Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Bronckhorst, Agnes van: verschil tussen versies
k (→Bronnen: cat) |
k (→Abdis van het Stift Elten: interne link) |
||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 2: | Regel 2: | ||
'''Agnes van Bronckhorst''' was een dochter van Otto van Bronckhorst, heer van Bronkhorst en Borculo, en Agnes van Solms. Op 26 maart [[1443]] werd zij verkozen tot zestiende abdis van het [[Stift Elten]] als opvolgster van abdis [[Kerpen, Lucia van|Lucia van Kerpen]]. Haar ouders zijn in [[1418]] getrouwd, en zij had twee oudere zussen, dus bij haar verkiezing was ze hooguit twintig jaar oud. | '''Agnes van Bronckhorst''' was een dochter van Otto van Bronckhorst, heer van Bronkhorst en Borculo, en Agnes van Solms. Op 26 maart [[1443]] werd zij verkozen tot zestiende abdis van het [[Stift Elten]] als opvolgster van abdis [[Kerpen, Lucia van|Lucia van Kerpen]]. Haar ouders zijn in [[1418]] getrouwd, en zij had twee oudere zussen, dus bij haar verkiezing was ze hooguit twintig jaar oud. | ||
− | Agnes van Bronckhorst wordt wel aangeduid als abdis Agnes I ter onderscheid van [[Limburg | + | Agnes van Bronckhorst wordt wel aangeduid als abdis Agnes I ter onderscheid van [[Limburg Stirum, Agnes van|Agnes van Limburg Stirum]], die van [[1603]] tot [[1645]] abdis was. |
Het [[Archief Huis Bergh|archief]] van [[Huis Bergh]] bewaart één document van abdis Agnes. Hiermee beleende zij op 10 juni 1443 (een half jaar na haar aantreden) Gijsbert van Nieurode na de dood van zijn vader Johan met het dienstmansleen, het maarschalkambt en de [[tiendrecht|tienden]] van Goyland. Goyland, ook genaamd Naardingerland, komt overeen met de huidige landstreek Het Gooi in Noord-Holland. Dit gebied was Eltens bezit uit de erfenis van [[Wichman IV van Hamaland]], die in [[967]] het Stift had gesticht. | Het [[Archief Huis Bergh|archief]] van [[Huis Bergh]] bewaart één document van abdis Agnes. Hiermee beleende zij op 10 juni 1443 (een half jaar na haar aantreden) Gijsbert van Nieurode na de dood van zijn vader Johan met het dienstmansleen, het maarschalkambt en de [[tiendrecht|tienden]] van Goyland. Goyland, ook genaamd Naardingerland, komt overeen met de huidige landstreek Het Gooi in Noord-Holland. Dit gebied was Eltens bezit uit de erfenis van [[Wichman IV van Hamaland]], die in [[967]] het Stift had gesticht. | ||
− | In [[1463]] ontving abdis Agnes een klacht van schippers uit Naarden die bij de [[Lippe,_Adelheid_van#De_Katentol_op_de_IJssel|Katentol op de IJssel]] tol hadden moeten betalen. Naarden lag in het Naardingerland, dat zoals hierboven al genoemd, Eltens bezit was. De Katentol was ook Eltens bezit, maar al in [[1241]] had de toenmalige abdis [[Lippe,_Adelheid_van|Adelheid van Lippe]] dit recht in eeuwige erfpacht aan de stad Deventer gegeven. Hoewel Deventer de zeggenschap over de tol had, meende abdis Agnes toch dat de schippers als ''Stichtgenoten des stichtes van Elten ende dienstmannen [[Sint-Vitus|Sunte Vijts]] onses Pattroons'' recht op tolvrijheid hadden. De bestuurders van Deventer beslisten echter anders. Volgens hen gold de tolvrijheid alleen voor de inwoners van Naarden zoals dat in 1241 had bestaan. Dat was echter rond [[1350]] afgebrand, waarna het nieuwe Naarden op een andere plek was herbouwd. De privileges van het oude Naarden golden daarom niet voor het nieuwe Naarden, zodat de schippers wel tol moesten betalen. | + | In [[1463]] ontving abdis Agnes een klacht van schippers uit Naarden die bij de [[Lippe,_Adelheid_van#De_Katentol_op_de_IJssel|Katentol op de