Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Albanese, Constantino: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
(Hoe Albanese in Azewijn terecht kan zijn gekomen)
(Grafmonument 2022)
 
(18 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Constantino Albanese''' was een Italiaan die op 22 mei [[1919]] werd geboren in Spinete, een stadje in de bergen ten noorden van Napels. Toen Italië zich tegen het einde van de [[Tweede Wereldoorlog]], na de val van Mussolini, aan de kant van de geallieerden schaarde, beschouwden de Duitsers alle Italiaanse soldaten als krijgsgevangenen en lieten er vele honderdduizenden inrekenen. Bovendien werden er van toen af heel veel Italiaanse burgers verplicht om voor de Duitsers te gaan werken. Veel van deze dwangarbeiders kwamen in de Duitse oorlogsindustrie terecht. Albanese zou een van hen (soldaat of burger) geweest kunnen zijn. Hij is ontsnapt en heeft uiteindelijk bij Garben in [[Azewijn]] een onderduikadres gevonden. Daar werd hij ziek en overleed op 18 maart [[1945]] aan een longontsteking. De volgende dag heeft hij in de Reef een voorlopig graf gekregen.
+
[[ Bestand:T.Wicherink Graf Constatino Azewijn 2.jpg|thumb|right|250px|'''Constatino Albaneses graf in [[2022]]'''<br>Foto Theo Wicherink]]
 +
'''Constantino Albanese''' was een Italiaan die op 22 mei [[1919]] werd geboren in Spinete, een stadje in de bergen ten noorden van Napels. Als gevolg van de wapenstilstand die Italië en de geallieerden op 3 september [[1943]] sloten, is Albanese uiteindelijk bij [[Garben, Johannes Hendrikus Josephus|Garben]] in [[Azewijn]] terechtgekomen.
  
T. de Goede schreef over Albanses in ''De gemeente Bergh in den tweeden wereldoorlog'' (1946):
+
De genoemde wapenstilstand betekende het einde van het bondgenootschap tussen Italië en Duitsland. Hierop bezetten Duitse troepen in snel tempo het Italiaanse schiereiland tot aan het reeds door de geallieerden bevrijdde zuiden. In het noorden stichtten zij de ''Republiek van Salò'', een nieuwe fascistische vazalstaat die geleid werd door Mussolini. Alle Italiaanse soldaten die niet aan de zijde van Hitler en Mussolini verder wilden vechten, werden door de Duitsers gevangengenomen. Dit waren er ongeveer 600.000. Aangezien Duitsland en Italië toen niet met elkaar in oorlog waren, werden deze Italiaanse gevangenen niet als krijgsgevangenen bestempeld, maar als ''Italienische Militärinternierte'' (IMI). Hiermee werden ze buiten de Geneefse Conventies voor krijgsgevangenen gehouden, wat betekent dat ze uiterst slecht behandeld werden. In de meeste gevallen werden ze als dwangarbeider ingezet. Om aan hun ellende te ontsnappen, hebben zo'n 180.000 IMI toch nog voor Hitler en Mussolini gekozen.
  
''"In [[Azewijn]] is ook nog een ondergedoken Italiaan gestorven. Hij heette Constantino Albanese en was afkomstig uit Napels. Na zware dagen in Duitschland in krijgsgevangenschap doorgebracht te hebben, heeft hij de kans gezien te ontvluchten en een veilig onderkomen te vinden in Azewijn. Niettegenstaande de goede verzorging heeft hij een ernstige longontsteking opgeloopen. De hulp van de heeren doktoren [[Dael, Dr. A.H. (Arts)|Dael]] en De Vries mocht niet baten. En na toediening der H. Sacramenten is de ondergedokene overleden.
+
Albanese was waarschijnlijk een IMI. Hij is ontsnapt en via de timmerfabriek van Kok in [[Etten]] heeft hij uiteindelijk bij Garben in Azewijn een onderduikadres gevonden. Daar werd hij ziek en overleed op 18 maart [[1945]] aan een longontsteking. De volgende dag heeft hij in [[de Reeven|de Reef]] een voorlopig graf gekregen.
Na de [[bevrijding]] is het stoffelijk overschot opgegraven en overgebracht naar 't Roomsch-Katholiek Kerkhof te Azewijn."
 
