Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Borstelfabriek Stokkum

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
De Gildestraat in Stokkum met in het midden de schuur waarin het borstelfabriekje zat.

Aan de Gildestraat in Stokkum was van 1947 tot 1956 de Berghse Borstel en Kwastenfabriek gevestigd. Bij de oprichting in 1928 was de fabriek gevestigd aan het Kruisstuk 2 (B179) te 's-Heerenberg.

Rond 1950 adverteerde eigenaar Willem van Bree als volgt in het blaadje van de voetbalvereniging:

H.H. Winkeliers en Schilders, voor prima Borstelwerk naar W.B. van Bree, Stokkum 19.
(Niet voor particulier).

Willem van Bree woonde zelf in de Walsteeg 8 te 's-Heerenberg, waar hij tevens een consumptie-ijsbereidingsbedrijf had. Later woonde hij aan het Kattenburg 3.

De borstelmakerij was gevestigd in een boerenschuur die Willem van Bree huurde van zijn zwager Nol Bod. Het zou maar voor enkele jaren zijn, maar het werden er bijna tien. Het was een levendig bedrijfje met zo’n tien werknemers, waaronder twee vertegenwoordigers. Machines kende de Stokkumse borstelmakerij niet. Het was allemaal nog handwerk. Ook de klossen maakte men zelf. In de houten delen werden gaatjes geboord, waarin bosjes haar geplakt werden. Om de bosjes werden strak touwtjes gebonden en het gebonden uiteinde werd in de pek gedompeld.

Zo werden onder andere handstoffers, schrobbers, ragebollen en kokosbezems gemaakt, zowel huis- als straatbezems. Bij kwasten was er een iets andere werkwijze. Het haar werd op maat geknipt in een speciale ijzeren koker of mal gestopt met daarin fijn zilverzand en talkpoeder. Het haar werd er strak in gestampt, dan werd de bundel afgebonden met touw en werden de stelen er in geslagen.

Apart om te zien was de pektafel. Een rond geheel met in het midden een gat erin, waar de pekbak in kwam te hangen. Deze werd warm gehouden met een petroleumstel. Aan de tafel zaten meestal drie of vier ‘pekkers’. Onder hen meestal Willem Kniest (de vader van Thea en Wim). Hij was zeer handig en gedreven. Hij zat niet stil op de stoel, maar werkte in een bepaal vast ritme. Hij stopte de bosjes haar in een hoog tempo in de gaatjes, hoewel hij enkele vingers miste. In de beginjaren dat hij naar school ging, kwam Wimpie Kniest, de jongste van het gezin, eerst altijd bij vader langs om hem gedag te zeggen. Hij zei dan steevast: ‘Dag pawa, ik gao naor school.’ Hij zat dan nog een tijdje op een knie van vader aan de pektafel. Vader Kniest had al wel drie keer gezegd dat hij moest gaan, anders kwam hij te laat op school en had meester Kolner de deur op slot. Dan kwam het moment waarop hij zei: "Daaag pawa", en vader zei: "Dag Wimke. Daaag."

Het haar waarmee gewerkt werd, was afkomstig van paarden, koeien en varkens. Het werd gekookt en gewassen, gekamd en gedroogd. Dat laatste gebeurde bij Zweers in de bakkerij, boven op de oven. Voor het maken van de benodigde pek haalde Van Bree bij Düffels telkens het verbrande hout uit de bakkersoven op. Johan Düffels herinnert zich hoe Van Bree eens zo’n gebrek had aan houtas, dat hij de nog smeulende resten in de ‘ben’ deed. Onderweg vloog hem de rieten mand in brand.

Op 26 januari 1956 ging men verhuizen. Matje Jansen kwam met paard en veewagen alles opladen in een ijzige kou (die winterkou duurde tot half maart). Men ging toen verder met het borstels maken in 's-Heerenberg, in het pand van Ko Wassing met de ingang aan het Kruisstuk, toen Dassensträötje. Foto’s van het fabriekje zijn helaas niet meer te achterhalen.

De schuur van de familie Bod aan de Gildestraat heeft nog een aantal jaren gediend als vee- en opslagschuur. In 1968 is ze gesloopt en heeft Tonnie Bod er een nieuwe woning neergezet, waar later J.R. Verstegen woonde.