Kroesen, Antonius Gerhardus

25 juli 1939: Neomist Toon Kroesen begeeft zich omringd door bruidjes naar de Sint Oswalduskerk in Zeddam om daar zijn eerste Heilige Mis op te dragen.

Antonius Gerhardus (Toon) Kroesen was priester. Hij werd op 3 april 1914 geboren in Braamt als zoon van Gerhardus Lambertus Kroesen en Helena Bernarda Hieltjes. Hij was een broer van Elisabeth Aleida en Theodora Johanna Christina Kroesen.

Na twee jaar MULO in Doetinchem ging hij in 1927 naar het kleinseminarie in Culemborg en vervolgde zijn priesteropleiding in 1933 aan het grootseminarie Rijsenburg in Driebergen. Op zondag 23 juli 1939 werd hij door de aartsbisschop van Utrecht tot priester gewijd. Tijdens dezelfde plechtigheid ontving ook zijn studiegenoot Cees Sloot uit Vethuizen zijn priesterwijding.

De neomisten Kroesen en Sloot werden de volgende dag feestelijk ingehaald in Zeddam. Bij het station in Wijnbergen werden zij opgewacht door familie en notabelen, en daarna begeleid door ruiters en wielrijders naar Braamt gereden. Daar werden zij toegesproken door Gerrit Miedema, de voorzitter van het welkomstcomité. Vervolgens trok de stoet naar het tramstation in Zeddam, waar de schutterij, de harmonie en jeugdverenigingen zich aansloten. De optocht eindigde bij de pastorie. Hier brachten de schutterijen uit Zeddam en Braamt een vendelhulde, waarna pastoor Meijer de neomisten in de Sint Oswalduskerk toesprak. Toon Kroesen dankte daarop, mede namens Cees Sloot, de aanwezigen voor de geweldige ontvangst. Met een kort Lof werd het gezamenlijke deel afgesloten, waarna de beide neomisten elk in hun eigen woonplaats werden gehuldigd.

De volgende dag, dinsdag, droeg Cees Sloot zijn eerste Heilige Mis op in de Sint Oswalduskerk, waarna op woensdag Toon Kroesen hetzelfde deed.

Voor Toon Kroesen en Cees Sloot naar hun eerste standplaatsen vertrokken, namen zij op 15 augustus, het feest van Maria Tenhemelopneming, deel aan de inzegening van de Mariakapel in Vethuizen. De dag begon met een Heilige Mis in de openlucht, die werd opgedragen door pastoor Meijer, geassisteerd door Cees Sloot als diaken en Toon Kroesen als subdiaken. Hierna volgde een officieel programma met een aantal toespraken, waarna de eigenlijke inwijding werd verricht door deken Te Loo van het dekenaat Terborg.

Kort daarop werd Toon Kroesen benoemd tot kapelaan in Wolvega.
Zijn standplaatsen als kapelaan waren:

• Wolvega (1936–1941)
• Westervoort (1941–1947)
• Ootmarssum (1941–1952)
• Gendt (1952–1958)

Toen hij in Westervoort stond, is hij in het oorlogsjaar 1942 door de Duitsers gevangengenomen. Hij heeft zes weken gevangengezeten in Arnhem en daarna tien weken in Amersfoort, maar hem is nooit verteld waarom hij was opgepakt. De herinnering aan deze periode is hem zijn leven lang blijven kwellen.

In 1958 werd hij benoemd tot pastoor van de parochie van Onze Lieve Vrouw van Fatima in De Belte (De Belt–Schuinesloot) bij Slagharen. Hier vierde hij in juli 1979 zijn 40-jarig priesterjubileum.

Op 1 juli 1982 ging hij met emeritaat. Hij keerde terug naar Gendt, waar hij ging wonen bij zijn voormalige huisgenote Dora Rasing. Op 23 juli 1989 vierde hij er zijn 50-jarig priesterjubileum.

Hij overleed in Gendt op 17 juni 1997, 83 jaar oud, en werd aldaar begraven.

Bronnen

• Old Ni-js nr. 54, blz. 59, 61
• Archieven.nl Archieven.nl
• Op Delpher:
  • De Graafschapbode van 17 en 28 juli, en 23 augustus 1939
  • De Maasbode van 16 augustus 1939