Smit, Franciscus Antonius

Franciscus Antonius Smit, roepnaam Frans, was kapelaan in Zeddam. Hij werd op 5 november 1898 geboren in Deventer als zoon van Antonius Gerhardus Smit en Dorothea Maria Wennekendonk.

Op 24 oktober 1911 begon hij zijn priesteropleiding aan het kleinseminarie in Culemborg en vervolgde zijn studie op 4 september 1918 aan het grootseminarie Rijssenburg in Driebergen. Op 15 augustus 1922 werd hij in Bussum tot priester gewijd door zijn oudere broer Johannes Olav, die kort daarvoor tot apostolisch vicaris in Noorwegen was benoemd.

Na zijn wijding werd Smit benoemd tot assistent in Wolvega, waarna hij kapelaan was in Apeldoorn (1925–1926) en Tubbergen (1926–1929)).

In september 1929 werd hij benoemd tot kapelaan van de parochie Zeddam onder pastoor Meijer. Hij was de opvolger van kapelaan Bolsman. Zes jaar later, bij zijn vertrek naar Zutphen in oktober 1935, werd hij opgevolgd door kapelaan Smulders.

Zutphen was zijn laatste standplaats als kapelaan. In maart 1940 werd hij benoemd tot pastoor in het Betuwse Rumpt en vervolgens in september 1953 tot pastoor in Brummen. Vanaf september 1962 was hij pastoor in Beltrum, waar de aartsbisschop van Utrecht, kardinaal Alfrink, hem met ingang van 25 september 1964 eervol ontslag verleende.

Samen met Antoon Helmes schreef hij het boek Parochie Zeddam 1150-1975.

In 1976 publiceerde hij zijn autobiografie onder de titel "Herinneringen van F. A. Smit, pr. Kapelaan, pastoor, emeritus pastoor". Het verscheen in de MemoReeks van het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen.

Frans Smit overleed in 1986.

Uit Het Centrum van 10 september 1929

Uit De Graafschapbode van 4 oktober 1935

Uit De Tijd van 5 maart 1940

Uit Tubantia van 13 september 1962

Bronnen

• Bevolkingsregister Bergh
• Getoonde krantenberichten en vermeldingen van benoemingen en ontslag op Delpher
• Parochie Zeddam 1150-1975, blz. 59
• Huygens Instituut, Repertorium van gedrukte egodocumenten van Noord-Nederlanders uit de negentiende eeuw
• Zijn broer Johannes Olav op Wikipedia