IJssel]] [[Tolrecht|tol]] hadden moeten betalen. Naarden lag in het Naardingerland, dat zoals hierboven al genoemd, Eltens bezit was. De Katentol was ook Eltens bezit, maar al in [[1241]] had de toenmalige abdis [[Lippe,_Adelheid_van|Adelheid van Lippe]] dit recht in eeuwige erfpacht aan de stad Deventer gegeven. Hoewel Deventer de zeggenschap over de tol had, meende abdis Agnes toch dat de schippers als ''Stichtgenoten des stichtes van Elten ende dienstmannen [[Sint-Vitus|Sunte Vijts]] onses Pattroons'' recht op tolvrijheid hadden. De bestuurders van Deventer beslisten echter anders. Volgens hen gold de tolvrijheid alleen voor de inwoners van Naarden zoals dat in 1241 had bestaan. Dat was echter rond [[1350]] afgebrand, waarna het nieuwe Naarden op een andere plek was herbouwd. De privileges van het oude Naarden golden daarom niet voor het nieuwe Naarden, zodat de schippers wel tol moesten betalen. |
Abdis Agnes overleed na een ambtsperiode van 32 jaar op ''XIII Kal Junii'' (20 mei) [[1475]]. Veel bronnen geven ''XI Kal Maji'' (21 april) als haar overlijdensdatum, maar dit is een van de dagen waarop zij volgens het [[Necrologium van Elten]] herdacht werd. | Abdis Agnes overleed na een ambtsperiode van 32 jaar op ''XIII Kal Junii'' (20 mei) [[1475]]. Veel bronnen geven ''XI Kal Maji'' (21 april) als haar overlijdensdatum, maar dit is een van de dagen waarop zij volgens het [[Necrologium van Elten]] herdacht werd. | ||
Regel 17: | Regel 17: | ||
::''A[nno] D[omini] milles[imo] quadring[entesimo] septuag[esimo] quinto 22a die m[ensis] Maji o[biit] Ill[ustrissima] et magnif[ica] D[omi]na Agnes de bronckhorst Abbatis[sa] secularis Eccl[esie] Altinensis q[ue] cont[ulit] com[munitati] pres[entiarum] xv flor[eni] Ducis Philippi de quibus Presb[yteri] ipso die celebr[antes] cet. | ::''A[nno] D[omini] milles[imo] quadring[entesimo] septuag[esimo] quinto 22a die m[ensis] Maji o[biit] Ill[ustrissima] et magnif[ica] D[omi]na Agnes de bronckhorst Abbatis[sa] secularis Eccl[esie] Altinensis q[ue] cont[ulit] com[munitati] pres[entiarum] xv flor[eni] Ducis Philippi de quibus Presb[yteri] ipso die celebr[antes] cet. | ||
− | ::In het jaar des Heren veertienhonderdvijfenzeventig op de 22e dag van de maand mei overleed de meest doorluchtige en edelmoedige vrouwe Agnes van Bronckhort, wereldlijk abdis van de kerk van Elten, die vijftien hertog-Filips-florijnen heeft bijgedragen aan de | + | ::In het jaar des Heren veertienhonderdvijfenzeventig op de 22e dag van de maand mei overleed de meest doorluchtige en edelmoedige vrouwe Agnes van Bronckhort, wereldlijk abdis van de kerk van Elten, die vijftien hertog-Filips-florijnen heeft bijgedragen aan de presentie, waarvan de priesters die op deze dag voorgaan, enzovoorts. |
De vier herdenkingen staan vermeld op ''VI Idus Jan.'' (8 januari), ''XI Kal Maji'' (21 april), ''XV Kal Junii'' (18 mei) en ''VII Kal Aug'' (26 juli). De tekst van 8 januari volgt hieronder. Die van 21 april is ongeveer gelijk, maar aangepast aan de datum, terwijl de laatste twee verkort naar de eerste verwijzen. | De vier herdenkingen staan vermeld op ''VI Idus Jan.'' (8 januari), ''XI Kal Maji'' (21 april), ''XV Kal Junii'' (18 mei) en ''VII Kal Aug'' (26 juli). De tekst van 8 januari volgt hieronder. Die van 21 april is ongeveer gelijk, maar aangepast aan de datum, terwijl de laatste twee verkort naar de eerste verwijzen. | ||
Regel 23: | Regel 23: | ||
