Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Leopold van Hohenzollern
Inhoud
De eerste niet-regerend vorst
Leopold van Hohenzollern was van 1885 tot 1905 graaf van Bergh. Zijn voornamen luidden voluit Leopold Stephan Karel Anton Gustaaf Eduard Thassilo. Hij werd op 22 september 1835 geboren op slot Krauchenwies bij Sigmaringen als oudste zoon van Karel Anton van Hohenzollern-Sigmaringen en Josephine van Baden. Bij zijn geboorte was de familienaam nog van Hohenzollern-Sigmaringen, maar nadat in 1869 de tak Hohenzollern-Hechingen uitstierf en de bezittingen daarvan aan de tak Hohenzollern-Sigmaringen toevielen, heeft Leopolds vader de toevoeging Sigmaringen laten vallen. De familie voerde van toen af aan kortweg de naam Hohenzollern.
Leopold trouwde op 12 september 1861 in Lissabon met de Portugese prinses Antonia. Hij werd daarmee tweemaal een zwager van koning Peter V van Portugal: via zijn vrouw en via zijn oudste zus Stefanie, die met Peter V was getrouwd.
Hij was beroepsmilitair in het leger van Pruisen, waar hij in 1873 met de rang van generaal-majoor de dienst verliet. Na zijn vaders overlijden in 1885 volgde hij hem niet op als regerend vorst van Hohenzollern-Sigmaringen (want het vorstendom was in 1850 ingelijfd bij Pruisen), maar alleen als hoofd van zijn tak van de familie Hohenzollern. Hij erfde wel zijn vaders titels van vorst van Hohenzollern en graaf van Bergh. Ook nam hij zijn vaders ceremoniële functie over van erekolonel van het Pruisische fuselierregiment "Fürst Karl-Anton von Hohenzollern" (Hohenzollernsches) Nr. 40.
In 1893 werd het familieslot in Sigmaringen getroffen door een grote brand. Leopold heeft zich de rest van zijn leven ingezet voor de wederopbouw. De voltooiing daarvan in 1910 heeft hij niet meer mogen meemaken, want hij overleed op 8 juni 1905 in Berlijn. Hij was daar vanwege de bruiloft, twee dagen eerder, van de Pruisische kroonprins Wilhelm. Leopold werd net geen zeventig jaar oud. Hij werd bijgezet in de crypte van de Hohenzollerns in Hedingerkerk in Sigmaringen.
Spaanse troonpretendent
Leopold heeft zijn plaats in de geschiedenisboeken vooral te danken aan het feit dat hij ongewild de aanleiding werd tot de Frans-Duitse Oorlog van [[1870]–1871. De precieze oorzaken van die oorlog gaan het bestek van de Berghapedia te buiten, maar een belangrijke rol hierbij speelde het aanbod dat hij in 1870 kreeg om koning van Spanje te worden. De Spaanse troon was sinds het aftreden in 1868 van koningin Isabella II onbezet, waarna de voorlopige regering van Spanje op zoek ging naar een nieuwe koning.
Gesteund door de Pruisische minister-president Bismarck nam hij het aanbod aanvankelijk aan, maar zag er korte tijd later onder druk van zijn vader en van koning Wilhelm I van Pruisen toch van af. Helaas kon dit een oorlog met Frankrijk niet meer tegenhouden, bevreesd als de Fransen waren omringd te worden door Hohenzollerns – koning Wilhelm I van Pruisen was net als Leopold een Hohenzollern. Intussen had Amadeus van Savoye als koning Amadeo I de Spaanse troon aanvaard.
Nadat de Duitse staten de oorlog gewonnen hadden, werd het Duitse Keizerrijk gesticht met de koning van Pruisen als Duitse keizer. Het keizerrijk werd uitgeroepen in een ruimte met symbolische betekenis: de Spiegelzaal van het paleis in Versailles. De plafondschilderingen in deze zaal beelden de veroveringen uit die de Franse koning Lodewijk XIV rond 1700 in Duitsland had behaald. Leopold was bij deze ceremonie aanwezig.
Zijn betrokkenheid bij Bergh
De bouw van de Pancratiuskerk
Leopolds zichtbaarste stempel op Bergh is zijn bijdrage aan de bouw in 1896–1897 van de Pancratiuskerk in 's-Heerenberg. Met een bedrag van 51.000 gulden heeft hij 65% van de bouwkosten gedekt. Het was echter niet zo, dat hij op een vrijgevig moment zijn kluis in Sigmaringen heeft geopend en daar 51.000 gulden uit heeft gepakt.
Een groot deel van het bedrag was al bijna dertig jaar eerder, op 12 augustus 1868, toegezegd door zijn vader. Die had toen een verzoek van pastoor Nales goedgekeurd om een deel van de inkomsten uit de vicarieën van Millingen en Driel voor de kerk te bestemmen. Doordat het gestelde bedrag pas in 1890, vijf jaar na zijn vaders overlijden, bijeen was gespaard, viel de overdracht van het geld toe aan Leopold.
