Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Both, Joannes de
Jan de Both werd op 2 december 1758 gedoopt in 's-Heerenberg als buitenechtelijke zoon (filius illegitimus) van Antonius Nicolaus Joannes de Both en Wilhelmina Loefs. Zijn ouders trouwden pas in 1770, waarna het voorvoegsel il- in het kerkelijk doopboek werd doorgestreept.
Hij was een volle neef van de gebroeders Abraham en Frans de Both.
Hij trouwde op 24 oktober 1797 met Johanna Maria Vink uit 's-Heerenberg. Het paar kreeg tussen 1799 en 1819 tien kinderen. Hieronder was Antonius Johannes Joseph, die in 1806 werd geboren.
De Both bekleedde meerdere openbare functies. Zo was hij land- en markeschrijver (secretaris van de landdrost) van het Graafschap Bergh, maar dit ambt verdween toen in 1795 de Bataafse Republiek werd uitgeroepen als opvolger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In het nieuwe tijdperk lukte het hem benoemd te worden tot gemeentesecretaris van 's-Heerenberg, tot lid van de Gelderse Landdag (de voorganger van de huidige Provinciale Staten) en tot lid van meerdere departementale commissies.
Jan de Both was geen gemakkelijk mens, of zoals neef Abraham het noemde, een kribbig persoon, stokebrand en blaasbalg. Uit oude processtukken is bekend dat hij een aantal malen in de clinch heeft gelegen met zijn neven Abraham en Frans. In 1800 verloor hij een proces dat Abraham en een collega tegen hem hadden aangespannen vanwege geld dat Jan zich onrechtmatig had toegeëigend. Zij hadden drie jaar eerder in Nijmegen aan Landdag-vergaderingen deelgenomen, maar de vergoeding die hun hiervoor toekwam, had Jan op eigen houtje in Zutphen opgehaald en vervolgens zelf gehouden. Jan werd veroordeeld tot teruggave van de vergoeding van tachtig gulden en tot betaling van de proceskosten van bijna 130 gulden.
Een ander akkefietje was het proces dat oud-pastoor Otters in 1807 als huisbaas aanspande tegen neef Abraham vanwege huurachterstand en onenigheid over het onderhoud van het huurhuis aan de Markt. Van zijn broer Frans kreeg Abraham toen de informatie toegespeeld dat oud-pastoor Otters neef Jan de Both tot zijn erfgenaam had gemaakt. Het vermoeden was toen al gauw dat niet Otters, maar Jan de Both het proces had aangespannen, omdat hij vreesde voor zijn erfenis.
In 1806 speelde een proces dat advocaat-fiscaal mr. B.J.J van Lintelo tegen Jan de Both had aangespannen vanwege diens driftbuien. Bij verschillende gelegenheden had Jan vreselijk gescholden en was zelfs handtastelijk geworden. Zo had hij de oude advocaat Van Leenhof meermalen belaagd, hem beetgepakt en verdomde en blixemse hond genoemd, en zelfs een baksteen naar hem gegooid. De uitslag van het proces is onbekend, maar het proces heeft zijn reputatie zeker geen goed gedaan.
Hij overleed op 15 december 1822 in 's-Heerenberg, 64 jaar oud.
Bronnen
- Genlias
- Het uur van de waarheid, blz. 93, 97-98, 182-183, 187-193, 195-196, 228, 242