::''Mem[oria] D[omine] Agnetis de Bronckhorst Abbatisse que cont[ulit] Comm[unitati] presen(c)[tiarum] et custodibus ut uni persone 1 scudatum antiquum, de quo Presb[yteri] h[uius] Eccle[esie] ipso die celebrantes inter se diuident 1 ℔ de qua Cantans Missam anim[…] et quilibet seruiencium habebunt 1 butken. | ::''Mem[oria] D[omine] Agnetis de Bronckhorst Abbatisse que cont[ulit] Comm[unitati] presen(c)[tiarum] et custodibus ut uni persone 1 scudatum antiquum, de quo Presb[yteri] h[uius] Eccle[esie] ipso die celebrantes inter se diuident 1 ℔ de qua Cantans Missam anim[…] et quilibet seruiencium habebunt 1 butken. | ||
− | :: Herdenking van vrouwe Agnes van Bronckhorst, abdis die aan de | + | :: Herdenking van vrouwe Agnes van Bronckhorst, abdis die aan de presentie en aan de bewaarders per persoon heeft bijgedragen 1 oude schild, waarvan de priesters die op deze dag voorgaan onderling 1 pond verdelen, waarvan een gezongen mis wordt opgedragen en elke bediende 1 butken zal hebben. |
Het oude schild en het butken waren in die tijd muntsoorten. | Het oude schild en het butken waren in die tijd muntsoorten. | ||
+ | |||
+ | <small>"Presentie" is een voorlopige vertaling van ''communitati presentiarum''. Net als in andere stiften was het gebruikelijk dat de stiftsdames een vergoeding (presentiegeld) kregen voor het bijwonen van herdenkingsmissen. Die presentiegeld werd beheerd en uitgedeeld door een presentiemeester(es).</small> | ||
== Familieleden == | == Familieleden == |
Huidige versie van 22 dec 2019 om 14:14
Inhoud
Abdis van het Stift Elten
Agnes van Bronckhorst was een dochter van Otto van Bronckhorst, heer van Bronkhorst en Borculo, en Agnes van Solms. Op 26 maart 1443 werd zij verkozen tot zestiende abdis van het Stift Elten als opvolgster van abdis Lucia van Kerpen. Haar ouders zijn in 1418 getrouwd, en zij had twee oudere zussen, dus bij haar verkiezing was ze hooguit twintig jaar oud.
Agnes van Bronckhorst wordt wel aangeduid als abdis Agnes I ter onderscheid van Agnes van Limburg Stirum, die van 1603 tot 1645 abdis was.
Het archief van Huis Bergh bewaart één document van abdis Agnes. Hiermee beleende zij op 10 juni 1443 (een half jaar na haar aantreden) Gijsbert van Nieurode na de dood van zijn vader Johan met het dienstmansleen, het maarschalkambt en de tienden van Goyland. Goyland, ook genaamd Naardingerland, komt overeen met de huidige landstreek Het Gooi in Noord-Holland. Dit gebied was Eltens bezit uit de erfenis van Wichman IV van Hamaland, die in 967 het Stift had gesticht.
In 1463 ontving abdis Agnes een klacht van schippers uit Naarden die bij de Katentol op de IJssel tol hadden moeten betalen. Naarden lag in het Naardingerland, dat zoals hierboven al genoemd, Eltens bezit was. De Katentol was ook Eltens bezit, maar al in 1241 had de toenmalige abdis Adelheid van Lippe dit recht in eeuwige erfpacht aan de stad Deventer gegeven. Hoewel Deventer de zeggenschap over de tol had, meende abdis Agnes toch dat de schippers als Stichtgenoten des stichtes van Elten ende dienstmannen Sunte Vijts onses Pattroons recht op tolvrijheid hadden. De bestuurders van Deventer beslisten echter anders. Volgens hen gold de tolvrijheid alleen voor de inwoners van Naarden zoals dat in 1241 had bestaan. Dat was echter rond 1350 afgebrand, waarna het nieuwe Naarden op een andere plek was herbouwd. De privileges van het oude Naarden golden daarom niet voor het nieuwe Naarden, zodat de schippers wel tol moesten betalen.
Abdis Agnes overleed na een ambtsperiode van 32 jaar op XIII Kal Junii (20 mei) 1475. Veel bronnen geven XI Kal Maji (21 april) als haar overlijdensdatum, maar dit is een van de dagen waarop zij volgens het Necrologium van Elten herdacht werd.