  
 +
[[Straus, Harry|Harry Straus]] was bij het overlijden aanwezig. Hij schreef hierover in zijn dagboek:
  
{{Onderwerp|Personen|Tweede Wereldoorlog|Oorlogsslachtoffers|Verzet in WO II}}
+
''"14 maart 1945
 +
<br/>''"Wij hebben een ligplaats gemaakt op de zolder en kwam Constantino Albanese 's avonds naar ons toe. Hoewel ik geen dokter ben, zag ik wel dat hij ernstig ziek was en hoge koorts had. De assistent van [[Dael, Dr. A.H. (Arts)|Dr. Dael]] - de Vries - kwam bijna iedere dag en verzorgde hem zo goed mogelijk. Toch zie je de patiënt zienderogen achteruit gaan - zijn donkere gezicht steeds grauwer en de ogen dof.
 +
<br/>''Zondag 18 maart sterft hij, ± 12 uur in het bijzijn van [[Gommers, Frans|pater Gommers]], Dr. de Vries en mijn persoon."
 +
 
 +
''"18 maart 1945
 +
<br/>''"Wij allemaal in onze schuilplaatsen de sporen uitgewist en heeft men (ik weet nog niet wie) Constantino van boven gehaald en buiten onder de heg bedekt met wat stro neergelegd en de volgende morgen ergens in de Reef voorlopig begraven."
 +
 
 +
[[Goede, Teun de|T. de Goede]] schreef over Albanese in ''De gemeente Bergh in den tweeden wereldoorlog'' (1946):
 +
 
 +
''"In Azewijn is ook nog een ondergedoken Italiaan gestorven. Hij heette Constantino Albanese en was afkomstig uit Napels. Na zware dagen in Duitschland in krijgsgevangenschap doorgebracht te hebben, heeft hij de kans gezien te ontvluchten en een veilig onderkomen te vinden in Azewijn. Niettegenstaande de goede verzorging heeft hij een ernstige longontsteking opgeloopen. De hulp van de heeren doktoren Dael en De Vries mocht niet baten. En na toediening der H. Sacramenten is de ondergedokene overleden. Na de [[bevrijding]] is het stoffelijk overschot opgegraven en overgebracht naar 't Roomsch-Katholiek [[Kerkhof]] te Azewijn."
 +
 
 +
Na de [[bevrijding]] is aan de nabestaanden van Constantino Albanese per brief gevraagd of zij het stoffelijk overschot wilden ophalen. [[Gommers, Frans|Pater Gommers]], die toen de zieke [[Büter, Johannes Wilhelmus Josephus|pastoor Büter]] verving, heeft deze brief waarschijnlijk geschreven en laten vertalen door de [[Doetinchem]]se Sabrina Monasso, een vrouw van Italiaanse komaf. De straatarme familie antwoordde daar geen geld voor te hebben. Voor de herbegrafenis van Albanese werd toen een speciaal comité gevormd, dat er ook voor gezorgd heeft dat hij een gedenkteken op zijn graf kreeg en dat er missen voor hem gelezen werden.
 +
 
 +
Sabrina Monasso heeft nooit contact gehad met de nabestaanden, maar elk jaar op Allerheiligen heeft zij bloemen gelegd op het graf tot zij in [[2007]] op 100-jarige leeftijd overleed. Sindsdien houden haar zoon Gianni en diens vrouw Rieky deze traditie in stand.
 +
 
 +
In [[2022]] heeft de Azewijnse [[Timmerlieden|timmerman]] Theo Wicherink met medewerking van hoveniersbedrijf Gouden Handen, de gebroeders Bennie en Bob Scholten en een bevriende graficus een nieuw grafmonument gemaakt. Daarvoor gebruikte hij hout van twee kerkbanken uit de [[H. Mattheus|Mattheüskerk]], die te koop waren nadat de aartsbisschop de kerk in [[2021]] per decreet aan de eredienst had onttrokken. Hij heeft het hout een intensieve oliebehandeling gegeven, zodat het grafmonument vele jaren mee zal gaan.
 +
 
