Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Administrateurs en Rentmeesters Huis Bergh: verschil tussen versies
k (→Rentmeesters: Tengbergen toegevoegd) |
k (→Rentmeesters: link Hoevel) |
||
(22 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | + | == Het beheer van de bezittingen van de graven van Bergh == | |
− | De [[ | + | === De vroegste geschiedenis === |
+ | De [[Berghse bezittingen|bezittingen]] van de [[graven|graven van Bergh]] werden van oudsher beheerd door '''rentmeesters'''. Zij hielden zich niet bezig met bestuur of rechtspraak, maar met de financiële controle op de gang van zaken in de verschillende zogenoemde rentambten. Elk rentambt had een eigen rentmeester, of althans een eigen boekhouding – een rentmeester kon ook twee rentambten tegelijk beheren. De oudste rekeningen van rentmeesters in het [[Archief Huis Bergh|archief van Huis Bergh]] dateren uit het midden van de vijftiende eeuw, dus uit de tijd net voordat [[Oswald I van den Bergh]] in [[1486]] de graventitel verwierf. Het is aannemelijk dat er voordien ook al rentmeesters in dienst waren van de heren van den Bergh. Dit systeem functioneerde lange tijd naar behoren. | ||
+ | |||
+ | In de tijd van [[Johan Baptist van Hohenzollern-Bergh|Johan Baptist]], de Dolle Graaf, gingen de zaken slechter. In [[1748]], ruim tien jaar na zijn aantreden, was de financiële positie van het [[Graven#Huis_Hohenzollern-Bergh|Huis van Hohenzollern-Bergh]] zo penibel geworden, dat [[Johanna Josepha van Hohenzollern-Bergh|gravin Johanna]] – de zus van de Dolle Graaf – de Staten van Gelderland vroeg in te grijpen. Die benoemden [[Hoevel, Oswald Petrus|Oswald Petrus Hoevel]] tot '''administrateur''', een nieuwe positie die in rang boven die van de rentmeesters stond. | ||
+ | |||
+ | Op dat moment waren er vijf rentmeesters, namelijk die van [['s-Heerenberg]], [[Millingen]], [[Berghs Wisch]], [[Gendringen]] en [[Etten]] (samen), en [[Ochten]]. In [[1819]] werd dit aantal verminderd tot drie door samenvoeging van Millingen met 's-Heerenberg, en van Wisch met Gendringen en Etten. Ochten, een kleine heerlijkheid in de Betuwe, bleef apart. Verder beschikte de administrateur, naast ondersteunend personeel, over vier boswachters (''Förster'') en wat in [[Graven Van den Bergh#Huis Hohenzollern-Sigmaringen|Sigmaringen]] een ''Burggraf'' werd genoemd – iemand die verantwoordelijk was voor de gebouwen, in het bijzonder [[Huis Bergh]]. | ||
+ | |||
+ | === Reorganisaties in de negentiende eeuw === | ||
+ | Een tekortkoming was dat de taken van de administrateur en zijn rentmeesters niet duidelijk omschreven en gescheiden waren. De administrateur kon als hoogstgeplaatste doen wat hij wilde en aldus buiten het zicht van Sigmaringen taken naar zich toetrekken. Dit beviel niet en na een inspectiereis in [[1824]] van een hoge ambtenaar uit Sigmaringen voerde [[Anton Alois van Hohenzollern-Sigmaringen|vorst Anton Alois]] een reorganisatie doorgevoerd. De toenmalige administrateur [[Renne, Henricus Antonius