Over haar opvolging ontstond een strijd tussen twee gegadigden, de kanunnikessen Menna van Abersteijn, die de zieke abdis Agnes al enige tijd had vervangen, en Elsa van Daun. Uiteindelijk heeft de bisschop van Utrecht op 2 december 1475 de knoop doorgehakt in het voordeel van Elsa van Daun.
Vermeldingen in het Necrologium van Elten
In het Necrologium van Elten staan behalve abdis Agnes' overlijden ook vier herdenkingsdagen vermeld. Haar overlijdensjaar is geheel in woorden uitgeschreven. Als overlijdensdag is 22 mei genoteerd, hoewel haar overlijden onder XIII Kal Junii (20 mei) is opgeschreven. De inschrijving breekt af wanneer de lezer blijkbaar geacht wordt te weten welke standaardtekst er nog zou moeten volgen.
- A[nno] D[omini] milles[imo] quadring[entesimo] septuag[esimo] quinto 22a die m[ensis] Maji o[biit] Ill[ustrissima] et magnif[ica] D[omi]na Agnes de bronckhorst Abbatis[sa] secularis Eccl[esie] Altinensis q[ue] cont[ulit] com[munitati] pres[entiarum] xv flor[eni] Ducis Philippi de quibus Presb[yteri] ipso die celebr[antes] cet.
- In het jaar des Heren veertienhonderdvijfenzeventig op de 22e dag van de maand mei overleed de meest doorluchtige en edelmoedige vrouwe Agnes van Bronckhort, wereldlijk abdis van de kerk van Elten, die vijftien hertog-Filips-florijnen heeft bijgedragen aan de presentie, waarvan de priesters die op deze dag voorgaan, enzovoorts.
De vier herdenkingen staan vermeld op VI Idus Jan. (8 januari), XI Kal Maji (21 april), XV Kal Junii (18 mei) en VII Kal Aug (26 juli). De tekst van 8 januari volgt hieronder. Die van 21 april is ongeveer gelijk, maar aangepast aan de datum, terwijl de laatste twee verkort naar de eerste verwijzen.
- Mem[oria] D[omine] Agnetis de Bronckhorst Abbatisse que cont[ulit] Comm[unitati] presen(c)[tiarum] et custodibus ut uni persone 1 scudatum antiquum, de quo Presb[yteri] h[uius] Eccle[esie] ipso die celebrantes inter se diuident 1 ℔ de qua Cantans Missam anim[…] et quilibet seruiencium habebunt 1 butken.
- Herdenking van vrouwe Agnes van Bronckhorst, abdis die aan de presentie en aan de bewaarders per persoon heeft bijgedragen 1 oude schild, waarvan de priesters die op deze dag voorgaan onderling 1 pond verdelen, waarvan een gezongen mis wordt opgedragen en elke bediende 1 butken zal hebben.
Het oude schild en het butken waren in die tijd muntsoorten.
"Presentie" is een voorlopige vertaling van communitati presentiarum. Net als in andere stiften was het gebruikelijk dat de stiftsdames een vergoeding (presentiegeld) kregen voor het bijwonen van herdenkingsmissen. Die presentiegeld werd beheerd en uitgedeeld door een presentiemeester(es).
Familieleden
In het Necrologium komen naast abdis Agnes nog vijf personen voor met de naam Van Bronckhorst. Over twee van hen is meer bekend dan wat de inschrijving meldt. Dit zijn:
- Johannes van Bronckhorst. Hij leefde zes generaties voor abdis Agnes en was daarmee een broer van de overgrootvader van haar overgrootvader. Hij was proost van de proosdij van Oudmunster in Utrecht. Tot twee keer toe werd hij tot bisschop van Utrecht gekozen, maar beide keren moest hij door politiek machtsspel wijken voor een andere kandidaat. Hij overleed in 1346 en werd begraven in de kerk van de proosdij, de Sint Salvatorkerk. Deze kerk (in 1587 gesloopt) wordt vermeld in de twee inschrijvingen van Johannes in het Necrologium. Die betreffen zijn overlijden op V Non. Jul. (3 juli) en zijn herdenking op VII Id. Aug. (7 augustus). Als zijn overlijdensdag komen ook 25 juni en 26 juli voor. Een verklaring hiervoor is niet gevonden. De Gregoriaanse kalender bestaat pas sinds 1582, zodat hier sprake is van de Juliaanse kalender. Terugrekenend zou de Gregoriaanse datum 11 juli zijn, wat ook geen verklaring is.
