Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Spilker von Jeckel, Johan Julius Gottlieb

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Johan Julius Gottlieb Spilker von Jeckel werd geboren in West-Indië op 3 augustus 1790, waarschijnlijk in Paramaribo. Hij was getrouwd met Anna Jacoba Helena Fransina von Jeckel des Borgnes. Het paar had ten minste één dochter, Sophia Maria Cornelia, die werd geboren op 2 december 1821.

Spilker von Jeckel is zich pas na zijn komst naar Nederland in 1838 zo gaan noemen. In de Surinaamse archieven komt hij althans alleen voor als Spilker. In de Surinaamse Almanak van 1821 staat hij vermeld als administrateur van de plantages Killenstein (koffie), Eendragt (suiker), Sardam (suiker), Blitsdorf (katoen) en Jeckelsburg (katoen). De eigenaar van de twee katoenplantages was ene C.W. von Jeckel des Borgnes, waarschijnlijk zijn schoonvader of een zwager.

In Suriname werd in 1863 de slavernij afgeschaft, maar al vanaf 1832 was het mogelijk een slaaf vrij te laten, ofwel te manumitteren. Dit laatste was de officiële term voor het uit de hand van de meester wegzenden. De officiële handeling zelf werd manumissie genoemd.

Om te voorkomen dat een slaaf meteen na zijn vrijlating een beroep op de armenzorg ging doen, moest er bij een manumissie een borgsom betaald worden, of een aantal personen (maar niet de eigenaar) moesten zich borgstellen voor de vrij te laten slaaf. Dat laatste heeft Spilker drie keer gedaan; twee keer in 1834 en een keer in 1836. Op 20 juni 1838 heeft Spilker zelf een slaaf vrijgelaten. Dat was ene Heyntje, die bij zijn vrijlating de naam Hendrik Weerdt kreeg. Een toelichting vermeldt dat het doel van de manumissie was dat Hendrik Weerdt als bediende met Spilker en zijn vrouw meeging naar Nederland. Daar werden Spilker en zijn vrouw datzelfde jaar nog ingeschreven in het bevolkingsregister van Bergh, maar Hendrik Weerdt niet. Hij is misschien overleden of was niet meer bij Spilker in dienst. In 1839 werd de uitlandige Spilker als borg voor de in 1834 en 1836 vrijgelaten slaven, vervangen door anderen.

In Nederland hebben Spilker en zijn vrouw ingewoond bij de weduwe De Galliéris in 's-Heerenberg. Daar was hun dochter Sophia al enkele jaren in huis. Op 27 juli 1839 zijn zij gedrieën naar Pruissen vertrokken. Het jaar daarop is Spilker met alleen zijn dochter vanuit Keulen teruggekomen naar 's-Heerenberg. Waarschijnlijk niet lang daarna is hij met zijn vrouw naar Suriname teruggegaan. Sophia is nog enige tijd in 's-Heerenberg gebleven. Op 25 januari 1848 trouwde zij in Amsterdam met luitenant J. Brunings.

Uit lijsten die bij de afschaffing van de slavernij in 1863 zijn gemaakt, blijkt dat Spilkers echtgenote en dochter in dat jaar in Paramaribo woonden en beide weduwe waren. Dochter Sophia was blijkbaar een tweede keer getrouwd geweest, want als haar overleden echtgenoot wordt Carel Ernest Hoemann vermeld.

Bronnen