[Bod, Johannes Lambertus Wilhelmus|Jo Bod]] was een leeftijdgenoot, buurjongen en klasgenoot van Jan Hendricksen. Hij had een paar kogels uit het neergestorte vliegtuig meegenomen. | ||
+ | |||
+ | Hij heeft daarna, net als Jan Hendricksen, twee keer in Arnhem op het matje moeten komen, en werd twee dagen van school geschortst. | ||
+ | |||
+ | == Bronnen == | ||
+ | *[https://arcg.is/1e8Hf WW-2 Crash locations in the province Gelderland] | ||
+ | *[http://www.arga-nl.nl Karl Lusink / ARGA] | ||
+ | *[[Imagine a perfect, cloudless May day]], blz. 126-127 | ||
+ | *[http://www.studiegroepluchtoorlog.nl/verliesregister Verliesregister 1939-1945, lijst 1943] | ||
+ | *[[Old Ni-js 109|Old Ni-js nr. 109]], blz. 24–25 | ||
+ | |||
+ | [[Categorie:Geallieerde vliegtuigen neergestort in Bergh]] |
Huidige versie van 31 jul 2021 om 06:09
Inhoud
De toedracht
Op 22 juni 1943 kort na half tien 's morgens explodeerde een Amerikaanse bommenwerper van het type B-17F boven het bos ten oosten van Beek. De brokstukken verspreidden zich over een groot gebied, waarbij de romp neerkwam in een roggeveld aan de oostkant van de Noordpool. Het serienummer van het toestel was 42-29826. Het behoorde tot het 508th Bombardment Squadron van de 351st Bombardment Group (Heavy), die gestationeerd was op de vliegbasis Polebrook in het Engelse graafschap Northamptonshire.
Het toestel vloog zijn derde gevechtsmissie, waarvan Hüls bij Krefeld (D) het doel was. Op de terugweg zette een groot aantal Duitse jachtvliegtuigen de aanval in. Nadat twee van de vier motoren van 42-29826 in brand waren geschoten, gaf de piloot het bevel het vliegtuig per parachute te verlaten. Alle inzittenden kwamen veilig aan de Nederlandse kant van de grens aan de grond, maar werden door de Duitsers krijgsgevangen genomen.
Alleen over het verdere lot van de piloot zijn gegevens bekend. Zijn bemanning bestond uit:
- eerste luitenant Leo P. Turgeon (piloot)
- tweede luitenant Burton W. Caruso (copiloot)
- tweede luitenant Charles R. Bryant, Jr. (navigator)
- tweede luitenant John R. Turney (bommenrichter en neuskoepelschutter)
- technical sergeant John W. Cabaniss (boordwerktuigkundige en rugkoepelschutter)
- staff sergeant Lawrence J. Ferns (radiotelegrafist)
- sergeant Edward Knower (linker flankschutter)
- sergeant Video Pacciotti (buikkoepelschutter)
- staff sergeant Fred L. Aye (rechter flankschutter)
- staff sergeant Leasure B. McGinnis (staartkoepelschutter)
Claire Deurvorst-Yeates stond die morgen met haar kinderen in haar tuin in Terborg. In haar dagboek schreef ze het volgende over dit vliegtuig:
Deze morgen was een van de spannendste van ons leven. Rond kwart voor tien hoorden we een groot aantal vliegtuigen naderen. Voor het eerst in deze oorlog konden we duidelijk squadrons Vliegende Forten zien overkomen in de richting van Duitsland. In het begin leek het allemaal goed te gaan, maar al gauw zagen we Duitse jachtvliegtuigen rond de bommenwerpers duiken. Toen vloog een van de bommenwerpers over ons heen met een lelijk rookspoor achter zich aan, en zagen we acht parachutisten achter elkaar naarbuiten springen. Ze zweefden soepel naar beneden en we vermoedden dat ze in de buurt van Montferland zijn geland.
