Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Kleefse enclaves
De Kleefse enclaves lagen in het het oosten van Gelderland en maakten oorspronkelijk deel uit van het hertogdom Kleef. Na het kinderloos overlijden van de hertog van Kleef in 1609 ontstond er een strijd om de rijke Kleefs-Gulikse erfenis. Johan Sigismund van Brandenburg en Wolfgang Wilhelm van Phalz-Neuburg wisten meerdere Kleefse steden te bezetten en bestuurden het gebied aanvankelijk gezamenlijk.
Deze samenwerking werd in 1614 verbroken toen de vorsten op godsdienstig gebied uit elkaar gingen. De noordelijke gebieden, het hertogdom Kleef en de graafschap Mark, vielen toe aan keurvorst Johann Sigismund van Brandenburg. In de zeventiende eeuw bleven de enclaves dus onder Brandenburgs bestuur. Op 18 januari 1701 werd keurvorst Frederik III van Brandenburg in Koningsbergen (nu Kaliningrad) gekroond tot koning van Pruisen. Zo werden de Kleefse enclaves deel van het Koninkrijk Pruisen.
Grondruil
Aan het begin van de negentiende eeuw vonden er grenswijzigingen plaats tussen Pruisen en Nederland. Hierbij vonden er grenswijzigingen plaats waar het grondgebied van de latere gemeente Bergh (ontstaan op 1 januari 1821) bij betrokken was. Bij het Weense Congres in 1815 werd beslist dat het gebied van de Vier Heezen op de Spielberg (tussen de stad Emmerik en de huidige Nederlandse grens) en Schenkenschanz Pruisisch moesten worden in ruil voor de Pruisische enclaves Wehl, de stad Zevenaar en het ambt Liemers, de stad Huissen, en de ambten Huissen en Malburgen, die op 1 juni 1816 Nederlands werden. In het kader van het Traktaat van Kleef gingen op op 1 maart 1817 ook nog de volgende gebieden over van Pruisen naar Nederland: Lobith, Spijk, enkele waarden langs de Rijn, Kekerdom, Leuth en de heerlijkheid Hulhuizen. Op 1 maart 1817 gingen Klein-Netterden, Leegmeer, Borghees en Speelberg (de Vier Hezen) en Schenkenschans over naar Pruisen.
Bron
- Grenspassages blz. 4-5, 42-43