Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Biderwant, Cornelius
Cornelius Biderwant (ook Cornelis Biederwand) was een franciscaner minderbroeder van het observantenklooster in Elten. Hij was pastoor in Beek van 1685 tot zijn dood in augustus 1702.
De Sint Martinuskerk was als gevolg van de Reformatie niet in gebruik, omdat katholieken in die tijd alleen mochten samenkomen in gebouwen die aan de buitenkant niet als kerk herkenbaar waren. Daarom hadden de inwoners van Beek een schuurkerk gebouwd op de hoek van de huidige Kerkhuisstraat en Pinksterbloemstraat. Hier hield pater Biderwant op 11 februari 1685 hield hij zijn eerste preek.
Uit de nauwkeurige administratie die pater Grutter in de jaren 1717–1740 van alle schenkingen heeft bijgehouden, kan enigszins een beeld worden gevormd van het interieur van de schuurkerk.
Biderwant wordt ook genoemd als pastoor in 's-Heerenberg, maar het is niet duidelijk in hoeverre dit klopt. Wellicht heeft hij er alleen af en toe een mis gelezen.
Op 21 februari 1700 zegende Biderwant in Beek het huwelijk in van Thijs Driever en Henderske Hendriksen. Henderske was in 1696 of daaromtrent bevallen van een buitenechtelijke zoon van Thijs, maar Thijs was niet van plan zijn kind te erkennen. Daar was Henderske het niet mee eens en zij sleepte Thijs voor het hoogste gerecht dat er was; het Hof van Gelderland. In de archieven van dit Hof zijn nadere details over dit verhaal te vinden. Het vonnis luidde: alimentatie betalen of trouwen. Thijs had een paar jaar nodig om een keuze te maken, maar in februari 1700 trouwde hij met Henderske. Daags na Kerstmis 1700 werd uit dit huwelijk (weer) een zoon geboren, maar Henderske overleed op 5 mei 1701.
Pastoor Biderwants werd op 10 augustus 1702 in Beek begraven. Hij was overleden aan de roode loop ofwel dysenterie, die in Beek en elders in Gelderland, Overijssel en Limburg die maand een epidemie veroorzaakte. Pastoor Biderwant was de eerste die in Beek overleed en tot Kerstmis zouden in totaal 46 Bekenaren het slachtoffer worden. De laatste was de koster.
Tot Biderwants opvolger werd een wereldheer benoemd, een geestelijke die geen lid was van een kloosterorde. Zijn naam is niet bekend, maar vanwege de roode loop is hij niet komen opdagen. Bij gevolg moest er weer een beroep worden gedaan op het klooster in Elten, dat pater Van Sommer naar Beek zond.