Op 5 mei 1998 heeft de Aircraft Research Group Achterhoek (ARGA). opgravingen verricht in het gebied waar de brokstukken van het vliegtuig waren neergekomen. Ongeveer tien procent van het toestel kon toen geborgen worden, waaronder de complete mitrailleur van de linker flankschutter.
De B-17 bommenwerper werd niet voor niets Flying Fortress (Vliegend Fort) genoemd. Het toestel had mitrailleurs in maar liefst vier geschutskoepels (in de neus, in de buik, op de rug en in de staart) en nog twee mitrailleurs die door open ramen in de beide flanken schoten. De bommenrichter en de boordwerktuigkundige bedienden elk tevens een geschutskoepel, terwijl de buikkoepelschutter ook de bommenluiken bediende. Ter vergelijking: de meeste types Britse bommenwerpers hadden maar drie geschutskoepels; in de neus, op de rug en in de staart.
Stelen van oorlogsbuit
Kort na het neerstorten hebben enkele omwonenden onderdelen uit het wrak meegenomen.
Theo Lambooij
Theo Lambooij (1915–1997) uit Loerbeek heeft diverse kleinere onderdelen verzameld, onder meer uit de buikkoepel. Een van de stukken werd gebruikt om een tafelboormachine te maken. Deze tafelboormachine heeft nog lang dienstgedaan in de smederij van zijn vader.
Theo Lambooijs zoon Vincent heeft de losse onderdelen van de bommenwerper in november 2013 geschonken aan de Aircraft Research Group Achterhoek (ARGA). Afbeeldingen van deze onderdelen zijn te zien op ARGA's website. De tafelboormachine was voordien al met de rest van de inventaris van de smederij geschonken aan het Openluchtmuseum in Arnhem. Dat heeft de tafelboormachine in 2016 samen met een slijpsteen op een onderstel van een Duits geschut overgedragen aan het Oorlogsmuseum Overloon.
Jan Hendricksen
Jan Hendricksen uit Loerbeek was veertien jaar toen de bommenwerper neerstortte. Hij leerde op de ambachtsschool in Doetinchem voor timmerman, maar als hobby bouwde en repareerde hij radio's. Hij was daarom maar wat blij toen hij in de romp bij de Noordpool de boordradio vond. Het toestel was licht beschadigd, maar allerlei onderdelen waren nog intact. Hij nam de dynamo's mee naar huis en verstopte de rest in het roggeland.
De volgende dag vertelde hij op school wat hij gevonden had. Prompt stonden er de volgende dag twee Duitse militairen aan de deur, want een paar klasgenoten hadden zijn verhaal doorverteld aan hun ouders die lid waren van de NSB. Hij moest zich samen met Jo Bod (zie hieronder) melden bij de Orstkommandant aan het Willemsplein in Arnhem. Omdat ze allebei nog maar veertien jaar oud waren, werden ze zonder verdere gevolgen weer naar huis gestuurd. Jan haalde de rest van zijn "oorlogsbuit" uit het roggeland en ging verder met zijn radio-hobby.
Daarmee was het verhaal niet af. Een maand later stond de plaatselijke politieagent op de stoep om een proces-verbaal op te maken, waarna Jan zich, weer samen met Jo, in november 1943 moest melden bij de officier van justitie in Arnhem. Hij had hun "oorlogsbuit" voor zich op z'n bureau liggen. Ze werden streng toegesproken, maar konden daarna weer naar huis gaan. De volgende dag moesten ze bij de schooldirecteur komen, die hen voor twee dagen schorste. Jan vond dat niet erg, want toen kon hij zich met zijn "oorlogsbuit" op zijn hobby storten.
Jo Bod
Jo Bod was een leeftijdgenoot, buurjongen en klasgenoot van Jan Hendricksen. Hij had een paar kogels uit het neergestorte vliegtuig meegenomen.
Hij heeft daarna, net als Jan Hendricksen, twee keer in Arnhem op het matje moeten komen, en werd twee dagen van school geschortst.