van der|Van der Renne]] werd vervangen door [[Nispen, Lodewijk Carel Jacob Christiaan Frans van|Lodewijk van Nispen]], tot dan toe rentmeester van Wisch. Daarnaast werd er één rentmeester aangesteld, [[Ditzhuijzen, Wilhelmus Theodorus Johannes van|Willem van Ditshuizen]], die niet onder maar naast de administrateur werkte. De taken van beide functionarissen werden duidelijk gescheiden en zij waren elk voor zich verantwoording verschuldigd aan de regering in Sigmaringen. Door deze reorganisatie verbeterde het beheer van Bergh sterk, maar bleef door de grote afstand tot Sigmaringen moeilijk. Plannen om de Nederlandse bezittingen te verkopen werden stapsgewijs ten uitvoer gebracht. Al in [[1837]] werden de heerlijkheden Millingen en Ochten verkocht. | ||
+ | |||
+ | Anton Alois' [[Karel van Hohenzollern-Sigmaringen|opvolger Karel]] voerde in [[1832]] de ''Hofkammer'' in, een bureau voor het beheer van de domeinen dat losstond van de regering. Ook het beheer van Bergh werd bij deze kamer ondergebracht. In de periode van Karels aftreden in [[1848]] tot diens overlijden in [[1853]] was het beheer anders geregeld, maar de nieuwe vorst [[Karl Anton van Hohenzollern-Sigmaringen|Karel Anton]] bracht Bergh weer onder bij de ''Hofkammer''. De ''Hofkammer'' was lange tijd gevestigd op het adres huidige [[Karlstraße]] 17 in Simaringen. Dit gebouw is in [[1848]] gereedgekomen. | ||
+ | |||
+ | Per 1 januari [[1864]] werd de functie van rentmeester opgeheven en samengevoegd met die van administrateur. [[Godin, Ludwig Carl August baron von|Ludwig baron von Godin]] was de eerste die op deze nieuw omschreven post benoemd werd. De verkoop van grond was ondertussen al jarenlang gaande. Nadat in [[1875]] bezittingen in de [[Aalten (dorp)|gemeente Aalten]], [[Borghees]] en [[Doetinchem|Ambt-Doetinchem]] waren verkocht, alsmede het restant van [[Berghs Wisch]], was alleen Huis Bergh met het omliggende bezit nog over. | ||
+ | |||
+ | Administrateur Von Godin werd in [[1867]] vervangen door [[Grimm, Joseph|Joseph Grimm]], die op zijn beurt in [[1876]] werd opgevolgd door [[Steinberger, Wilhelm Ludwig August|Wilhelm Steinberger]]. Steinberger kreeg echter de functieaanduiding rentmeester. Zijn opvolger in [[1883]], [[Meijer, Laurentius|Laurens Meijer]], werd "rentmeester en bosbeheerder". Na Meijers overlijden in [[1911]] werd er met het oog op de verwachte verkoop geen opvolger benoemd. Het beheer van Bergh werd nog waargenomen door boswachter Leo Le Mire en boekhouder Jan Thuis tot [[Willem van Hohenzollern|vorst Willem]] Huis Bergh en de resterende grond op 1 november [[1912]] voor een bedrag van 825.000 mark kocht aan [[Heek, Dr Jan Herman van|dr. Jan Herman van Heek]]. Ook Van Heek had een rentmeester in dienst. | ||
== Administrateurs == | == Administrateurs == | ||
− | + | Deze lijst van administrateurs is chronologisch. De verschillende bronnen geven soms afwijkende jaren van aan- en aftreden. Dit kan op fouten berusten, maar kan ook te maken hebben met een verschil tussen het aanvaarden van een functie en de officiële benoeming in die functie. | |
