Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Goldsmith, Harold Francis: verschil tussen versies
k (Foto toegevoegd) |
k (naast Macara) |
||
Regel 7: | Regel 7: | ||
Daarop volgden hevige gevechten die de hele avond van 5 april en de daarop volgende nacht duurden. Toen de A compagnie Rha 's avonds laat van de noordkant naderde, werd Goldsmith door meerdere mitrailleurkogels in zijn buik geraakt. Hij werd verbonden, kreeg een morfine-injectie en werd afgevoerd naar het Canadese Hospitaal (''2nd Canadian Casualty Clearing Station'') in het [[Patersklooster]] te [['s-Heerenberg]]. Daar werd hij op 7 april geopereerd, maar desondanks ging zijn toestand snel achteruit. | Daarop volgden hevige gevechten die de hele avond van 5 april en de daarop volgende nacht duurden. Toen de A compagnie Rha 's avonds laat van de noordkant naderde, werd Goldsmith door meerdere mitrailleurkogels in zijn buik geraakt. Hij werd verbonden, kreeg een morfine-injectie en werd afgevoerd naar het Canadese Hospitaal (''2nd Canadian Casualty Clearing Station'') in het [[Patersklooster]] te [['s-Heerenberg]]. Daar werd hij op 7 april geopereerd, maar desondanks ging zijn toestand snel achteruit. | ||
− | Hij overleed in de vroege morgen van 8 april en werd tijdelijk begraven op de Algemene Begraafplaats in 's-Heerenberg. In [[1946]] werd hij herbegraven in graf XVII-F-2 op de Canadese Militaire erebegraafplaats Groesbeek. | + | Hij overleed in de vroege morgen van 8 april en werd tijdelijk begraven op de Algemene Begraafplaats in 's-Heerenberg. In [[1946]] werd hij herbegraven in graf XVII-F-2 op de Canadese Militaire erebegraafplaats Groesbeek, naast [[Macara, Ronald|Macara]]. |
De gevechten rond Rha hebben aan acht militairen van het 1e bataljon van ''The Queen’s Own'' het leven gekost. Vijf man sneuvelden ter plaatse. Van de drie gewonden die later overleden, kon alleen Goldsmith naar 's-Heerenberg afgevoerd worden. De andere twee vielen gewond in Duitse handen, werden later bevrijd, maar overleden daarna alsnog. | De gevechten rond Rha hebben aan acht militairen van het 1e bataljon van ''The Queen’s Own'' het leven gekost. Vijf man sneuvelden ter plaatse. Van de drie gewonden die later overleden, kon alleen Goldsmith naar 's-Heerenberg afgevoerd worden. De andere twee vielen gewond in Duitse handen, werden later bevrijd, maar overleden daarna alsnog. |
Versie van 30 mrt 2014 om 13:12
Harold Francis Goldsmith (22) uit Oshawa in de Canadese provincie Ontario werd geboren op 20 februari 1923 als zoon van Leonard Roy and Violet Alice Goldsmith.
Goldsmith was rifleman bij de A compagnie van het 1e bataljon van het regiment The Queen’s Own Rifles of Canada. Dit bataljon had op 1 april deelgenomen aan de bevrijding van Bergh en kreeg – na gevechten bij Wehl op 2 april – in de middag van 3 april gelegenheid te rusten in Laag-Keppel. De volgende middag kwam het bevel de buurtschappen ten westen van Steenderen te bevrijden. Dit gebied wordt aan drie kanten omsloten door de IJssel. Verspreid over een breed front gingen The Queen's Own het gebied in, maar stuitten bij Rha op zware Duitse tegenstand.
Daarop volgden hevige gevechten die de hele avond van 5 april en de daarop volgende nacht duurden. Toen de A compagnie Rha 's avonds laat van de noordkant naderde, werd Goldsmith door meerdere mitrailleurkogels in zijn buik geraakt. Hij werd verbonden, kreeg een morfine-injectie en werd afgevoerd naar het Canadese Hospitaal (2nd Canadian Casualty Clearing Station) in het Patersklooster te 's-Heerenberg. Daar werd hij op 7 april geopereerd, maar desondanks ging zijn toestand snel achteruit.
Hij overleed in de vroege morgen van 8 april en werd tijdelijk begraven op de Algemene Begraafplaats in 's-Heerenberg. In 1946 werd hij herbegraven in graf XVII-F-2 op de Canadese Militaire erebegraafplaats Groesbeek, naast Macara.
De gevechten rond Rha hebben aan acht militairen van het 1e bataljon van The Queen’s Own het leven gekost. Vijf man sneuvelden ter plaatse. Van de drie gewonden die later overleden, kon alleen Goldsmith naar 's-Heerenberg afgevoerd worden. De andere twee vielen gewond in Duitse handen, werden later bevrijd, maar overleden daarna alsnog.
The Queen’s Own werden op 7 april teruggetrokken van Rha om ingezet te worden bij de bevrijding van Zutphen. Andere Canadese eenheden hebben Rha daarna nog tot 16 april belegerd voor de Duitsers daar zich westwaarts over de IJssel terugtrokken. De bewoners, die op 6 en 7 april over de IJssel waren geëvacueerd, konden op 17 april terugkeren. Er waren geen burgerslachtoffers gevallen, maar Rha was volledig in puin geschoten.
Op 4 mei 2001 werd in Rha ("op Rha" in het plaatselijke spraakgebruik) een monument onthuld voor zes omgekomen Canadezen. Over Goldsmith en nog een militair, rifleman Max Duralia, was ten tijde van de onthulling nog niets bekend, maar hun namen konden in de winter van 2003 alsnog worden toegevoegd. Zijn naam ontbreekt op de plaquette bij het Canadese kanon op de Bleek in 's-Heerenberg.
Goldsmiths naam staat ook vermeld in het Second World War Book of Remembrance. Dit gedenkboek, met de namen van meer dan 44.000 Canadese militairen die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen, ligt in de Peace Tower van het Canadese parlementsgebouw in Ottawa.
Van The Queen’s Own Rifles of Canada hebben in Bergh ook tijdelijk begraven gelegen:
Bronnen
- Karl Lusink / ARGA
- Commonwealth War Graves Commission
- Second World War Book of Remembrance (blz. 518) en Canadian Virtual War Memorial op Veterans Affairs Canada
- Library and Archives Canada: Canadian Armed Forces War Dead
- The Queen’s Own Rifles of Canada
- Nationaal Comité 4 en 5 mei – Oorlogsmonumenten