 +
Een bijzonderheid is dat Wicherink, ondanks zijn jarenlange ervaring als timmerman, de houtsoort niet kon thuisbrengen. Hij heeft het laten onderzoeken door de [[Arnhem]]se Fijnhouthandel, die vaststelde dat het dibétou is, een Afrikaanse houtsoort.
 +
 
 +
{|
 +
|- valign=top
 +
|[[Bestand:Constantijn Albanese bidprentje.jpg|thumb|500px|'''Bij de uitvaart op 10 april 1945 werd dit bidprentje uitgedeeld.'''<br>Klik op de afbeelding voor een vergroting.]]
 +
|[[Bestand:Constantino Albanese graf.jpg|thumb|right|235px|'''Het oorspronkelijke graf van Constantino Albanese]]
 +
|[[Bestand:2014, ALBANESE CONSTANTINO AZEWIJN 6 MEI.jpeg|thumb|235px|'''Het graf op 6 mei [[2014]]. De witte bloemen en de tak aan het kruis zijn geplaatst bij gelegenheid van de dodenherdenking twee dagen eerder.]]
 +
|}
 +
 
 +
== Bronnen ==
 +
*Uit [[Azem van 't Hof tot heden]]:
 +
**Het dagboek van Harry Straus (blz. 374-423)
 +
**[[Oorlogsherinneringen]] van [[Venes, Antonius Engelbertus|Teun Venes]] (blz. 349)
 +
**[[H. Mattheus|Parochiearchief Azewijn]] (blz. 491)
 +
*[[Er op of er onder]], hoofdstuk ''De gemeente Bergh in den tweeden wereldoorlog'' (blz. 100-143)
 +
*[[Gelderlander|De Gelderlander]], editie Liemers, van 13 september 2022
 +
*[http://de.wikipedia.org/wiki/Militärinternierter ''Italienische Militärinternierte'']
 +
 
 +
[[Categorie:Gesneuvelde militairen]] [[Categorie:Onderduikers]] [[Categorie:Buitenlandse onderduikers]] [[Categorie:Begraafplaats Azewijn]] [[Categorie:Oorlogsgraven Azewijn]]

Huidige versie van 14 sep 2022 om 08:13

Constatino Albaneses graf in 2022
Foto Theo Wicherink

Constantino Albanese was een Italiaan die op 22 mei 1919 werd geboren in Spinete, een stadje in de bergen ten noorden van Napels. Als gevolg van de wapenstilstand die Italië en de geallieerden op 3 september 1943 sloten, is Albanese uiteindelijk bij Garben in Azewijn terechtgekomen.

De genoemde wapenstilstand betekende het einde van het bondgenootschap tussen Italië en Duitsland. Hierop bezetten Duitse troepen in snel tempo het Italiaanse schiereiland tot aan het reeds door de geallieerden bevrijdde zuiden. In het noorden stichtten zij de Republiek van Salò, een nieuwe fascistische vazalstaat die geleid werd door Mussolini. Alle Italiaanse soldaten die niet aan de zijde van Hitler en Mussolini verder wilden vechten, werden door de Duitsers gevangengenomen. Dit waren er ongeveer 600.000. Aangezien Duitsland en Italië toen niet met elkaar in oorlog waren, werden deze Italiaanse gevangenen niet als krijgsgevangenen bestempeld, maar als Italienische Militärinternierte (IMI). Hiermee werden ze buiten de Geneefse Conventies voor krijgsgevangenen gehouden, wat betekent dat ze uiterst slecht behandeld werden. In de meeste gevallen werden ze als dwangarbeider ingezet. Om aan hun ellende te ontsnappen, hebben zo'n 180.000 IMI toch nog voor Hitler en Mussolini gekozen.

Albanese was waarschijnlijk een IMI. Hij is ontsnapt en via de timmerfabriek van Kok in Etten heeft hij uiteindelijk bij Garben in Azewijn een onderduikadres gevonden. Daar werd hij ziek en overleed op 18 maart 1945 aan een longontsteking. De volgende dag heeft hij in de Reef een voorlopig graf gekregen.

