Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Vriezen, G.J.: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (cat)
k (bijschrift)
Regel 1: Regel 1:
[[Afbeelding:Kerkeraad_NH_gem_Heerenberg_1930_kl.jpg|right|thumb|400px|De Kerkeraad omstreeks 1931 v.l.n.r. dhr. Vriezen, G.J., dhr. Hamer (politieagent), dominé [[Sasse, Henri Marinus|Henri Marinus Sasse]], de heer Hofstraat (vondeling) en meester [[Goede, Teun de|Teun de Goede]]]]
+
[[Afbeelding:Kerkeraad_NH_gem_Heerenberg_1930_kl.jpg|right|thumb|400px|'''De kerkenraad omstreeks [[1931]]. V.l.n.r. G.J. Vriezen, [[Hamer, Johannes|J. Hamer]], [[Sasse, Henri Marinus|dominee Sasse]], [[Hofstraat, Johannes Wilhelmus|J.W. Hofstraat]] en [[Goede, Teun de|meester De Goede.]]]]
 
Ruim 42 jaar was de heer '''G.J. Vriezen''' [[Administrateurs en Rentmeesters Huis Bergh|rentmeester]] van [[Heek, Dr Jan Herman van|dr. J.H. van Heek]] en later de Stichting tot instandhouding van de goederen en rechten van het [[Huis Bergh]].
 
Ruim 42 jaar was de heer '''G.J. Vriezen''' [[Administrateurs en Rentmeesters Huis Bergh|rentmeester]] van [[Heek, Dr Jan Herman van|dr. J.H. van Heek]] en later de Stichting tot instandhouding van de goederen en rechten van het [[Huis Bergh]].
  

Versie van 13 jan 2017 om 16:01

De kerkenraad omstreeks 1931. V.l.n.r. G.J. Vriezen, J. Hamer, dominee Sasse, J.W. Hofstraat en meester De Goede.

Ruim 42 jaar was de heer G.J. Vriezen rentmeester van dr. J.H. van Heek en later de Stichting tot instandhouding van de goederen en rechten van het Huis Bergh.

De heer Vriezen is op 2 mei 1902 in Gendringen geboren.

Hij trad op 1 maart 1931 in dienst van Huis Bergh. Hier aan voorafgaand had hij de Bosbouwschool te Velp afgesloten en gewerkt bij de Geldersche Crediet Vereeniging (Algemene Bank Nederland) als administrator.

In eerste instantie was hij belast met kantoorwerkzaamheden en de bosbouw. Na het overlijden van zijn vader in 1938 volgde de benoeming tot rentmeester.

De heer Vriezen was naast rentmeester ook commandant van de bosbrandweervereniging Achterhoek en Liemers. Daarnaast was hij in 1973 al 22 jaar de kerkvoogd van de Hervormde gemeente in 's-Heerenberg. Ook was hij voorzitter van de Sociëteit De Vriendschap.


Begrafenis van de heer G.J.Vriesen 's-Heerenberg

Kopie van G.jpg

Het stoffelijk overschot wordt onder zeer grote belangstelling ten graven gedragen.

TERWIJL alles rondom het imposante Kasteel Bergh en het al oude Prot. Kerkje te 's-Heerenberg van nieuw, jong en fris ontspruitend leven spreekt, werd in tegenstelling daarmede zaterdagmiddag het stoffelijk overschot van de zo plotseling overleden rentmeester Vriesen ter aarde besteld. Honderden belangstellenden maakten van de gelegenheid gebruik de 's-Heerenbergse vriend voor 't laatst te zien op het kantoor, dat op treffende wijze in een rouwkamer was veranderd. Menigeen kon met moeite zijn tranen bedwingen bij de groet, dien hij den rentmeester bracht. Toen om 2 uur onder het eenvoudig geluid van het kapelklokje de heer Vriesen door zijn jachtopzieners en ploegbazen werd uitgedragen, hadden zich zeer velen uit 's-Heerenberg en de naaste omgeving rondom het Kerkhof geschaard, om de laatste eer te bewijzen. De stoet werd voorafgegaan door een 25-tal arbeiders, die te samen 39 kransen en bloemstukken droegen.

Rondom de groeve sprak ds. Stapert een indrukwekkend woord naar aanleiding van Matth. 24, vs. 42: Waakt dan, want gij weet Niet in welk ure Uw Heer komen zal, en schetste daarin de ontslapen rentmeester als een man van geloof en godsvertrouwen. Na het bidden van het „Onze Vader" werd het stoffelijk overschot aan den schoot der aarde toevertrouwd.

