Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Slachten
Gedurende een groot deel van de twintigste eeuw, tot zeker in de jaren 60, werd veelal gebruik gemaakt van een zogenaamde huisslachter. De meestal gehouden mestvarkens werden op de boerderij of aan huis geslacht en op een leer opgehangen. Daarna kwam de keurmeester om het vlees te keuren. Hij maakte daarbij gebruik van blauwe stempels die op de verschillende onderdelen werden gezet. Er werden, meestal voor eigen gebruik, bloedworst, leverworst, karbonades, balkenbrij en smalt gemaakt. Als gevolg van de schaalvergroting in de varkenshouderij vanaf de jaren 70 verdwenen vele kleine keuterboeren. Ook kwam er een verbod op het houden van vee binnen de bebouwde kom. Hierdoor was er steeds minder behoefte aan huisslachters en steeds meer behoefte aan een vleesverwerkende industrie, waartoe ook grote exportslachterijen behoorden.
Zie ook Wim Hendriksen, eigenaar van de slachterij in 't Goor, opgeheven in de jaren 80.
Een bijzondere plek in dit hoofdstuk neemt de in de volksmond als "uitponding" bekend staande verkoop van vlees in. In zowel 's-Heerenberg aan de Lengelseweg als in Zeddam achter de ABTB aan de Oude Doetinchemseweg kon men op vaste tijden goedkoper vlees kopen. Er stonden vaak lange rijen met mensen voor beide gebouwen.
Poetje van 1000 pond
Uit de Graafschapbode:
STOKKUM - 16 Maart 1936 - De heer J. Garben alhier heeft een varken gemest, welk 'poetje' thans het respectabele gewicht van ± 1000 pond weegt. Een uitkomst voor groote gezinnen, die slechts één varken per jaar mogen slachten!
Bron
- o.a. Spiegel van een eeuw Oostgelders leven (i.z. 'poetje')