Operatie 'Black Tulip'

Op 11 september 1946 werd door de Nederlandse regering, in de persoon van de minister van justitie Hans Kolfschoten, de Operatie Black Tulip gestart. Deze had ten doel ongeveer 25.000 Duitsers, waarvan de meesten hier al lang voor de Tweede Wereldoorlog woonden en een gezin hadden, het land uit te zetten.

De meesten werkten in het oosten en zuiden van Nederland in fabrieken en mijnen. Ook in de gemeente Bergh woonden Duitse families, zoals de familie Stein, die 's morgens in alle vroegte werden opgepakt en afgevoerd naar kamp Mariënbosch bij Nijmegen. Tegen het oppakken van de familie werd door de 's-Heerenbergse bevolking heftig geprotesteerd, wat zelfs een artikel op de voorpagina van de Gelderlander opleverde. Na een week kon de familie weer naar huis terugkeren.

Niet alleen plaatselijk waren er veel protesten tegen het willekeurig oppakken van Duitsers in Nederland, ook landelijk was er kritiek op het beleid van de regering. Door tijdig ingrijpen van freule Christine Wttewaall van Stoetwegen, toentertijd Tweede Kamerlid voor de CHU, en kardinaal De Jong werd de operatie al snel afgeremd en uiteindelijk stopgezet. In totaal zijn er 3691 Duitsers (15% van alle Duitsers in Nederland) gedeporteerd en het meeste van hun bezittingen werd geconfisqueerd.

Bron

• Wikipedia