Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Wiel, Arnoldus Willebrordus te

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 3 sep 2014 om 07:42 (Geëmigreerd naar Amerika: link Bernard)
Ga naar: navigatie, zoeken

Geëmigreerd naar Amerika

Arnold te Wiel kort voor zijn vertrek naar Amerika omringd door zijn ouders en broers Bernard (links) en Dorus (rechts). Heeft hij deze foto meegenomen naar Amerika?

Arnold te Wiel werd op 7 november 1860 geboren in Azewijn. Zijn vader en grootvader heetten ook Arnold, zijn moeder was Johanna Lucassen.

Arnold was al jaren timmerman toen hij op zijn 31e besloot naar Amerika te emigreren. Op een of andere manier had hij contact met de gebroeders Jannes en Dorus Messink, leeftijdgenoten uit Breedenbroek die zo’n tien jaar eerder naar Dubuque waren gegaan, een stad aan de Mississippi in de staat Iowa. Daar woonden al sinds het midden van de negentiende eeuw een oom en tante van Jannes en Dorus; Gerrit Heukels en Elisabeth Messink.

Arnold ging begin maart 1892 met een groep van negen landverhuizers uit Bergh en omgeving in de haven van Antwerpen aan boord van de Rhynland. Dit stoomschip van de Belgisch-Amerikaanse rederij Red Star Line kwam op 18 maart 1892 aan op Ellis Island in de haven van New York. Het aankomstcentrum voor immigranten uit Europa op dat eiland was juist begin dat jaar in gebruik genomen.

Wanneer de Rhynland uit Antwerpen is vertrokken kon nog niet worden achterhaald, maar de oversteek duurde ongeveer elf dagen. Arnold werd op 3 maart 1892 uitgeschreven uit het bevolkingsregister van Bergh, dus hij heeft zo'n vier dagen tijd gehad om de Antwerpse haven te bereiken en daar alle formaliteiten af te handelen. De reis naar Antwerpen zal hij grotendeels met de trein hebben afgelegd.

De passagierslijst die bij de inscheping in Antwerpen is opgesteld, is nog niet gevonden, maar die van de ontscheping op Ellis Island wel. Op deze lijst van 847 immigranten, opgesteld voor de Collector of the Customs of the Collection District of the City of New York, zijn de namen van Arnold en zijn reisgenoten eenvoudig te vinden. Ze staan netjes onder elkaar staan (no. 561-569) en vallen op tussen de vele Duitse, Franse, Italiaanse, Oostenrijkse en vooral Hongaarse namen. Buiten hun groepje waren er maar weinig Nederlanders of Vlamingen aan boord. De vraag rijst daarom hoe Arnold en zijn metgezellen bij de Red Star Line zijn terechtgekomen. Vertrokken Nederlandse emigranten niet eerder vanuit een Nederlandse haven? Dat moet nog uitgezocht worden.

De Rhynland

Het stoomschip Rhynland was ook nog een zeilschip. Hier vaart het met gestreken zeilen.

Het stoomschip Rhynland werd in 1879 in Engeland gebouwd voor de Belgisch-Amerikaanse rederij Red Star Line, die het schip inzette op de route Antwerpen – New York. Het bood plaats aan 150 eersteklas- en 1.000 derdeklaspassagiers. In 1898 ging het schip over naar de Britse concurrent White Star Line op de route Southampton – New York. In 1906 werd de Rhynland aan een Italiaan verkocht en datzelfde jaar gesloopt.

Zijn reisgenoten

Arnold en zijn reisgenoten staan in de navolgende tabel in de volgorde van hun nummer op de New Yorkse passagierslijst. Arnold staat als eerste vermeld; misschien omdat hij als veruit de oudste de leiding op zich had genomen en zodoende bij de ontscheping vooraan stond. De spelling onder "Vermeld als" is die van de Amerikaanse ambtenaar of van de transcriptie waarop online gezocht kan worden. No. 563 staat als Berendoen vermeld, wat waarschijnlijk Berendsen moet zijn, maar onder die naam en leeftijd is niemand gevonden in de beschikbare Achterhoekse bevolkingsregisters. Berendsen kan natuurlijk ook van elders zijn gekomen en zich bij de Achterhoekers hebben aangesloten. Hendrik en Johanna Ketelaar waren broer en zus. De meeste van Arnolds reisgenoten hebben zich in Iowa gevestigd.

Nr. Achternaam Vermeld als Voornamen Leeftijd Geboorteplaats Woonplaats Uitgeschreven
561 Te Wiel Dewiel Arnoldus Willebrordus 31 Azewijn Azewijn 3 maart 1892
562 Verheij Verheg Bernardus Hendrikus 25 Wehl 's-Heerenberg 20 februari 1899
563 ? Berendoen Hendrikus 23 - - -
564 Wieskamp Wiesramp Franciscus 22 Gendringen Gendringen 2 maart 1892
565 Ter Horst … horst Bernardus Johannes 25 Azewijn Azewijn 3 maart 1892
566 Ketelaar Redelaas Hendrikus Jacobus 22 Azewijn Azewijn 27 februari 1892
567 Kremer Kremer Theodorus 22 Gendringen Gendringen 2 maart 1892
568 Ketelaar Retelaas Johanna Gesina 24 Azewijn Azewijn 12 maart 1885
568 Kaalberg Kaalberg Arnoldus 20 Gendringen Gendringen 2 maart 1892

Terugkeer naar Nederland

Over Arnolds tijd in Amerika weten we iets dankzij de brieven die de Messinks in Dubuque aan hun familie in Breedenbroek hebben geschreven. Uit de periode 1869-1895 zijn 35 brieven bewaard gebleven, die in 2008 werden ze geschonken aan de Oudheidkundige Vereniging Gemeente Gendringen (OVGG). Die heeft de brieven stap voor stap gepubliceerd in haar verengingsblad De Ganzeveer.

