Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Nispen, Christianus Franciscus van

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 2 sep 2017 om 14:19 (In dienst van de Dolle Graaf)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Geboorte en huwelijk

Christiaan Frans van Nispen werd geboren te Gendringen (mogelijk op de Wesenthorst onder Varsselder) en op 7 oktober 1724 gedoopt te Ulft als zoon van Johan Adriaan van Nispen en Aurelia Wilhelmina ten Haeghen.

Hij trouwde op 28 oktober 1753 met Aleydis Maria van de Sande, geboren in 1725 als dochter van Arnold van de Sande en Ida Heynen. Dit huwelijk, gesloten tussen Nederlandse onderdanen, vond plaats in de r.-k. kerk te Oud-Zevenaar, dus op Pruisisch grondgebied. Om mogelijke problemen bij de erfenis van hun Nederlandse bezittingen te voorkomen, werd hun huwelijk negen jaar later, op 19 mei 1762, bevestigd op het grondgebied van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Dit gebeurde voor het gericht in Pannerden.

In dienst van de Dolle Graaf

Het dienstverband van de Van Nispens als administrateurs en rentmeesters van de graven van Bergh, dat bijna 120 jaar zou duren, begon op 13 januari 1753, toen Graaf Johan Baptist van Hohenzollern-Bergh (alias de Dolle Graaf) Christiaan Frans van Nispen een voorlopige aanstelling gaf als stadhouder en schepen van Pannerden. Op 11 mei 1754 werd hij in zijn functies beëdigd door het Hof van Gelderland (het provinciebestuur).

De beëdiging van Christiaan Frans heeft meer dan een jaar op zich laten wachten omdat publieke functies in Gelderland al sinds 1663 aan gereformeerden waren voorbehouden. Wie van deze wet wilde afwijken, moest daar een goede reden voor hebben. De reden van de Dolle Graaf was dat er geen geschikte gereformeerde voor Pannerden te vinden was. Dit is begrijpelijk als we in ogenschouw nemen dat het stadhouderschap van Pannerden maar weinig voorstelde, zodat veel potentiële kandidaten, gereformeerd of katholiek, voor de eer bedankt zullen hebben. De graaf moest vertraging van de beëdiging dus maar voor lief nemen en blij zijn dat er iemand was die het wilde doen.

Maar Christiaan Frans kan de beëdiging ook zelf voor zich uit hebben zitten schuiven. Hij was namelijk meer geïnteresseerd in het vacante rentmeesterschap van de Berghse bezittingen in de Bylandt (Pannerden en Millingen) en de Over-Betuwe. Toen hij zeker wist dat hij die functies (per 15 juni 1754) kreeg, stemde hij toe in het stadhouderschap van Pannerden (dat doorgaans toch al aan de rentmeester van de Bylandt werd opgedragen).

Zijn ontijdige dood

Christiaan Frans heeft volslagen onverwacht de dood gevonden. Op 3 mei 1765 was hij te paard onderweg door de Pannerdense Waard, toen hij op een hooiberg een boerenknecht "in een ongeoorloofd samenzijn met een dienstmeisje" aantrof. Hierop is hij afgestegen, wellicht om de situatie nader in ogenschouw te nemen, of om het onaangenaam verraste paartje de les te lezen. Hoe het ook zij, toen hij weer wilde opstijgen, stak de woedende knecht Christiaan Frans met een mes in zijn zij.

De verwonding was fataal en Christiaan Frans stierf nog dezelfde dag. Vijf dagen later, op 8 mei 1765 werd hij begraven in Elten. De moordenaar is zijn straf ontlopen door naar Pruisisch grondgebied te vluchten.

De familie Van Nispen bewaart nog steeds Christiaan Frans' horloge, dat hij in een etui op zak had. In het papier dat om het horloge was gewikkeld om rammelen te voorkomen, zit een grote bloedvlek.

Aleydis Maria van de Sande was zeer aangeslagen door de gewelddadige dood van haar man. Slechts de opvoeding van haar jongste kind heeft haar voor een zenuwinstorting behoed. Zij overleefde haar man bijna dertig jaar en overleed op 14 februari 1794 in Rheinberg (ten noorden van Duisburg).

Zijn kinderen

Op 29 juli 1754 werd in Hulhuizen, een Pruisische enclave aan de Waal in de Over-Betuwe, Christiaan Frans' eerstgeborene gedoopt. Hierbij trad de Dolle Graaf op als peetoom, zodat de eerstgeborene de namen Jan Baptist kreeg. Christiaan Frans had toen al de verzekering van een vaste aanstelling als rentmeester, en kort daarop, op 11 januari 1755, kreeg hij van de graaf een akte van survivance op het rentmeesterschap in Bergh en Didam. Dit betekende dat Jan Baptist van Nispen op den duur rentmeester van Bergh en Didam zou worden. Mocht hij overlijden voor hij meerderjarig was, dan zou een jongere broer (gesteld dat die er zou zijn) het rentmeesterschap krijgen.

  1. Jan Baptist
  2. Aurelia (*1756, overleden voor 1762)
  3. Jacob Jan (1758-1794, advocaat te Breda, Den Haag en Luik, vader van Lodewijk)
  4. Arnold Jan (1761-1791, kocht in 1785 Huis Sevenaer; stierf aan de pokken)
  5. Carel

Bron