Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Pas, Theodorus Hermanus: verschil tussen versies
k (werd) |
k (→Tweede Wereldoorlog: Inkwartiering) |
||
Regel 13: | Regel 13: | ||
Ook ritselde hij bonkaartzegels voor onderduikers en anderen. Die kreeg hij van zijn zwager Jo Campman (Pater Kruisheer), die vanwege zijn illegaal werk is afgevoerd naar Bergen-Belsen en daar is omgekomen. Stel je voor: Heeroom Jo was qua gezondheid een zeer zwakke man en werd, ondanks zijn stoma (!) in een kamp (eerst Vught) opgesloten waarvan het bekend was dat de hygiënische omstandigheden abominabel waren. | Ook ritselde hij bonkaartzegels voor onderduikers en anderen. Die kreeg hij van zijn zwager Jo Campman (Pater Kruisheer), die vanwege zijn illegaal werk is afgevoerd naar Bergen-Belsen en daar is omgekomen. Stel je voor: Heeroom Jo was qua gezondheid een zeer zwakke man en werd, ondanks zijn stoma (!) in een kamp (eerst Vught) opgesloten waarvan het bekend was dat de hygiënische omstandigheden abominabel waren. | ||
− | Zijn weloverwogen besluit om te zorgen dat wij inkwartiering kregen van een ''Oberstleutnant'', had tot doel om te voorkomen dat er weer eens huiszoeking zou worden gedaan. Een tip die van een Duitse ''Hauptmann'' via Oom Jan van [[Bergia]] bij vader binnenkwam, heeft hij dus opgevolgd. Die opzet is gelukt, want er heeft geen huiszoeking meer plaats gehad. Twee onderduikers, vaders oudere broer Henk uit Amsterdam, ondergedoken vanwege de spoorwegstaking en clandestiene voedseltransporten bij van Gend en Loos waar hij toen werkzaam was, en mijn neef Harrie Campman uit Velp, gezocht vanwege sabotage op militaire voertuigen (o.a. suiker in benzine), deden soms kaartspel met die Duitse officier. Deze trok dan zijn uniformjas uit en zei vervolgens: ''"Jetzt sind wir zivil! Also los!"'', en begon de kaarten te delen. | + | Zijn weloverwogen besluit om te zorgen dat wij [[Inkwartiering|inkwartiering]] kregen van een ''Oberstleutnant'', had tot doel om te voorkomen dat er weer eens huiszoeking zou worden gedaan. Een tip die van een Duitse ''Hauptmann'' via Oom Jan van [[Bergia]] bij vader binnenkwam, heeft hij dus opgevolgd. Die opzet is gelukt, want er heeft geen huiszoeking meer plaats gehad. Twee onderduikers, vaders oudere broer Henk uit Amsterdam, ondergedoken vanwege de spoorwegstaking en clandestiene voedseltransporten bij van Gend en Loos waar hij toen werkzaam was, en mijn neef Harrie Campman uit Velp, gezocht vanwege sabotage op militaire voertuigen (o.a. suiker in benzine), deden soms kaartspel met die Duitse officier. Deze trok dan zijn uniformjas uit en zei vervolgens: ''"Jetzt sind wir zivil! Also los!"'', en begon de kaarten te delen. |
Ook mijn vader is korte tijd gearresteerd geweest i.v.m. het herbergen van een onderduiker. Samen met Jan van Uhm uit [[Stokkum]] heeft hij een grote houtroof gepleegd, zodat het reeds door de ''Wehrmacht'' in beslag genomen hout niet afgevoerd kon worden naar [[Zevenaar]]. De arrestatie van de onderduiker en die houtroof vonden op één en dezelfde dag plaats, daags voor Allerheiligen [[1944]]. | Ook mijn vader is korte tijd gearresteerd geweest i.v.m. het herbergen van een onderduiker. Samen met Jan van Uhm uit [[Stokkum]] heeft hij een grote houtroof gepleegd, zodat het reeds door de ''Wehrmacht'' in beslag genomen hout niet afgevoerd kon worden naar [[Zevenaar]]. De arrestatie van de onderduiker en die houtroof vonden op één en dezelfde dag plaats, daags voor Allerheiligen [[1944]]. |
Versie van 12 jun 2014 om 16:46
Theo Pas uit Zeddam werd geboren op 16 juli 1901 als zoon van Gerardus Pas (1846-1912) en Anna Arnoldina Brinkhoff (1857-1917). Hij was getrouwd met Alberdina Maria (Dina) Campman (1900-1980). Hij overleed op 11 maart 1986 en werd in Zeddam naast zijn vrouw begraven.