In juni 2014 werden de laatste brieven gepubliceerd. Die waren allemaal van na januari 1895, dat wil zeggen van ná Arnolds terugkomst uit Amerika. Om onbekende redenen is hij in januari 1895 teruggegaan naar Nederland, waar hij op 17 januari 1895 weer ingeschreven werd in het bevolkingsregister van Bergh. Twee dagen later, op 19 januari om 9 uur ’s morgens, was hij dood; verdronken in de Laak. Er is nog een politieonderzoek geweest, maar daarbij kon geen misdaad worden vastgesteld. Dat laat twee mogelijkheden over: een ongeluk of zelfmoord. De ware toedracht is niet meer te achterhalen, maar het is verleidelijk aan de tweede mogelijkheid te denken. Weliswaar is niet bekend waarom hij naar Nederland is teruggekomen, maar zijn dood amper twee dagen later roept wel vragen op.

Al op 13 februari 1895 ontvingen Jannes en Dorus Messink in Dubuque een brief van hun familie met het bericht dat Arnold verdronken was. Ze waren daar erg bedroefd over, want ze hadden hem goed gekend. Hij had Dorus zelfs 300 dollar geleend voor de aankoop van een stuk grond (dat 2100 dollar kostte). In de zomer van 1894 was hij naar "een andere stad" gaan werken en was later teruggekeerd naar Dubuque. Hij had toen afscheid genomen van de Messinks en was meteen doorgereisd naar Nederland. Zijn terugkeer in Dubuque zal dus in december 1894 zijn geweest. Bij zijn vertrek naar Nederland was hij Jannes Messink nog een week werk schuldig, waarvoor hij al wel betaald was. Hoe dit nu te verrekenen, terwijl Dorus zijn geleende 300 dollar wilde terugbetalen aan vader Arnold te Wiel in Azewijn. Dit is een geharrewar waarover in een aantal brieven geschreven werd.

Daarnaast had Arnold zijn gereedschapskist bij oom Gerrit Heukels laten staan, maar de sleutel meegenomen. Dorus stuurde daarom een brief naar Azewijn, geadresseerd aan Mr Te Wiel, Europa, Koninkrijk Holland, Provinsie Gelderland, te Azewijn bij Etten. Hij vroeg daarin de sleutel op te sturen. Bernard te Wiel stuurde op 8 april 1895 een sleutel, maar wist niet zeker of het de goede was. Zo niet, dan moest de kist maar met geweld opengebroken worden. Het gereedschap en ook ladentafels die Arnold had gemaakt, maar nog bij Jannes Messink stonden, moesten verkocht worden om met de opbrengst de schuld aan Jannes te voldoen. Mocht er geld overschieten, dan moesten ze dat aan hun pastoor geven, zodat er missen voor Arnold gelezen konden worden. Ook voor de terugbetaling van Arnolds lening aan Dorus Messink stelde Bernard te Wiel een regeling voor. Voorts vertelde hij nog dat hij bij de twee zusters van Jannes en Dorus op bezoek was geweest, en bedankte hij hen voor de gastvrijheid die zij Arnold geboden hadden. Hij sloot af met de wens dat zij Arnold in hun gebeden zouden gedenken en ondertekende met "deszelfs broeder B.J. te Wiel". Deze brief van Bernard te Wiel is de enige van de 35 die niet in Dubuque geschreven is. Het merkwaardige is dat hij tóch in deze verzameling is terechtgekomen, want als hij nog in Nederland is, betekent dit dat hij niet verstuurd is, of dat hij later vanuit Amerika is teruggestuurd naar Breedenbroek.

Arnolds dood was voor zijn familie moeilijk te verwerken. In zijn brief aan de gebroeders Messink schrijft Bernard te Wiel dat hij "stilzwijgend aan deze droevige omstandigheden zal voorbijgaan". Hij beperkt zich dan ook tot praktische aangelegenheden betreffende de sleutel en de vereffening van schulden. Al gauw is er niet meer over Arnold gesproken. De broers Arnold, Bernard en Dorus hadden geen van drieën kinderen, maar hun zus Maria had er acht. Hoewel de oudste van hen nog kleine kinderen waren toen Arnold verdronk, en de jongste nog geboren moesten worden, heeft geen van hen het ooit over hem gehad. Het is dus dankzij de brieven die de OVGG heeft gepubliceerd dat bovenstaand verhaal na meer dan een eeuw verteld kan worden.

Bronnen

Sjabloon:Onderwerp