− | *[[Hoevel, Oswald Petrus|Oswald Petrus Hoevel]] ( | + | |
− | *[[Hoevel, Johannes Nepomucenus| Johannes Nepomucenus Hoevel]] ( | + | Ondervermelde personen hadden min of meer dezelfde taken. De laatste twee werden echter niet als administrateur aangeduid. Steinberger was rentmeester en Meijer was rentmeester en bosbeheerder. |
− | *[[Renne, | + | |
− | *[[Nispen, Lodewijk Carel Jacob Christiaan Frans van|Lodewijk van Nispen]] ( | + | *[[Hoevel, Oswald Petrus|Oswald Petrus Hoevel]] (1748–[[1769]]) |
+ | *[[Hoevel, Johannes Nepomucenus|Johannes Nepomucenus Hoevel]] (1769–[[1805]]) | ||
+ | *[[Renne, Henricus Antonius van der|Hendrik Antoon van der Renne]] (1805–[[1825]]) | ||
+ | *[[Nispen, Lodewijk Carel Jacob Christiaan Frans van|Jhr. Lodewijk van Nispen]] (1825–[[1863]]) | ||
+ | *[[Godin, Ludwig Carl August baron von|Ludwig baron von Godin]] (1863–[[1867]]) | ||
+ | *[[Grimm, Joseph|Joseph Grimm]] (1867–[[1876]]) | ||
+ | *[[Steinberger, Wilhelm Ludwig August|Wilhelm Steinberger]] (1876–[[1883]]) | ||
+ | *[[Meijer, Laurentius|Laurens Meijer]] (1883–[[1911]]) | ||
== Rentmeesters == | == Rentmeesters == | ||
− | + | Deze lijst van rentmeesters is alfabetisch op achternaam. | |
+ | {| | ||
+ | | valign=top width=300 | | ||
*Niclaes Arnoldi ([[1682]] - [[1708]]) | *Niclaes Arnoldi ([[1682]] - [[1708]]) | ||
*[[Baustetter, Amandus Franciscus van|Amandus Franciscus van Baustetter]] | *[[Baustetter, Amandus Franciscus van|Amandus Franciscus van Baustetter]] | ||
*Gerardt Caldenbach (rond [[1665]]) | *Gerardt Caldenbach (rond [[1665]]) | ||
*Arnold Coph (Cöp, Keup) (rond [[1650]]) | *Arnold Coph (Cöp, Keup) (rond [[1650]]) | ||
− | *Willem | + | *[[Ditzhuijzen, Wilhelmus Theodorus Johannes van|Willem van Ditshuizen]] |
*[[Eppeln van den Raayhof, Frans Anton van|Frans Anton van Eppeln van den Raayhof]] | *[[Eppeln van den Raayhof, Frans Anton van|Frans Anton van Eppeln van den Raayhof]] | ||
+ | *[[Hencke, Johannes Maria|Johannes Maria Hencke]] | ||
*[[Henning, Carel|Carel Henning]] | *[[Henning, Carel|Carel Henning]] | ||
*Michiel van Herten (rond [[1635]]) | *Michiel van Herten (rond [[1635]]) | ||
− | *[[Hoevel, Otto|Otto Hoevel]] | + | *[[Hoevel, Otto Henrick|Otto Henrick Hoevel]] |
*Caspar Mauritius zum Kley (rond [[1698]]) | *Caspar Mauritius zum Kley (rond [[1698]]) | ||
*Johan Caspar zum Kley (rond [[1676]]) | *Johan Caspar zum Kley (rond [[1676]]) | ||
*Maximiliaan zum Kley (rond [[1748]]) | *Maximiliaan zum Kley (rond [[1748]]) | ||
+ | | valign=top width=300 | | ||
*Derrick Lammerts (voor 1665) | *Derrick Lammerts (voor 1665) | ||
*[[Nispen, Herman Carel Caspar Bartholomeus van|Carel van Nispen]] | *[[Nispen, Herman Carel Caspar Bartholomeus van|Carel van Nispen]] | ||
Regel 30: | Regel 55: | ||
*Matthijs Sambeek (rond [[1645]]) | *Matthijs Sambeek (rond [[1645]]) | ||
*Ant. Spekesleger | *Ant. Spekesleger | ||
− | |||
*[[Vriezen, G.J.|G.J. Vriezen]] | *[[Vriezen, G.J.|G.J. Vriezen]] | ||
