Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Recht van herenbank
Het recht van herenbank was het recht van een heer en zijn familie op een bevoorrechte plaats in de kerk.
Het ligt voor de hand dat de heren en graven van Bergh een herenbank hebben gehad in de kerk die Adam I van den Bergh in 1259 als slotkapel heeft gesticht. In 1399 werd deze kapel tot parochiekerk verheven en uitgebreid. Aan het eind van de 16e eeuw ging de kerk met de Reformatie over in protestantse handen. Daarmee verloor de herenbank zijn functie, want de graven van Bergh waren katholiek en richtten op Huis Bergh een huiskapel in.
De herenbank kwam terug met de bouw van de Pancratiuskerk in 's-Heerenberg in de jaren 1895–1897. Leopold van Hohenzollern en zijn vrouw hebben de bouw van deze kerk voor een groot deel gefinancierd en daarmee het recht van herenbank verworven (of bedongen). Vorst Leopold en zijn nazaten hebben de twee banken waar zij recht op hadden echter nooit gebruik, want zij zijn nooit in Bergh geweest.
Toen dr. Jan Herman van Heek in 1912 Huis Bergh en de bijbehorende bezittingen kocht van Willem van Hohenzollern, hoorde daar ook het recht van herenbank bij. Van Heek zal zelden en misschien wel nooit van zijn recht gebruikgemaakt hebben, want hij was protestant.
Het recht van herenbank is nooit officieel afgeschaft.