Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Rosendahl, Johannes Albertus (1918-1944)
Johannes Albertus Rosendahl werd op 10 april 1918 geboren in 's-Heerenberg als zoon van Maria Wilhelmina Hendrika Rosendahl. Hij was een neef (oomzegger) van zijn naamgenoot Johannes Albertus Rosendahl. Op 28 juli 1918 werd hij met zijn moeder uitgeschreven uit de gemeente Bergh wegens vertrek naar Duisburg.
Zijn beroep was stratenmaker. In de Tweede Wereldoorlog zat hij ondergedoken in Breda, waar hij zich aansloot bij het verzet. Na de bevrijding werd hij lid van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS).
Hij overleed op 29 oktober als lid van de NBS. Over de toedracht doen twee verhalen de ronde. Volgens het ene verhaal was hij op 28 oktober in Rijsbergen, vlak ten zuiden van Breda, dat die dag door een regiment van de Amerikaanse 104th Timberwolves Division werd bevrijd. Helaas kwamen bij de bevrijding twee dorpsbewoners om het leven, en werd ook Rosendahl dodelijk gewond. Hij overleed op 29 oktober.
Volgens het andere verhaal was hij op 29 oktober in Breda, de dag dat deze stad werd bevrijd door de Poolse 1e Pantserdivisie onder commando van generaal Stanisław Maczek. Die middag hielp Rosendahl Amerikaanse soldaten die op de Rijsbergseweg even ten zuiden van Breda versperringen opruimden. Daarbij werd hij door een achtergebleven Duitse soldaat doodgeschoten óf sneuvelde toen de laatste granaat die op Rijsbergen viel, ontploft.
Rosendahl werd met militaire eer begraven op de r.-k. begraafplaats Sint Martinus in de Bredase wijk Princenhage. In 1959 liet het kerkbestuur waar de begraafplaats onder viel, in antwoord op een vraag van de Oorlogsgravenstichting weten dat de familie het graf niet onderhield. Daarom was het graf "platgelegd". Aansluitend vroeg het kerkbestuur of de Oorlogsgravenstichting een grafsteen kon plaatsen. Hierop antwoordde de stichting afwijzend, omdat volgens haar Rosendahl niet voldeed aan haar criteria voor oorlogsslachtoffer. Inmiddels is Rosendahl wel als oorlogsslachtoffer erkend. Toen de Oorlogsgravenstichting het graf in december 1982 wilde inspecteren, was het onvindbaar. Sinds juni 1983 beschouwd de Oorlogsgravenstichting het graf als geruimd.
Hij staat vermeld in de Erelijst van gevallenen 1940-1945. Hij wordt herdacht in het Provinciaal Gedenkteken De Brabantse Soldaat in Waalre, dat op 28 oktober 1945 is onthuld in de Sint Willibrorduskerk in de plaats. Het monument eert de nagedachtenis aan alle Brabantse militairen en verzetsmensen die zijn omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog, in het voormalige Nederlands-Indië, Korea, Nieuw-Guinea, het voormalige Joegoslavië en tijdens VN-vredesmissies.
Zijn overlijden is op 3 november 1944 aangegeven in de gemeente Rijsbergen en op 16 juli 1945 geregistreerd in zijn woonplaats, de toenmalige Zuid-Hollandse gemeente Hardinxveld, na ontvangst aldaar van een uittreksel uit het overlijdensregister van Rijsbergen.