Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Oda van den Bergh
Oda van den Bergh was de jongste dochter van Willem II van den Bergh en Luitgard van Bentheim. Haar voornaam komt ook voor als Otta, Otte en Otto.
Zij wordt met haar broers en zussen genoemd in een beschrijving van haar vaders gezin in een aldt boecksken uit de tweede helft van de 15e eeuw. Een afschrift hiervan wordt bewaard in het archief van Huis Bergh. Met haar zussen wordt zij als volgt vermeld:
- … filie fuerunt Sophia, Mechtildis et Otto. Sophia et Otto sunt virgines deo dicate in diocesi traiectensi in oppido Wyck te Duersteden, in monasterio ordinis Predicatorum. Media nupsit, viro scilicet nobili comiti de Teykelenborch etc., de quo genuit proles etc.
- (… de dochters waren Sophia, Mechtildis en Oda. Sophia en Oda zijn aan God gewijde maagden in het bisdom Utrecht in de stad Wijk bij Duurstede, in het Dominicanessenklooster. De middelste is getrouwd met de edele graaf van Teckelenburg enz., van wie een kind geboren is, enz.)
Oda was vanaf 1475 non ("aan God gewijde maagd") in het Dominicanessenklooster Sint Maria Magdalena in Wijk bij Duurstede. Vanaf 1487 tot 1495 was zij priorin (zoals de moederoverste bij de Dominicanessen wordt genoemd). Haar zus Sophia is in hetzelfde jaar ingetreden. Dit klooster, in 1399 gesticht, was het eerste Dominicanessenklooster in de Noordelijke Nederlanden.
Haar broer Oswald, heer van Bergh, betaalde jaarlijks een deel van de inkomsten uit de goederen in de heerlijkheid Bylandt aan het klooster. In plaats van het gebruikelijke geldbedrag liet hij in 1484 een lading tarwe (68 molder en 1 schepel weit) naar Arnhem vervoeren. De rentmeester van het klooster verkocht de tarwe namens de priorin aan de tolgaarder in Rhenen.
Oda's overlijdensdatum is niet bekend, maar zij stierf kort voor 22 februari 1502.
Bronnen
- Het archief van het Huis Bergh (boek), blz. 34
- R.W.Tadama in Verslag over het oud grafelijk-Berghse archief te 's-Heerenberg, uitgeverij I.A. Nijhoff, Arnhem (1846), blz. 8
- inventarisnummer 1871, met een transcriptie door mr. A.P. van Schilfgaarde in: Oude aanteekeningen omtrent de heeren en graven van den Bergh, Maandblad van het Genealogisch-Heraldisch Genootschap De Nederlandsche Leeuw, 45ste jaargang (1927), nr. 4, blz. 100
- Het Utrechts Archief, archieftoegang 1006-5, inventarisnummer 85 en bijlage priorinnen
- Dominicanessen op Wikipedia