- Elisabeth van Bronckhorst, vrouwe van Homoet. Zij was getrouwd met Jan van Homoet, maar volgens Van Schilfgaarde komt zij niet voor in de stambomen van de heren van Bronckhorst. Het is daarom niet bewezen dat zij familie was van abdis Agnes, maar volgens diverse genealogische websites was zij een dochter van Willem IV van Bronckhorst. Als dit juist is, was zij een oudtante van abdis Agnes.
In het Necrologium komt Elisabeths overlijden niet voor, maar op XI Kal Aug. (22 juli) staat dat zij twee dagen had gekozen waarop haar zij jaarlijks herdacht wilde worden: de feestdag van de maagd Geertruida (dies Gertrudis virginis, 17 maart) en de feestdag van de Overbrenging van de Drie Koningen (dies Translationis Trium Regum, 23 juli). Deze feestdag herdenkt de overbrenging van de relieken van de Drie Koningen naar de Dom van Keulen in 1164. Verder staat er dat zij de Eltense kerk een zwarte koormantel met vergulde gesp heeft geschonken.
Onder verwijzing naar deze inschrijving stelt Van Schilfgaarde dat Elisabeth van Bronckhorst is overleden op 2 april 1428. Hoe hij aan deze datum komt, legt hij niet nader uit.
Van de overige drie is alleen bekend wat er in het Necrologium staat. Hoe zij met abdis Agnes verwant waren, is dus niet vast te stellen.
- Luchardis van Bronckhorst,scolaris, overleden op IX Kal Jul. (23 juni)
- Yrmgardis van Bronckhorst, canonica, overleden op XI Kal Oct. (21 september)
- Mechtildis van Bronckhorst, overleden op V Kal Nov. (28 oktober)
In zijn inleiding bij het Necrologium noemt N.C. Kist nog een zesde Van Bronckhorst.
- Cunigunda van Bronckhorst. Het is aannemelijk dat zij abdis Agnes' halfzus was uit haar vaders tweede huwelijk met Elisabeth van Nassau-Beilstein. Cunigunda was geen stiftdame, maar ontving van het Stift een prebende ofwel een toelage uit de inkomsten van het Stift. Rond 1400, ten tijde van abdis Elza van Holzate, bezat het Stift twaalf prebenden, waarvan er een was toegekend aan ene Anna van Meestein. Deze prebende is later overgegaan op Cunigunda van Bronckhorst. Het was destijds gebruikelijk (niet alleen in het Stift Elten) dat prebenden aan familieleden en andere relaties werden toegekend.
Cunigonda trouwde in 1467 met Hendrik, heer van Homoet en Wisch, wiens overgrootvader met Elisabeth van Bronckhorst getrouwd was. Het was deze heer Hendrik die in 1486 half Wisch verkocht aan Oswald I van den Bergh. Zo is er naast de akte van 1443 bovenaan deze pagina nog een tweede verbinding tussen abdis Agnes en Bergh.
Bronnen
- Op Google Books:
- Het necrologium en het tynsboek van het adelijk jufferen-stift te Hoog-Elten, medegedeeld uit het onuitgegeven oorspronkelijk handschrift, benevens ene geschiedenis der Abdij, N.C. Kist; Leiden (1853), blz. 30, 45, 47, 56–57, 62, 71, 75, 78, 79, 84–87, 89, 91, 93, 98
- Historie ofte beschryving van 't Utrechtse bisdom, door H. V. R. [alleen initialen vermeld], deel III, Leiden (1719), blz. 348
- Archief Huis Bergh, regest 549
- Gelders Archief, inventarisnummer 0406, regest 26
- De goede luden van Gooiland, Anton Kos in Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, deel 7, Uitgeverij Verloren, Hilversum (2004), blz. 163
- Het archief van het Huis Bergh (boek) door A.P. van Schilfgaarde, blz. 149–150
- Op Wikipedia:
- Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel 10, blz. 149
- Heiligenkalender
- Landesarchiv NRW Abteilung Rheinland Urkunden AA 0231 120.68.01-02 Stift Elten, Urkunden 1b (1402–1475) en 1c (1443)