Wennekes, Gradus Johannes

Uit De Tijd van 22 april 1912

Gradus Johannes Wennekes werd op 20 april 1912 het slachtoffer van moord.

Wennekes was op 26 september 1885 geboren in 's-Heerenberg als zoon van Anthonius Johannes Wennekes en Antje Hartjes. Zijn moeder was een tante van Maria Hartjes, het meisje dat enkele maanden eerder, op 19 februari 1912, in Beek was vermoord. Tien jaar eerder, op 16 april 1902, was zijn broer Johannes Petrus al vermoord.

Wennekes werd bij een ruzie in zijn ouderlijke woning neergestoken door zijn zwager Reinier Mokkink. Hevig bloedend is hij de straat opgelopen, waar hij iets verderop voor de pastorie in elkaar zakte. Daar heeft pastoor Münninghoff hem 's morgens om vijf uur gevonden en meteen de politie gewaarschuwd. Dokter Taconis werd geroepen, maar kon alleen nog de dood vaststellen.

Mokkink kon al gauw gearresteerd worden. Hij bekende meteen en werd daarna langdurig verhoord in de mareachusseekazerne. Na het verhoor is hij naar Arnhem overgebracht. Daar moest hij voor de rechtbank verschijnen, waar het openbaar ministerie acht maanden gevangenisstraf eiste. In juni werd hij vrijgesproken van rechtsvervolging, omdat hij naar het oordeel van de rechter had gehandeld uit noodweer.

Wennekes' overlijden is op 22 april aangegeven bij de burgerlijke stand van Bergh door veldwachter Daals en diens collega Gunsing.

Bronnen

• Bevolkingsregister Bergh
• WieWasWie
• Gelijkluidende berichtgeving in diverse dagbladen op Delpher