*[[Veeken, Ferdinand Philip van der|Ferdinand Philip van der Veeken]] | *[[Veeken, Ferdinand Philip van der|Ferdinand Philip van der Veeken]] | ||
Regel 36: | Regel 60: | ||
*[[Veeken, Jan Baptist van der|Jan Baptist van der Veeken]] | *[[Veeken, Jan Baptist van der|Jan Baptist van der Veeken]] | ||
*Peter Jan Verheyen | *Peter Jan Verheyen | ||
+ | |} | ||
+ | |||
+ | == Gevolmachtigde == | ||
+ | Een speciaal en eenmalig geval was de gevolmachtigde | ||
+ | *[[Roukens, Johan Michiel|Johan Michiel Roukens]] | ||
== Bronnen == | == Bronnen == | ||
+ | *[[Het archief van het Huis Bergh (boek)]], verspreide pagina's | ||
*[[De van Nispens en Bergh in de 18e en 19e eeuw]] | *[[De van Nispens en Bergh in de 18e en 19e eeuw]] | ||
− | *[http://www.heemkunde.nl | + | *[http://www.heemkunde.nl Heemkundekring Bergh] |
*[[Bergh; Heren, Land en Volk]], hoofdstuk 68 | *[[Bergh; Heren, Land en Volk]], hoofdstuk 68 | ||
+ | *[http://www.hohenzollerischer-geschichtsverein.de ''Hohenzollerische Heimat''], 39e jaargang, nr. 1 (maart 1989), blz. 34-37 | ||
− | + | [[Categorie:Huis Bergh]] [[Categorie:Administrateurs Huis Bergh]] [[Categorie:Rentmeesters Huis Bergh]] |
Huidige versie van 25 mrt 2022 om 14:43
Inhoud
Het beheer van de bezittingen van de graven van Bergh
De vroegste geschiedenis
De bezittingen van de graven van Bergh werden van oudsher beheerd door rentmeesters. Zij hielden zich niet bezig met bestuur of rechtspraak, maar met de financiële controle op de gang van zaken in de verschillende zogenoemde rentambten. Elk rentambt had een eigen rentmeester, of althans een eigen boekhouding – een rentmeester kon ook twee rentambten tegelijk beheren. De oudste rekeningen van rentmeesters in het archief van Huis Bergh dateren uit het midden van de vijftiende eeuw, dus uit de tijd net voordat Oswald I van den Bergh in 1486 de graventitel verwierf. Het is aannemelijk dat er voordien ook al rentmeesters in dienst waren van de heren van den Bergh. Dit systeem functioneerde lange tijd naar behoren.
In de tijd van Johan Baptist, de Dolle Graaf, gingen de zaken slechter. In 1748, ruim tien jaar na zijn aantreden, was de financiële positie van het Huis van Hohenzollern-Bergh zo penibel geworden, dat gravin Johanna – de zus van de Dolle Graaf – de Staten van Gelderland vroeg in te grijpen. Die benoemden Oswald Petrus Hoevel tot administrateur, een nieuwe positie die in rang boven die van de rentmeesters stond.
Op dat moment waren er vijf rentmeesters, namelijk die van 's-Heerenberg, Millingen, Berghs Wisch, Gendringen en Etten (samen), en Ochten. In 1819 werd dit aantal verminderd tot drie door samenvoeging van Millingen met 's-Heerenberg, en van Wisch met Gendringen en Etten. Ochten, een kleine heerlijkheid in de Betuwe, bleef apart. Verder beschikte de administrateur, naast ondersteunend personeel, over vier boswachters (Förster) en wat in Sigmaringen een Burggraf werd genoemd – iemand die verantwoordelijk was voor de gebouwen, in het bijzonder Huis Bergh.
