Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Hage, Pieter Izak: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Pieter Izak Hage''' was van 1931 tot 1934 predikant in 's-Heerenberg. Hij was de opvolger van dominee Sasse. == G…') |
k (Hage, Pier Izak hernoemd naar Hage, Pieter Izak: correctie voornaam) |
(geen verschil)
|
Versie van 17 jan 2017 om 17:29
Pieter Izak Hage was van 1931 tot 1934 predikant in 's-Heerenberg. Hij was de opvolger van dominee Sasse.
Inhoud
Gezin en studie
Hage werd op 26 april 1872 geboren in Sint-Maartensdijk, Zeeland, als zoon van Jan Hage en Jacoba Hage.
Hij heeft een groot deel van zijn opleiding tot predikant gevolgd aan het protestantse internaat Ruimzicht in Doetinchem. Op 6 september 1888 werd hij, komende van Sint-Maartensdijk, ingeschreven in het bevolkingsregister van Doetinchem. In 1892 werd hij ingeloot voor de militaire dienst, maar die heeft hij, zoals dat toen nog kon, laten vervullen door een remplaçant (plaatsvervanger). Zo hoefde hij zijn studie niet te onderbreken. Op 6 november 1896 werd hij uitgeschreven naar Amsterdam, vanwaar hij in maart 1898 terugkeerde naar Ruimzicht. In november van dat jaar vertrok hij voor verdere studie naar Utrecht.
Op 16 maart 1903 trouwde hij in zijn geboorteplaats met Henriëtte Ramaker, geboren op 15 april 1878 in Nieuwerkerk, Zeeland, als dochter van Willem Joost Ramaker en Rachel Hage.
De naam Hage komt in Zeeland veel voor, maar een directe verwantschap tussen deze dominee Hage en de Zeddamse dominee Hage, is nog niet gevonden. Wel was Hage's vrouw Henriëtte Ramaker aan haar moederskant een volle nicht van de Zeddamse dominee.
Hage had vier kinderen, waaronder een tweeling:
- Jan Marinus Wilhelmus, geboren op 13 oktober 1904 in Vrouwenpolder
- Jacoba, geboren op 5 juni 1906 in Drongelen
- Rachel, geboren op 5 juni 1906 in Drongelen
- Wilhelmina Josina, geboren op 31 augustus 1919 in Batavia, Nederlands-Indië
Predikant in Nederland
Op 14 juli 1902 ging Hage van Utrecht terug naar Sint-Maartensdijk, waar hij later dat jaar een beroeping in Vrouwenpolder op Walcheren aannam. Zoals hierboven al vermeld, trouwde hij in 1903. In oktober 1905 verhuisde hij naar zijn nieuwe standplaats Doeveren bij Drongelen (Noord-Brabant).
In Doeveren werd Hage bij koninklijk besluit no. 46 van 4 juni 1909 benoemd tot predikant van de Protestantse Gemeente in Nederlands-Indië. Hij liet er geen gras over groeien en ging op 24 juli in Amsterdam met zijn gezin aan boord van het passagiersschip Rembrandt voor de reis naar Batavia. De aankomst daar was op 30 augustus.
Predikant in Nederlands-Indië
Van 1909 tot 1915
Hage's eerste standplaats in Indië was Tandjong Pinang, de hoofdplaats van de Riau-eilanden ten oosten van Sumatra (destijds Riouw en Onderhoorigheden). In 1911 werd hij overgeplaatst naar Madioen op Oost-Java.
Per 3 september 1915 werden hem wegens zes dienstjaren acht maanden verlof naar Europa verleend. Hierop reisde hij met zijn gezin van Madioen naar Batavia, vanwaar zij op 16 september met het passagiersschip Koningin der Nederlanden naar Nederland vertrokken. De aankomst in Amsterdam was op 23 oktober.