Harry Straus was bij het overlijden aanwezig. Hij schreef hierover in zijn dagboek:

"14 maart 1945
"Wij hebben een ligplaats gemaakt op de zolder en kwam Constantino Albanese 's avonds naar ons toe. Hoewel ik geen dokter ben, zag ik wel dat hij ernstig ziek was en hoge koorts had. De assistent van Dr. Dael - de Vries - kwam bijna iedere dag en verzorgde hem zo goed mogelijk. Toch zie je de patiënt zienderogen achteruit gaan - zijn donkere gezicht steeds grauwer en de ogen dof.
Zondag 18 maart sterft hij, ± 12 uur in het bijzijn van pater Gommers, Dr. de Vries en mijn persoon."

"18 maart 1945
"Wij allemaal in onze schuilplaatsen de sporen uitgewist en heeft men (ik weet nog niet wie) Constantino van boven gehaald en buiten onder de heg bedekt met wat stro neergelegd en de volgende morgen ergens in de Reef voorlopig begraven."

T. de Goede schreef over Albanese in De gemeente Bergh in den tweeden wereldoorlog (1946):

"In Azewijn is ook nog een ondergedoken Italiaan gestorven. Hij heette Constantino Albanese en was afkomstig uit Napels. Na zware dagen in Duitschland in krijgsgevangenschap doorgebracht te hebben, heeft hij de kans gezien te ontvluchten en een veilig onderkomen te vinden in Azewijn. Niettegenstaande de goede verzorging heeft hij een ernstige longontsteking opgeloopen. De hulp van de heeren doktoren Dael en De Vries mocht niet baten. En na toediening der H. Sacramenten is de ondergedokene overleden. Na de bevrijding is het stoffelijk overschot opgegraven en overgebracht naar 't Roomsch-Katholiek Kerkhof te Azewijn."

Na de bevrijding is aan de nabestaanden van Constantino Albanese per brief gevraagd of zij het stoffelijk overschot wilden ophalen. Pater Gommers, die toen de zieke pastoor Büter verving, heeft deze brief waarschijnlijk geschreven en laten vertalen door de Doetinchemse Sabrina Monasso, een vrouw van Italiaanse komaf. De straatarme familie antwoordde daar geen geld voor te hebben. Voor de herbegrafenis van Albanese werd toen een speciaal comité gevormd, dat er ook voor gezorgd heeft dat hij een gedenkteken op zijn graf kreeg en dat er missen voor hem gelezen werden.

Sabrina Monasso heeft nooit contact gehad met de nabestaanden, maar elk jaar op Allerheiligen heeft zij bloemen gelegd op het graf tot zij in 2007 op 100-jarige leeftijd overleed. Sindsdien houden haar zoon Gianni en diens vrouw Rieky deze traditie in stand.

In 2022 heeft de Azewijnse timmerman Theo Wicherink met medewerking van hoveniersbedrijf Gouden Handen, de gebroeders Bennie en Bob Scholten en een bevriende graficus een nieuw grafmonument gemaakt. Daarvoor gebruikte hij hout van twee kerkbanken uit de Mattheüskerk, die te koop waren nadat de aartsbisschop de kerk in 2021 per decreet aan de eredienst had onttrokken. Hij heeft het hout een intensieve oliebehandeling gegeven, zodat het grafmonument vele jaren mee zal gaan.

Een bijzonderheid is dat Wicherink, ondanks zijn jarenlange ervaring als timmerman, de houtsoort niet kon thuisbrengen. Hij heeft het laten onderzoeken door de Arnhemse Fijnhouthandel, die vaststelde dat het dibétou is, een Afrikaanse houtsoort.

Bij de uitvaart op 10 april 1945 werd dit bidprentje uitgedeeld.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Het oorspronkelijke graf van Constantino Albanese
Het graf op 6 mei 2014. De witte bloemen en de tak aan het kruis zijn geplaatst bij gelegenheid van de dodenherdenking twee dagen eerder.

Bronnen