Reorganisaties in de negentiende eeuw
Een tekortkoming was dat de taken van de administrateur en zijn rentmeesters niet duidelijk omschreven en gescheiden waren. De administrateur kon als hoogstgeplaatste doen wat hij wilde en aldus buiten het zicht van Sigmaringen taken naar zich toetrekken. Dit beviel niet en na een inspectiereis in 1824 van een hoge ambtenaar uit Sigmaringen voerde vorst Anton Alois een reorganisatie doorgevoerd. De toenmalige administrateur Van der Renne werd vervangen door Lodewijk van Nispen, tot dan toe rentmeester van Wisch. Daarnaast werd er één rentmeester aangesteld, Willem van Ditshuizen, die niet onder maar naast de administrateur werkte. De taken van beide functionarissen werden duidelijk gescheiden en zij waren elk voor zich verantwoording verschuldigd aan de regering in Sigmaringen. Door deze reorganisatie verbeterde het beheer van Bergh sterk, maar bleef door de grote afstand tot Sigmaringen moeilijk. Plannen om de Nederlandse bezittingen te verkopen werden stapsgewijs ten uitvoer gebracht. Al in 1837 werden de heerlijkheden Millingen en Ochten verkocht.
Anton Alois' opvolger Karel voerde in 1832 de Hofkammer in, een bureau voor het beheer van de domeinen dat losstond van de regering. Ook het beheer van Bergh werd bij deze kamer ondergebracht. In de periode van Karels aftreden in 1848 tot diens overlijden in 1853 was het beheer anders geregeld, maar de nieuwe vorst Karel Anton bracht Bergh weer onder bij de Hofkammer. De Hofkammer was lange tijd gevestigd op het adres huidige Karlstraße 17 in Simaringen. Dit gebouw is in 1848 gereedgekomen.
Per 1 januari 1864 werd de functie van rentmeester opgeheven en samengevoegd met die van administrateur. Ludwig baron von Godin was de eerste die op deze nieuw omschreven post benoemd werd. De verkoop van grond was ondertussen al jarenlang gaande. Nadat in 1875 bezittingen in de gemeente Aalten, Borghees en Ambt-Doetinchem waren verkocht, alsmede het restant van Berghs Wisch, was alleen Huis Bergh met het omliggende bezit nog over.
Administrateur Von Godin werd in 1867 vervangen door Joseph Grimm, die op zijn beurt in 1876 werd opgevolgd door Wilhelm Steinberger. Steinberger kreeg echter de functieaanduiding rentmeester. Zijn opvolger in 1883, Laurens Meijer, werd "rentmeester en bosbeheerder". Na Meijers overlijden in 1911 werd er met het oog op de verwachte verkoop geen opvolger benoemd. Het beheer van Bergh werd nog waargenomen door boswachter Leo Le Mire en boekhouder Jan Thuis tot vorst Willem Huis Bergh en de resterende grond op 1 november 1912 voor een bedrag van 825.000 mark kocht aan dr. Jan Herman van Heek. Ook Van Heek had een rentmeester in dienst.
Administrateurs
Deze lijst van administrateurs is chronologisch. De verschillende bronnen geven soms afwijkende jaren van aan- en aftreden. Dit kan op fouten berusten, maar kan ook te maken hebben met een verschil tussen het aanvaarden van een functie en de officiële benoeming in die functie.
Ondervermelde personen hadden min of meer dezelfde taken. De laatste twee werden echter niet als administrateur aangeduid. Steinberger was rentmeester en Meijer was rentmeester en bosbeheerder.
- Oswald Petrus Hoevel (1748–1769)
- Johannes Nepomucenus Hoevel (1769–1805)
- Hendrik Antoon van der Renne (1805–1825)
- Jhr. Lodewijk van Nispen (1825–1863)
- Ludwig baron von Godin (1863–1867)
- Joseph Grimm (1867–1876)
- Wilhelm Steinberger (1876–1883)
- Laurens Meijer (1883–1911)
Rentmeesters
Deze lijst van rentmeesters is alfabetisch op achternaam.
|
|
Gevolmachtigde
Een speciaal en eenmalig geval was de gevolmachtigde
Bronnen
- Het archief van het Huis Bergh (boek), verspreide pagina's
- De van Nispens en Bergh in de 18e en 19e eeuw
- Heemkundekring Bergh
- Bergh; Heren, Land en Volk, hoofdstuk 68
- Hohenzollerische Heimat, 39e jaargang, nr. 1 (maart 1989), blz. 34-37