Toen het graf was toegedekt, sprak de heer dr. Jan Herman van Heek een weemoedig woord ter afscheid en schetste de heer Vriesen als rentmeester met bijzondere eigenschappen. Hij prees zijn trouw, eerlijkheid en begaafdheid en roemde zijn kennis van zaken, wat betreft het onderhouden van gebouwen, 't Is de heer Vriesen geweest, onder wie zijn toezicht het Kerkje, in welk schaduw hij nu rust, geheel in 1925 en 1926 is gerestaureerd. Zijn nagedachtenis zal bij hem tot in verre toekomst blijven voortleven.

De volgende spreker was dr. van Dorp uit Gendringen. Er zullen, aldus spr., verscheidene personen zijn, die willen zwijgen, alleen uit bescheidenheid, maar als vertegenwoordiger Van de Hervormde Gemeente uit Gendringen en als vriend voelt spr. zich gedrongen de echt menselijke deugden van den overledene naar voren te brengen.

Twee derde deel van het leven heeft de heer Vriesen te Gendringen gewoond. Geen wonder, dat spr. zich nauw met de heer Vriesen verbonden voelde en geen wonder, dat geheel Gendringen met het lot van de achterblijvende begaan is. Op maatschappelijk gebied is de heer Vriesen steeds door zijn grote ijver en toewijding de moeilijkheden te boven gekomen tot dit ogenblik, waarop het leven is afgebroken. Tot slot sprak ds. Stapert hartelijke woorden van deelneming namens de Kerkelijke Colleges, om te eindigen met een woord naar aanleiding van Hebr. XI, vs. 8: „En hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij kome zouden De oudste zoon, de heer G. J. Vriesen Jr., dankte daarna allen hartelijk voor de bewijzen van deelneming en voor de hulp en steun, die de familie in de moeilijke dagen heeft mogen ondervinden. Hierna verlieten allen, zeer onder den indruk, de dodenakker. We merkten o.a. op Dhr. J. H. van Heek, G. J. van Heek Jr. en B. ter Kuile, allen fabrikanten uit Enschede; de commissarissen van de Vennootschap, de heren B. Wargering en H. Zeggelt, beiden uit Enschede; van de predikanten: Ds. Van Dijk uit Zeddam, Ds. Van Dorp uit Gendringen en Ds. Goedhart uit Hummelo. Aan de geopende groeve werd o.a. het woord gevoerd door Ds. J. van Dorp , predikant te Gendringen, die de grote wilskracht van de overledene schetste.

Links de heer J. H. van Heek, die den ontslapene dank bracht van het vele, dat hij voor huis „Bergh" heeft gedaan.

Hummelo; baron Von Lochner uit Elten; Burgemeester Nederveen; wethouder van Ditshuizen; de gemeentesecretaris C. Reijers en vele raadsleden; de gehelen Kerkeraad van de Ned. Hervormde Gemeente te 's-Heerenberg en de beide kerkvoogden; vertegenwoordigers van het Burgerlijk Armbestuur, van de Sociëteit „De Vriendschap" en van de Harmonie „Bergh"; de heren J. Beltman en B. J. Welling, resp. rentmeester van de „huizen" Slangenburg en Van Schuilenburg Wisch; de heer Werumeus Bunning, inspecteur van het Centraal Beheer „C.L.0."; de heer ir. Meulenhof te Doetinchem, directeur van de W.O.G. De Einnehmer" van het Douanekantoor 's-Heerenbergsche Brücke"; den inspecteur Van de Gemeentepolitie te Doetinchem, de heer Lebbink; majoor Weit en notaris Becker, beiden uit Emmerik; de directeuren van de „Probat" en Langenberg & Co., de heren W. Kok en Fassin; de oud postdirecteur van 's-Heerenberg, de heer Parent; de oud-verificateur uit 's-Heerenberg, de heer Kruijt; den rijksontvanger van 's-Heerenberg, de heer J. Mennink; deputaties van de Brigade 's-Heerenberg van de Kon. Marechaussee en van de Gemeentepolitie; veel hoofden en onderwijzers van de 's-Heerenbergsche scholen.

Bron Graafschapbode,09-05-1938.