Bovenop het bedrag uit de vicarieën hebben Leopold en zijn vrouw uit eigen middelen bijgedragen aan de inrichting van de kerk. Zo hebben zij samen de vloer van de kerk betaald en heeft zijn vrouw het hoogaltaar geschonken. Daarop zijn portretten van haarzelf en van haar man als heiligen aangebracht. Waarschijnlijk hebben zij ook nog andere elementen van de aankleding betaald. Ook van een ander grafelijk paar, Oswald III en Leopoldina, zijn de portretten nog naast elkaar te zien in 's-Heerenberg. Het zijn weliswaar heel andere portretten, maar de combinatie van de namen Leopoldina en Leopold is een opmerkelijk toeval.
Als belangrijkste financiers verwierven (of bedongen) vorst Leopold en zijn vrouw het recht van herenbank voor henzelf en hun familie.
Klik op de foto's van Ed te Pas voor een vergroting.
Hoeveel zij voor de aankleiding hebben uitgegeven, kan worden achterhaald door nader onderzoek in het Nieuw Archief van Huis Bergh, waar de hele bouwgeschiedenis uit de goed bewaarde correspondentie tussen 's-Heerenberg en Sigmaringen kan worden gereconstrueerd. De eerder genoemde 51.000 gulden zijn inclusief de eigen bijdragen van Leopold en zijn vrouw.
Ter gelegenheid van de eerstesteenlegging in mei 1896 werd een oorkonde in het Latijn opgesteld die Leopold mede heeft ondertekend. Van de oorkonde zijn drie exemplaren gedrukt, waarvan een op perkament. Die werd in de eerste steen ingemetseld.
Ondanks zijn grote bijdrage aan de bouwkosten was Leopold niet aanwezig bij de inwijding van de kerk op 17 augustus 1897. De ambtenaar die hem toen vertegenwoordigde, heeft pastoor Nales een gesigneerd portret van Leopold in een vergulde lijst geschonken.
Enkele andere vermeldingen
Veel van de beslissingen voor de bouw van de Pacratiuskerk heeft Leopold persoonlijk genomen. Beslissingen over andere zaken, zoals die hieronder vermeld, heeft hij goeddeels overgelaten aan zijn ambtenaren van de Hofkammer in de Karlstraße in Sigmaringen en aan zijn administrateurs in Bergh. Laatstgenoemden waren achtereenvolgens Wilhelm Steinberger en Laurens Meijer.
- In december 1885 heeft hij uit drie geselecteerde kandidaten de architect J.C. Hamilton gekozen voor de functie van directeur van de ambachtsschool in 's-Heerenberg en Zeddam.
- Op 9 september 1887 kocht hij voor 42.000 gulden 201 hectare bos van de erfgenamen van oud-administrateur Lodewijk van Nispen. De percelen lagen verspreid over de Kleefse Hout, de Beekermark en het Zeddammer bos. Tegelijkertijd kocht hij ook de Hettenheuvel.
- Zoals uit het krantenknipsel hiernaast blijkt, was hij in oktober 1892 bereid een stuk land terug te kopen dat zijn vader in 1871 aan de Staat der Nederlanden had verkocht.
- In 1895 gaf hij de hoftimmerman van Huis Bergh, Arnold te Wiel uit Azewijn, opdracht om aan de noordkant van de boerderij van Evers, het huidige grenscafe "de Peer", een kazernement te bouwen voor de Koninklijke Marechaussee.
- In 1900 was hij een van de oprichters van de Tramwegmaatschappij Zutphen-Emmerik N.V. Vanuit Sigmaringen had hij rentmeester Meijer gemachtigd op 20 oktober 1900 de oprichtingsakte te tekenen bij notaris Anthony Moll in Doetinchem.
- In 1902 kocht hij voor het Fürstlich Hohenzollernsche Museum in Sigmaringen het portret van een jongeman, dat lange tijd werd aangezien voor een portret van Willem IV van den Bergh.
- In 1904 verkocht hij de Torenmolen in Zeddam aan molenaar Hermanus Gerretschen.
- Hij heeft de Vorstelijk Hohenzollernse Huisorde toegekend aan:
Zijn kinderen
- Willem (1864 –1927), de laatste graaf van Bergh.
- Ferdinand (1865–1927) volgde in 1914 zijn oom Carol I op als koning van Roemenië. Hij trouwde in 1893 met prinses Marie Alexandra Victoria, een telg uit de Britse tak van Saksen-Coburg en Gotha, en daarmee een kleindochter van koningin Victoria.
- Karel Anton (1868–1919) trouwde in 1894 met zijn nicht de Belgische prinses Josephine van Saksen-Coburg en Gotha. Haar moeder was zijn tante Marie Louise.
Straten
Naar vorst Leopold is een aantal straten vernoemd:
- De Vorst Leopoldstraat in 's-Heerenberg
- De Leopoldplatz in Sigmaringen
- De Leopoldstraße in Sigmaringen
Ook andere Duitse steden hebben een Leopoldstraße, waaronder Berlijn en Düsseldorf.
Bronnen
- Duitse Wikipedia
- Das Fürstenhaus Hohenzollern, Hubert Krins, Kunstverlag Josef Fink, Lindenberg (2005), blz. 29-32
- Hohenzollerische Heimat, 20e jaargang, nr. 1 (1970), blz. 42
- Old Ni-js nr. 38, blz. 34-51
- Delpher