Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Heijer, Johannes Minnekus den
Johannes Minnekus den Heijer werd op 5 mei 1906 geboren in Den Haag als zoon van Johannes Minnekus den Heijer en Johanna Biever. Hij was getrouwd met Antonia Anna Kruis. Van beroep was hij timmerman.
Den Heijer werd opgepakt bij de grote razzia die op 21 november 1944 onder de codenaam Operatie Sneeuwvlok plaatsvond in Den Haag, Rijswijk en Voorburg. Daarbij werden ongeveer 13.000 mannen opgepakt en samengedreven op een aantal verzamelplaatsen. De volgende dag werden 7.000 van hen in verschillende binnenhavens in rijnaken geladen en via Rotterdam, Utrecht, Amsterdam en het IJsselmeer naar Kampen overgebracht.
De meeste van hen werden in Oost-Nederland te werk gesteld, maar Den Heijer behoorde tot de groep van 1250 man die per trein via Assen en Nieuweschans naar Duitsland werd afgevoerd. De bestemming bleef voor de gevangenen lange tijd onduidelijk, maar op 1 december kwam de trein aan bij Kamp Rees. Vandaar werd Den Heijer begin februari 1945, samen met andere zieke en verzwakte dwangarbeiders, overgebracht naar het noodziekenhuis in het Patersklooster te 's-Heerenberg. Daar overleed hij op 1 maart 1945 op 38-jarige leeftijd.
Zijn overlijden is, evenals dat van Jan Wijs, op 1 maart aangegeven in de gemeente Bergh door Geesje Docter. Zij was verpleegster in het Patersklooster en net als Den Heijer afkomstig uit Den Haag. Den Heijers overlijden is op 7 augustus 1945 ingeschreven in de gemeente Den Haag.
Den Heijer werd op 3 maart begraven op het protestantse kerkhof in 's-Heerenberg. Op zijn graf werd een plank met zijn naam geplaatst. Toen het kerkhof in 1954 vol raakte, stelde de kerkvoogdij aan de Oorlogsgravenstichting (OGS) voor de stoffelijke resten van Den Heijer en de andere daar begraven oorlogsslachtoffers over te brengen naar het Ereveld Loenen. De OGS ging hiermee akkoord, waarna de nabestaanden hun toestemming gaven en burgemeester De Leeuw de vereiste vergunning verleende voor het opgraven en vervoeren van de stoffelijke resten.
Zo werden Den Heijers stoffelijke resten in 1955 herbegraven op het Ereveld Loenen, vak C, nummer 22, naast F.J.P. Kurtz.
Ter nagedachtenis aan de dwangarbeiders uit de gemeente Den Haag werd daar op 1 november 1999 het monument 'Dwangarbeiders' onthuld. Het bevindt zich op het binnenplein van het Provinciehuis van Zuid-Holland, dat staat op de plek waar vroeger de Haagse dierentuin was. Die werd tijdens de razzia als een van de verzamelplaatsen gebruikt.
 |
Bronnen
- A-dossier van de Oorlogsgravenstichting in het Nationaal Archief
- L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldooorlog, deel 10b, 1e helft, blz. 125-126
- Gemeentearchief Bergh, Archief 1942-1983, inventarisnummer 190
- Delpher
- Gemeentearchief Den Haag
- Oorlogsgravenstichting
- Archieven.nl
- Comité 4 en 5 mei, oorlogsmonument 353