Van 1916 tot 1925
De terugreis naar Nederlands-Indië begon op 21 juli 1916 aan boord van het passagiersschip Oranje. Hoewel de Eerste Wereldoorlog woedde, was de heenreis in september 1915 nog via het Suezkanaal en het Nauw van Calais verlopen, maar intussen waren Duitse onderzeeboten op deze route een te groot gevaar geworden. Daarom voer de Oranje nu noordwaarts om de Britse Eilanden heen en zette daarna via Kaap de Goede Hoop koers naar Batavia. Onderweg deed de Oranje meerdere havens aan, onder andere op de Orkney-eilanden, op de Canarische Eilanden, in Kaapstad en in Durban. In de Oost werd nog gestopt in Sabang, Medan en Singapore. De aankomst in Batavia was op 15 september.
De terugreis had acht weken geduurd, bijna drie weken langer dan de heenreis. Het zou echter nog omslachtiger worden – niet voor Hage, maar voor reizigers die in 1917 naar Indië moesten. Duitsland had aangekondigd per 1 februari van dat jaar een onbeperkte duikbotenoorlog te beginnen, zodat de zeeweg naar Indië naar het Panamakanaal en de Stille Oceaan moest worden verlegd. En Berghenaar die deze route heeft gevaren was Carel Hoogland.
Per 1 oktober 1916 werd Hage belast met, zoals het genoemd werd, herderlijke werkzaamheden in de evangelische gemeente Batavia. Daarna volgde in juni 1919 een benoeming in Padang op de westkust van Sumatra. Daar kwam hij pas op 2 oktober aan met het stoomschip Rochussen; mogelijk hield de vertraging verband met de geboorte van zijn jongste dochter. In Padang werd hij tevens benoemd tot lid van de commissie van bijstand bij de gevangenis te Padang.
Al in september 1920 werd Hage overgeplaatst naar Salatiga, Midden-Java en vervolgens in oktober 1922 naar Cheribon, West-Java (tegenwoordig Cirebon). Hier werd hem per 9 februari 1925, na weer acht dienstjaren, tien maanden Europees verlof toegekend. Twee dagen later ging hij in Batavia aan boord van het passagiersschip Grotius voor de zeereis naar Amsterdam, waar hij op 13 maart aankwam. Het is onduidelijk of zijn vrouw en kinderen toen met hem zijn meegereisd. De bronnen laten de mogelijkheid open dat zij later naar Nederland zijn gekomen.
Terug in Nederland
Hage begon zijn tweede Europese verlof in zijn geboortedorp Sint-Maartensdijk. Hij was inmiddels 53, en misschien heeft hij (mede) daarom besloten niet meer terug te gaan naar Indië. In elk geval werd hij op 1 november 1925 predikant in Helvoirt. Zijn hele gezin kwam nog met hem mee; alleen zijn zoon kwam wat later, omdat die eerst op Terschelling zijn dienstplicht moest vervullen.
In 18 november 1928 verruilde Hage zijn standplaats voor Cuyck. Zijn zoon en zijn dochter Jacoba waren toen al het huis uit, maar zijn andere twee dochters verhuisden mee naar Cuyk. Zij kwamen ook mee naar 's-Heerenberg toen hij daar in mei 1931 predikant werd. Over zijn werkzaamheden in 's-Heerenberg zijn geen bijzonderheden voorhanden. Kort voor hij op 1 oktober 1934 met emeritaat ging, is hij met zijn vrouw en jongste dochter naar Baarn verhuisd. Hage's opvolger was dominee Stapert.
Hoewel hij met emeritaat was, keerde Hage in juli 1936 terug naar Doeveren, waar hij van 1905 tot 1909 al predikant was geweest. Daar werd hem per 2 oktober 1938 opnieuw emeritaat verleend.
De laatste jaren van zijn leven woonde hij in Maartensdijk, Utrecht. Op 5 september 1955 overleed hij in Hollandse Rading, 83 jaar oud. Zijn vrouw overleed op 7 augustus 1957 in Hilversum, 79 jaar oud.
Bronnen
- Bevolkingsregister Bergh en Doetinchem
- Brabants Historisch Informatie Centrum
- Zeeuwen gezocht (W.M.C. Regt, Naamlijst der Predikanten van Zeeland, 1565-1938)
- WieWasWie
- Berichten over benoemingen en scheepstijdingen in diverse Nederlandse en Nederlands-Indische kranten op Delpher