Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Grundmann, Antonie Corstiaan: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Bronnen: cat)
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 5: Regel 5:
 
De meeste van hen werden in Oost-Nederland te werk gesteld, maar Grundmann behoorde tot de groep van 1250 man die per trein via Assen en Nieuweschans naar [[Duitsland]] werd afgevoerd. De bestemming bleef voor de gevangenen lange tijd onduidelijk, maar op 1 december kwam de trein aan bij [[Kamp Rees]]. Vandaar werd hij begin februari [[1945]], samen met andere zieke en verzwakte [[organisation Todt|dwangarbeiders]], overgebracht naar het [[Noodziekenhuis in 's-Heerenberg|noodziekenhuis]] in het [[Patersklooster]] te [['s-Heerenberg]]. Daar overleed hij op 3 maart [[1945]] op 33-jarige leeftijd.
 
De meeste van hen werden in Oost-Nederland te werk gesteld, maar Grundmann behoorde tot de groep van 1250 man die per trein via Assen en Nieuweschans naar [[Duitsland]] werd afgevoerd. De bestemming bleef voor de gevangenen lange tijd onduidelijk, maar op 1 december kwam de trein aan bij [[Kamp Rees]]. Vandaar werd hij begin februari [[1945]], samen met andere zieke en verzwakte [[organisation Todt|dwangarbeiders]], overgebracht naar het [[Noodziekenhuis in 's-Heerenberg|noodziekenhuis]] in het [[Patersklooster]] te [['s-Heerenberg]]. Daar overleed hij op 3 maart [[1945]] op 33-jarige leeftijd.
  
Zijn overlijden is op 7 maart 1945 aangegeven in de [[gemeente Bergh]] door Sophia van Leeuwen. Zij werkte als verpleegster in het noodziekenhuis en kwam net als Grundmann uit Den Haag. Zij heeft die dag ook het overlijden aangegeven van [[Nie, Cornelis de|C. de Nie]], [[Noort, Leonardus Lambertus van|L.L. van Noort]] en [[Nuijten, Wilhelmus|W. Nuijten]]. Grundmanns overlijden is op 26 juli 1945 ingeschreven in het overlijdensregister van de gemeente Den Haag.
+
Zijn overlijden is op 7 maart 1945 aangegeven in de [[gemeente Bergh]] door Sophia van Leeuwen. Zij werkte als directrice/verpleegster in het noodziekenhuis, waar zij vooral bekend was als Zuster Fietje. Zij kwam net als Grundmann uit Den Haag. Zij heeft die dag ook het overlijden aangegeven van [[Nie, Cornelis de|C. de Nie]], [[Noort, Leonardus Lambertus van|L.L. van Noort]] en [[Nuijten, Wilhelmus|W. Nuijten]]. Grundmanns overlijden is op 26 juli 1945 ingeschreven in het overlijdensregister van de gemeente Den Haag.
  
Grundmann werd begraven op het [[Begraafplaats NH kerk 's-Heerenberg|protestantse kerkhof]] in 's-Heerenberg. Op zijn graf werd een plank met zijn naam geplaatst. Deze plank verkeerde begin [[1954]] in verwaarloosde toestand, waarop de Oorlogsgravenstichting voorstelde een kalkstenen grafsteen te plaatsen. Zijn nabestaanden zouden hiermee moeten instemmen, terwijl de kerkvoogdij van de [[Hervormde kerk in 's-Heerenberg|protestantse kerk]] van de Oorlogsgravenstichting zou een vergoeding krijgen voor het onderhoud van het graf.
+
Grundmann werd op 7 maart om 2 uur begraven op het [[Begraafplaats NH kerk 's-Heerenberg|protestantse kerkhof]] in 's-Heerenberg. Op zijn graf werd een plank met zijn naam geplaatst. Deze plank verkeerde begin [[1954]] in verwaarloosde toestand, waarop de Oorlogsgravenstichting voorstelde een kalkstenen grafsteen te plaatsen. Zijn nabestaanden zouden hiermee moeten instemmen, terwijl de kerkvoogdij van de [[Hervormde kerk in 's-Heerenberg|protestantse kerk]] van de Oorlogsgravenstichting zou een vergoeding krijgen voor het onderhoud van het graf.
  
 
Aangezien het protestantse kerkhof in 1954 vol raakte, deed de kerkvoogdij het tegenvoorstel de stoffelijke resten van Grundmann en de andere daar begraven oorlogsslachtoffers over te brengen naar het Ereveld Loenen. De Oorlogsgravenstichting ging hiermee akkoord, waarna de nabestaanden hun toestemming gaven en [[Leeuw, Hendricus Antonius Bernardus de|burgemeester De Leeuw]] de vereiste vergunning tot opgraving verleende.
 
