Rellen in Beek 1969

Juni 1969: Rellen in Beek i.v.m. afbraak zomerhuisje

In Beek hebben zich van 24 t/m 27 juni 1969 taferelen afgespeeld, die deden denken aan de rellen in Amsterdam naar aanleiding van de bezetting van het Maagdenhuis een maand eerder.

Aanleiding tot de rellen waren de schuurtjes, kippenhokken en dergelijke ruimtes die overal in de gemeente Bergh werden omgebouwd tot vakantie- of zomerhuisjes, om zo wat meer inkomen te vergaren. Dit gebeurde echter veelal illegaal en met name in Beek in grote aantallen. Dit werd burgemeester Van Breemen te gortig en hij besloot tot rigoureus grijpen.

De rellen braken uit toen op 24 juni een dozijn gemeentewerklieden onder bescherming van twee dozijn politiemannen aan de Arnhemseweg een tot zomerhuisje verbouwd kippenhok tot de laatste steen toe afbraken.

De woede van de inwoners van Beek over deze afbraak ontlaadde zich in een soort volksoproer, dat die middag rond half zes begon en tot na één uur die nacht voortduurde. Jongelui blokkeerden de Arnhemseweg, een belangrijke provinciale weg (N335), de drukste van Oost-Gelderland, met het puin dat na de sloop was achtergebleven. Ook autobanden, hout en stro werden midden op de weg aangestoken, waardoor een aantal vrachtwagens wel een halve dag vertraging hadden. Dit alles vond plaats ter hoogte van de boerderij van de familie Hermsen (van de Bult), eigenaar van het afgebroken "zomerhuisje".

De rel werd na twaalven pas uitgevochten toen 25 rijkspolitiemannen arriveerden om de blokkade op de Arnhemseweg te verwijderen en de vele honderden oproerkraaiers en nieuwsgierigen te verspreiden. Er hing een spandoek met de tekst: "Amsterdam heeft zijn Maagdenhuis, Beek had zijn vakantiehuisje".

Niet alleen jongelui uit Beek, maar uit de hele omgeving waren inmiddels aanwezig. De oorspronkelijke aanleiding tot de rellen was toen allang naar de achtergrond gedrukt. De politiemacht stelde zich aanvankelijk terughoudend op, doch toen ook het nabijgelegen kruispunt het doelwit werd en de vernieling van de oude school dreigde, werd besloten om in te grijpen. Er werd met flessen en stenen naar de politie gegooid, die veelvuldig gebruik moest maken van de wapenstok. Verkeersborden en een verlichte wegwijzer werden vernield. Die nacht tegen 2 uur werd het laatste opruimingswerk verricht.

Opmerkelijk detail: Voor de getroffen landbouwer werd in de loop van die dag een inzameling gehouden, die tien literbussen met geld opleverde.

Bron

• Old Ni-js nr. 61, blz. 28-36