Stadsbrand 1846

In de avond van 18 juni 1846 werd het centrum van 's-Heerenberg door een grote brand getroffen. Het vuur ontstond rond half zes in het achterhuis of een schuur van een joodse stadsbewoner (de bronnen melden verschillende namen) en breidde zich snel uit over een groot aantal panden. De brandweer van 's-Heerenberg stond machteloos en pas nadat er brandspuiten uit Emmerik en Elten waren gearriveerd, had men het vuur rond half twaalf uur 's avonds onder controle.

In totaal gingen er zeventien huizen en negen of tien schuren verloren. Het laatste huis dat in vlammen opging was het Van Esserenhuis aan de Markt, waar rentmeester Willem van Ditshuijzen woonde. De huizen ten noorden daarvan en rechtsaf langs de zuidkant van de Molenstraat en dan weer rechtsaf een stuk aan weerszijden de Kellenstraat in, waren in de as gelegd. Vijf van de getroffen gezinnen waren niet tegen brand verzekerd.

Bij de wederopbouw heeft 's-Heerenberg financiële steun gehad uit onder meer de opbrengst van een benefietconcert in Arnhem. Dit woord bestond in 1846 waarschijnlijk nog niet, maar het fenomeen al wel. De Liedertafels van Emmerik en Arnhem organiseerden op 8 augustus een concert in logement het Zwijnshoofd in Arnhem ten voordele van de ongelukkige slagtoffers van den brand te 's Heerenberg. Het concert was een succes, maar de kranten van toen vermeldden niet wat de opbrengst was.

Ook 1667 en 1868 werd 's-Heerenberg getroffen door een stadsbrand.

Een bericht in de Noord-Brabander van 23 juni 1846. Nadere details uit een verslag dat twee dagen later in de Bredasche Courant stond, zijn ook in bovenstaande tekst verwerkt.

Advertentie voor het benefietconcert in de Arnhemsche Courant van 4 augustus 1846 en een kort verslag in het Algemeen Handelsblad van 12 augustus

Bronnen

• Delpher
• Old Ni-js nr. 57, blz. 35