Aangezien het protestantse kerkhof in 1954 vol raakte, deed de kerkvoogdij het tegenvoorstel de stoffelijke resten van Grundmann en de andere daar begraven oorlogsslachtoffers over te brengen naar het Ereveld Loenen. De Oorlogsgravenstichting ging hiermee akkoord, waarna de nabestaanden hun toestemming gaven en [[Leeuw, Hendricus Antonius Bernardus de|burgemeester De Leeuw]] de vereiste vergunning tot opgraving verleende.

Huidige versie van 20 okt 2023 om 20:04

Antonie Corstiaan Grundmann werd op 4 oktober 1911 geboren in Den Haag als zoon van Bastiaan Grundmann en Hendrika Pieternella van Solinge. Hij was getrouwd met Constance Elisabeth Koegler. Als zijn beroep worden genoemd kleermaker en kantoorbediende.

Grundmann werd opgepakt bij de grote razzia die op 21 november 1944 onder de codenaam Operatie Sneeuwvlok plaatsvond in Den Haag, Rijswijk en Voorburg. Daarbij werden ongeveer 13.000 mannen opgepakt en samengedreven op een aantal verzamelplaatsen. De volgende dag werden 7.000 van hen in verschillende binnenhavens in rijnaken geladen en via Rotterdam, Utrecht, Amsterdam en het IJsselmeer naar Kampen overgebracht.

De meeste van hen werden in Oost-Nederland te werk gesteld, maar Grundmann behoorde tot de groep van 1250 man die per trein via Assen en Nieuweschans naar Duitsland werd afgevoerd. De bestemming bleef voor de gevangenen lange tijd onduidelijk, maar op 1 december kwam de trein aan bij Kamp Rees. Vandaar werd hij begin februari 1945, samen met andere zieke en verzwakte dwangarbeiders, overgebracht naar het noodziekenhuis in het Patersklooster te 's-Heerenberg. Daar overleed hij op 3 maart 1945 op 33-jarige leeftijd.

Zijn overlijden is op 7 maart 1945 aangegeven in de gemeente Bergh door Sophia van Leeuwen. Zij werkte als directrice/verpleegster in het noodziekenhuis, waar zij vooral bekend was als Zuster Fietje. Zij kwam net als Grundmann uit Den Haag. Zij heeft die dag ook het overlijden aangegeven van C. de Nie, L.L. van Noort en W. Nuijten. Grundmanns overlijden is op 26 juli 1945 ingeschreven in het overlijdensregister van de gemeente Den Haag.

Grundmann werd op 7 maart om 2 uur begraven op het protestantse kerkhof in 's-Heerenberg. Op zijn graf werd een plank met zijn naam geplaatst. Deze plank verkeerde begin 1954 in verwaarloosde toestand, waarop de Oorlogsgravenstichting voorstelde een kalkstenen grafsteen te plaatsen. Zijn nabestaanden zouden hiermee moeten instemmen, terwijl de kerkvoogdij van de protestantse kerk van de Oorlogsgravenstichting zou een vergoeding krijgen voor het onderhoud van het graf.

Aangezien het protestantse kerkhof in 1954 vol raakte, deed de kerkvoogdij het tegenvoorstel de stoffelijke resten van Grundmann en de andere daar begraven oorlogsslachtoffers over te brengen naar het Ereveld Loenen. De Oorlogsgravenstichting ging hiermee akkoord, waarna de nabestaanden hun toestemming gaven en burgemeester De Leeuw de vereiste vergunning tot opgraving verleende.

Zo werd Grundmann op 14 maart 1955 herbegraven op het Ereveld Loenen, vak C, nummer 18, tussen A. Buis en J. Wijs. Bij de opgraving in 's-Heerenberg werd zijn trouwring gevonden: 1 gladde gouden ring met inscriptie C.E.K. 7-8-1933.

Ter nagedachtenis aan de dwangarbeiders uit de gemeente Den Haag werd daar op 1 november 1999 het monument 'Dwangarbeiders' onthuld. Het bevindt zich op het binnenplein van het Provinciehuis van Zuid-Holland, dat staat op de plek waar vroeger de Haagse dierentuin was. Die werd tijdens de razzia als een van de verzamelplaatsen gebruikt.

Uit De Graafschapbode van 6 maart 1945
Grundmanns graf op het Ereveld Loenen
Foto Oorlogsgravenstichting
Grundmanns overlijdensakte, opgemaakt op 26 juli 1945 in Den Haag.
Klik voor een vergroting

Bronnen