Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Oorlogsverslag van Harrie Lanke

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Oorlogsherinneringen van Harrie Lanke


Het was voorjaar 1944, een zondagavond. Het regende dat het goot, het was pikdonker. Ik kwam van Didam. Het was Sperrtijd. Ik had om tien uur binnen moeten zijn, maar het was al wel elf uur. Ter hoogte van Bruur Borkus hoorde ik heel hoog een bommenwerper en twee of drie knallen in de lucht. Een zware bommenwerper vloog richting Duitsland. Bij Willem Hunting sprong ik van de fiets en hoorde hoe de motoren begonnen te loeien. Ik zag een lichtvlek boven de wolken. De vlek draaide zich en ging op de Kilderse kerk aan. De vuurbol brak door de wolken heen en ik kreeg het idee, dat hij lijnrecht op me aan kwam. De kerk was zelfs verlicht door het gevaarte. Ik dacht: hij neemt de hele kerk mee. Maar hij viel neer bij het Passegoed. Ik kwam er het eerst bij, gelijk met Wim Fielt, die van Doetinchem kwam. Ondanks de Sperrtijd kwam iedereen het huis uit. De piloot lag midden op de weg, captain Goodwin. Bij Gradus Koster van de tol lag nog een bemanningslid, die tot aan de hals in de grond zat. En in het roggeland van Jan Welling vond men nog een slachtoffer. De boerderij stond intussen in lichterlaaie, doordat het brandende vliegtuig erop was gevallen.

In de school zaten SS-ers van de Frunsbergdivision. Luitenant-kolonel Kensiora had bij ons op een slaapkamer zijn hoofdkwartier. Deze divisie bestond uit soldaten, die voor muiterij in Rusland werden gestraft. Ze mochten geen zwaar geschut bemannen, ze mochten de rivieren niet over. Bij ons hadden we dag en nacht een schildwacht bij de achterdeur staan.

Het vliegtuig, dat bij de molen is neergestort, heb ik ook gezien. Dit was op de terugtocht van het Ardennen-offensief in België. Wij werkten voor de Todt, in het bos loopgraven maken. Opeens zag ik dit vliegtuig, met een wel drie kilometer lange kabel achter zich aan. Waarschijnlijk een vastgehaakte hoogspanningskabel. Net achter de molen stortte het toestel neer tussen Welling en Smeenk. De kracht was zo groot, dat het gevaarte helemaal in de grond verdween.

Toen we in Zevenaar tankvallen moesten graven en we onderweg tussen de speeltuin Raben en de spoorbaan waren, kwamen er zes Jabo's. We doken in de heg. De mitrailleurkogels kletterden om ons heen. Hein Thuis was direct dood, Jan Mijnen is later aan zijn verwondingen overleden. Er zijn toen ook mensen uit Nieuw-Dijk omgekomen.

Toen het gedonder met die tewerkstelling begon en we de eerste dag 's morgens om zes uur bij Overgoor moesten komen, durfde niemand te weigeren. Maar de ijver verslapte snel. Ook van ons. Het ging even goed, totdat op 'n avond rond tien uur bij ons werd aangebeld. Kensiora zat nog boven. Ik opende de deur en daar stond een enorm nerveuze Jan Hegman, die vroeg of vader thuis was. "Zorg da'j binnen 'n half uur 't huus uut zunt. Ze komme ollie halen". Hegman had met vader samen in de vrijwillige landstorm gediend. Vandaar, dat ze elkaar goed kenden.

Wij gingen het huis uit via de tuindeur en gingen in de rogge liggen achter het huis van Rika Vels, waar nu de school is. Bij Jan van Dillen kwam een grote Duitse overvalauto. We zagen ze bij ons om het huis lopen, bellen en kloppen, en ook bij Hein Teunissen. Maar Hein was ook gewaarschuwd. Een derde werkweigeraar, Ten Benzel uit Beek, hebben ze toen wel gepikt. Vader en ik hebben ons vervolgens bij Hent Heiting in het Kilderse Veld verstopt. Later kregen we via Hegman weer bericht, dat alles veilig was.

Kilder is er al met al nog genadig afgekomen in de oorlog. De huizen van Willem Lucassen, Overgoor en het kruispunt bij Overgoor zijn vernield, verder ging het nogal. Maar in Megchelen, waar ik destijds onderwijzer was, zijn 92 van de 146 boerderijen in vlammen opgegaan.