Boesveld, Wilhelmus Johannes Gerhardus

Wilhelmus Johannes Gerhardus Boesveld werd op 18 februari 1919 geboren in 's-Heerenberg als zoon van Diederik Wilhelm Boesveld en Dorothea Maria Carolina Welting. Hij was een broer van Johannes Wilhelmus Boesveld.

Op 6 juli 1920 werden zijn ouders met hun gezin uitgeschreven uit het bevolkingsregister van de gemeente Bergh wegens vertrek naar Spijk. Zijn vader werkte daar in een steenfabriek.

Boesveld werd op 24 oktober 1938 als gewoon dienstplichtige ingelijfd bij het 8e Regiment Infanterie (8 RI). Na zijn opleiding werd hij op 21 februari 1939 ingedeeld bij de 2e compagnie van het 2e bataljon (2-II-8 RI). De discipline was streng. Op 20 juni kreeg hij acht dagen licht arrest omdat hij niet onmiddellijk [had] voldaan aan een opdracht hem door een sergeant gegeven en tegenover deze meerdere een zeer onkrijgstuchtelijke uitdrukking [had] gebezigd. De straf hield in dat hij 's avonds na de dienst het kampement niet mocht verlaten.

Op 11 november 1939 volgde overplaatsing naar de 2e compagnie van het 8e Grensbataljon (2-8 RI). Hier kreeg hij op 8 mei 1940 acht dagen verzwaard arrest omdat hij in een gebied verklaard in staat van oorlog een dag te laat van verlof was teruggekeerd. Deze straf hield in dat hij 's avonds na de dienst in een aparte kamer werd opgesloten. Of hij deze straf in zijn geheel heeft ondergaan is de vraag, want twee dagen later vielen de Duitsers ons land binnen.

8 GB was bij de Duitse inval gelegerd op de noordoever van de Waal bij Lent. Het vak ten noorden van 8 GB tot aan de Rijn werd bezet door de 3e bataljon van het 43e Regiment Infanterie (III-43 RI). Deze twee bataljons vormden samen de Groep Betuwe, de voorposten van de Betuwestelling, die verder westelijk lag en aansloot bij de Grebbelinie. Meer over 8 GB tijdens de strijd is te lezen op de pagina van soldaat G.W. Elting, die op 13 mei is gesneuveld. Hij diende eveneens bij 2-8 GB.

Over Boesvelds belevenissen tijdens de meidagen zijn geen bijzonderheden bekend. Hij is niet gewond geraakt en werd niet krijgsgevangen genomen. Na de capitulatie van Nederland op 15 mei 1940 werd het leger stapsgewijs gedemobiliseerd. Zo kon het dat Boesveld op 21 juni nog steeds in dienst was. Op die dag gaf hij niet onmiddellijk gehoor aan de opdracht van de korporaal-kok om de gamellen schoon te maken. Dit leverde hem acht dagen verzwaard arrest op. Toen hij die had uitgezeten, werd hem groot verlof verleend, zodat hij op 29 juni 1940 kon hij naar huis terugkeren. Dat was inmiddels in Arnhem, waar zijn ouders zich op 25 april 1940 hadden laten inschrijven.

Boesveld trouwde op 29 april 1943 in Nijmegen met Elisabeth Hendrika Heijnen, geboren in Ubbergen op 16 juni 1918 als dochter van Johann Heijnen en Hendrika Elisabeth Fischer.

In de oorlog werd Boesveld in het kader van de Arbeitseinsatz gedwongen tewerkgesteld in Duitsland. Hij woonde in Pannerden toen hij op een onbekende datum (maar vermoedelijk na zijn huwelijk) naar de Deutsche Werke in Kiel werd gestuurd, een scheepswerf waar in die jaren vooral onderzeeboten werden gebouwd. Hij werd er ondergebracht in het Lager Flintbek.

Tijdens zijn verblijf in Kiel werd hij enige tijd verpleegd in de Chirurgisch Universitätsklinik in de Hospitalstraße in Kiel. Wanneer, waarom en hoelang hij in dat ziekenhuis heeft gelegen, wordt niet vermeld.

Vanaf 8 september 1944 is hij niet meer op zijn werk verschenen. Als reden voor de beëindiging van zijn dienstverband werd daarom Vertragsbruch genoteerd.

Net als Boesveld hebben nog vele jongemannen geboren in Bergh gedwongen via de Arbeitseinsatz in Duitsland moeten werken, van wie nog een aantal in Kiel.

Boesveld overleed in Nijmegen op 16 juni 1996, 77 jaar oud.

Bronnen

• Archieven.nl
• Staat van dienst op Grebbeberg.nl
• Nationaal Archief, 2.19.323 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Arbeidsinzet
• AROLSEN Archives, DocID 70672473