Tweede Wereldoorlog
In de Tweede Wereldoorlog was Theo als zodanig geen lid van hetverzet, maar verzette zich wel op zijn eigen wijze. Daarbij was hij zich ervan bewust dat hij zijn gezin niet in problemen moest brengen. Het boek Parochie Zeddam 1150-1975 maakt op bladzijde 70 kort melding van Theo's verzet. Zijn oudste zoon Gerhard (geboren in 1936) deelde in 2010 enkele herinneringen mee aan de Heemkundekring. Hij begon met het verhaal van het weghalen van de kerkklokken uit de Sint Oswalduskerk door de Duitsers.
De klokken-affaire weet ik nog heel goed en was er ook bij. Wat ik mij daarvan nog kan herinneren is o.m. een knallende ruzie tussen mijn vader en pastoor Meijer. Ik had nog nooit meegemaakt dat iemand zó te keer kon gaan tegen een pastoor...! Ik kan mij de uitspraak van vader nog herinneren. Hij zei: "Die klokken zijn niet van u, mijnheer Pastoor, maar van óns, de parochianen. Ik smelt ze liever zelf, dan dat de Mof ermee vandoor gaat."
Het wegtakelen van de klokken werd enorm en met wel dagen vertraagd, want mijn vader organiseerde een klokkenconcert dat op glasplaten werd vastgelegd welke met houten naalden werden afgespeeld op de grammofoon, zo'n ouderwetse platenspeler met een toeter. De exemplaren die wij hadden zijn tijdens het bombardement (op 31 maart 1945) helaas versplinterd. Op de plaat was een blaffende hond te horen: Kitty Brinks.
Mijn vader was voor de duvel niet bang, sprak goed Duits en wist zich wel te redden. Hij had toen een gezin van acht kinderen en was daarom behoorlijk op zijn hoede, maar deed toch veel dingen die niet mochten, zoals clandestien slachten, ook voor anderen, oliepersen wat verboden was, onderduikers herbergen, radio's inblikken en op die manier zorgen dat ze niet door vocht zouden worden aangetast. Die toestellen werden in de tuin in broeibakken begraven. Na de oorlog bleek slechts één biesje door een minuscuul scherfje losgelaten te hebben. Dat was geluk, want er waren wel zes voltreffers in de grote moestuin terechtgekomen en de fabriek lag plat en uitgebrand.
Ook ritselde hij bonkaartzegels voor onderduikers en anderen. Die kreeg hij van zijn zwager Jo Campman (Pater Kruisheer), die vanwege zijn illegaal werk is afgevoerd naar Bergen-Belsen en daar is omgekomen. Stel je voor: Heeroom Jo was qua gezondheid een zeer zwakke man en werd, ondanks zijn stoma (!) in een kamp (eerst Vught) opgesloten waarvan het bekend was dat de hygiënische omstandigheden abominabel waren.
Zijn weloverwogen besluit om te zorgen dat wij inkwartiering kregen van een Oberstleutnant, had tot doel om te voorkomen dat er weer eens huiszoeking zou worden gedaan. Een tip die van een Duitse Hauptmann via Oom Jan van Bergia bij vader binnenkwam, heeft hij dus opgevolgd. Die opzet is gelukt, want er heeft geen huiszoeking meer plaats gehad. Twee onderduikers, vaders oudere broer Henk uit Amsterdam, ondergedoken vanwege de spoorwegstaking en clandestiene voedseltransporten bij van Gend en Loos waar hij toen werkzaam was, en mijn neef Harrie Campman uit Velp, gezocht vanwege sabotage op militaire voertuigen (o.a. suiker in benzine), deden soms kaartspel met die Duitse officier. Deze trok dan zijn uniformjas uit en zei vervolgens: "Jetzt sind wir zivil! Also los!", en begon de kaarten te delen.
Ook mijn vader is korte tijd gearresteerd geweest i.v.m. het herbergen van een onderduiker. Samen met Jan van Uhm uit Stokkum heeft hij een grote houtroof gepleegd, zodat het reeds door de Wehrmacht in beslag genomen hout niet afgevoerd kon worden naar Zevenaar. De arrestatie van de onderduiker en die houtroof vonden op één en dezelfde dag plaats, daags voor Allerheiligen 1944.
Bronnen
- Gerhard Pas
- Parochie Zeddam 1150-1975, blz. 70