Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Ochten: verschil tussen versies
k (interne link) |
k (interne link) |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 3: | Regel 3: | ||
Vroeger was het een heerlijkheid. Het geslacht van de heren van Ochten is al kort na [[1300]] uitgestorven, waarna de heerlijkheid uiteindelijk verviel aan de heren van Egmond. Toen [[Willem III van den Bergh]] in [[1506]] trouwde met Anna van Egmond, werd Ochten [[Berghse bezittingen|Berghs bezit]]. | Vroeger was het een heerlijkheid. Het geslacht van de heren van Ochten is al kort na [[1300]] uitgestorven, waarna de heerlijkheid uiteindelijk verviel aan de heren van Egmond. Toen [[Willem III van den Bergh]] in [[1506]] trouwde met Anna van Egmond, werd Ochten [[Berghse bezittingen|Berghs bezit]]. | ||
− | Ochten was een [[ | + | Ochten was een Gelderse [[Leenrecht|leen]], maar er waren relatief weinig [[heerlijke rechten]] aan verbonden. Als heer van Ochten konden de [[Graven Van den Bergh|graven van Bergh]] alleen een soort "politierechtspraak" uitoefenen (de term is van [[Schilfgaarde, Mr. Anthonie Paul van|Van Schilfgaarde]], maar hij geeft hier geen nadere uitleg over), zodat de [[rechtspraak]] in handen zal zijn geweest van de hertog van Gelre. Wel hadden de graven het [[collatierecht]]. |
Als heer van Ochten waren de graven verplicht de Waaldijk bij Ochten te onderhouden. In het conflict tussen [[Oswald II van den Bergh]] en zijn stiefvader Filips van Virneburg over de erfenis van graaf Oswalds moeder Anna van Egmond, was Ochten een van de bezittingen die de stiefvader in beslag nam. Door een overeenkomst met de hertog van Gelre kreeg graaf Oswald deze bezittingen in [[1523]] weer terug. In de betreffende akte wees de hertog nadrukkelijk op de verplichting tot [[Rivierrecht|dijkonderhoud]]. | Als heer van Ochten waren de graven verplicht de Waaldijk bij Ochten te onderhouden. In het conflict tussen [[Oswald II van den Bergh]] en zijn stiefvader Filips van Virneburg over de erfenis van graaf Oswalds moeder Anna van Egmond, was Ochten een van de bezittingen die de stiefvader in beslag nam. Door een overeenkomst met de hertog van Gelre kreeg graaf Oswald deze bezittingen in [[1523]] weer terug. In de betreffende akte wees de hertog nadrukkelijk op de verplichting tot [[Rivierrecht|dijkonderhoud]]. | ||
Regel 9: | Regel 9: | ||
Een klein voordeel van de ligging aan de Waal was dat volgens het [[recht van aanwas]] aangeslibd land in bezit genomen kon worden. Blijkbaar gold dit recht niet in de heerlijkheid Ochten, want bij akte van 13 juni [[1559]] lieten twee plaatselijke echtparen [[Willem IV van den Bergh]] betalen voor ''zekeren aanwas buitendijks''. | Een klein voordeel van de ligging aan de Waal was dat volgens het [[recht van aanwas]] aangeslibd land in bezit genomen kon worden. Blijkbaar gold dit recht niet in de heerlijkheid Ochten, want bij akte van 13 juni [[1559]] lieten twee plaatselijke echtparen [[Willem IV van den Bergh]] betalen voor ''zekeren aanwas buitendijks''. | ||
− | In de loop der tijd werden roerend en onroerend goed in Ochten verkocht of gingen anderszins verloren. [[Karel van Hohenzollern-Sigmaringen]], graaf van den Bergh, verkocht de laatste bezittingen in [[1837]]. De goederen omvatten toen nog slechts enkele weilanden en uiterwaarden, terwijl de heerlijke rechten nog bestonden uit [[Tiendrecht|korentienden]], [[Cijnsrecht|tijnsen]], | + | In de loop der tijd werden roerend en onroerend goed in Ochten verkocht of gingen anderszins verloren. [[Karel van Hohenzollern-Sigmaringen]], graaf van den Bergh, verkocht de laatste bezittingen in [[1837]]. De goederen omvatten toen nog slechts enkele weilanden en uiterwaarden, terwijl de heerlijke rechten nog bestonden uit [[Tiendrecht|korentienden]], [[Cijnsrecht|tijnsen]], erfpachten en de [[Veerrecht|"dwarsveren"]] over de Waal bij Ochten en bij Leeuwen. |
== Bronnen == | == Bronnen == |
Huidige versie van 13 okt 2020 om 06:40
Ochten is een dorp op de noordoever van de Waal in de Gelderse gemeente Neder-Betuwe.
Vroeger was het een heerlijkheid. Het geslacht van de heren van Ochten is al kort na 1300 uitgestorven, waarna de heerlijkheid uiteindelijk verviel aan de heren van Egmond. Toen Willem III van den Bergh in 1506 trouwde met Anna van Egmond, werd Ochten Berghs bezit.
Ochten was een Gelderse leen, maar er waren relatief weinig heerlijke rechten aan verbonden. Als heer van Ochten konden de graven van Bergh alleen een soort "politierechtspraak" uitoefenen (de term is van Van Schilfgaarde, maar hij geeft hier geen nadere uitleg over), zodat de rechtspraak in handen zal zijn geweest van de hertog van Gelre. Wel hadden de graven het collatierecht.
Als heer van Ochten waren de graven verplicht de Waaldijk bij Ochten te onderhouden. In het conflict tussen Oswald II van den Bergh en zijn stiefvader Filips van Virneburg over de erfenis van graaf Oswalds moeder Anna van Egmond, was Ochten een van de bezittingen die de stiefvader in beslag nam. Door een overeenkomst met de hertog van Gelre kreeg graaf Oswald deze bezittingen in 1523 weer terug. In de betreffende akte wees de hertog nadrukkelijk op de verplichting tot dijkonderhoud.
Een klein voordeel van de ligging aan de Waal was dat volgens het recht van aanwas aangeslibd land in bezit genomen kon worden. Blijkbaar gold dit recht niet in de heerlijkheid Ochten, want bij akte van 13 juni 1559 lieten twee plaatselijke echtparen Willem IV van den Bergh betalen voor zekeren aanwas buitendijks.
In de loop der tijd werden roerend en onroerend goed in Ochten verkocht of gingen anderszins verloren. Karel van Hohenzollern-Sigmaringen, graaf van den Bergh, verkocht de laatste bezittingen in 1837. De goederen omvatten toen nog slechts enkele weilanden en uiterwaarden, terwijl de heerlijke rechten nog bestonden uit korentienden, tijnsen, erfpachten en de "dwarsveren" over de Waal bij Ochten en bij Leeuwen.
Bronnen
- Het archief van het Huis Bergh (boek), blz. 153–155
- Archief Huis Bergh, inventarisnummers 5813, 6113, 6124; regest 2868
- Arnhemsche Courant van 7 en 11 november 1837 en Opregte Haarlemsche Courant van 11 en 21 november 1837 op Delpher