Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Eembrugge, Anthonis van

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 13 feb 2019 om 16:28 (Nieuwe pagina aangemaakt met '== Geboren in een muntmeestersfamilie == '''Anthonis van Eembrugge''' was een zoon van Reinier van Eembrugge en Hadewich Arndt Anthonisdochter, en een broer van E...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Geboren in een muntmeestersfamilie

Anthonis van Eembrugge was een zoon van Reinier van Eembrugge en Hadewich Arndt Anthonisdochter, en een broer van Clemens van Eembrugge. Hij was muntmeester, net als zijn vader en zijn broer. Na de dood van zijn vader in 1558 hertrouwde zijn moeder met Hendrik Hanssen, uit welk huwelijk zijn halfbroer Reinier Hanssen werd geboren. Ook Hendrik en Reinier Hanssen waren muntmeesters.

Hij trouwde rond 1570 met een dochter van Johan Bitters van Raesfeld en Catharina Fleming. Zijn schoonmoeder, die eveneens muntmeesteres was, hertrouwde na de dood van haar man met de muntmeester Johan van Schevickhaven. Samen waren zij in 1582 en 1583 muntmeesters voor Willem IV van den Bergh in Harderwijk. Zijn schoonmoeders vader Jasper en broer Johan waren eerder al muntmeester in 's-Heerenberg geweest voor de graven Oswald II en Willem IV.

Muntmeester in Hedel

In 1578 stelde Frederik van den Bergh (broer van graaf Willem IV) Van Eembrugge aan als muntmeester in de heerlijkheid Hedel, een Berghs bezit waar de graven van Bergh het muntrecht hadden. Graaf Frederik had zich Hedel (en Boxmeer) tien jaar eerder toegeëigend toen zijn broer Willem, de regerend graaf van Bergh, had moeten vluchten omdat hij zich bij Willem van Oranje had aangesloten. Een jaar later werd in het nabijgelegen Zaltbommel een nieuw stedelijk munthuis geopend, waar Van Eembrugges broer Clemens muntmeester werd. De broers hadden sowieso al een slechte relatie en werden nu ook nog directe concurrenten. Anthonis, hoewel muntmeester in Hedel, woonde in Zaltbommel, maar kreeg van de burgemeester het bevel de stad te verlaten. Ook mochten functionarissen van de Hedelse munt geen zaken meer doen in Zaltbommel.

Al snel kwamen beide munthuizen tot het inzicht dat samenwerking beter was. Hierbij speelde een rol dat graaf Willem IV in 1577 uit ballingschap was teruggekeerd en het bezit van Hedel opeiste. Zo kwamen graaf Frederik en de stad Zaltbommel overeen de Hedelse munt naar Zaltbommel te verplaatsen, zodat daar vanaf 14 februari 1580 twee munthuizen in bedrijf waren. De samenwerking verliep stroef, en in mei 1581 moesten beide munthuizen korte tijd worden stilgelegd vanwege een knallende ruzie tussen de gebroeders Van Eembrugge. Peter de Groot, de waardijn van de Zaltbommelse munt, heeft hen weer met elkaar kunnen verzoenen. De waardijn was een functionaris die uit naam van de muntheer (de eigenaar van het muntrecht) toezicht hield op de muntmeester (die als vrije ondernemer meer belang had in winst dan in de kwaliteit van de munten).

De Hedelse munt werd eind 1582 teruggebracht naar Hedel, waar Van Eembrugge nog tot 1585 muntmeester is gebleven. Het conflict over het bezit van Hedel sleepte zich voort tot na graaf Willems dood in 1586.

Veroordeeld voor valsmunterij

In Hedel en Zaltbommel heeft Van Eembrugge zich op uitgebreide schaal schuldig gemaakt aan hagemunterij. In die tijd hielden veel kleinere munthuizen, ook dat in 's-Heerenberg, zich hiermee bezig: munten met een te laag gehalte aan edelmetaal slaan munten van grotere munthuizen namaken.

Maar Van Eembrugge vooral als leider van een bende valsmunters een slechte naam gemaakt. Het was rond 1582 dat hij zich serieus met dit clandestiene werk is gaan bezighouden. Uit dat jaar dateert een brief waarmee graaf Willem IV op verzoek van Catharina van Schevickhaven aan Van Eembrugge en diens vrouw een vrijgeleide verleende. Catharina van Schevickhaven, geboren Fleming, was zoals hierboven al vermeld graaf Willems muntmeesteres in Harderwijk en Van Eembrugges schoonmoeder. Waarom de vrijgeleide nodig was, blijft onduidelijk, maar de brief duidt erop dat Van Eembrugge zich toen al op een of andere manier in de nesten had gewerkt.

Hij had een van de bendeleden, ene Pieter Bosch, mogelijk in Thorn leren kennen. Toen hij daar van 1574 tot 1578 muntmeester was, was Bosch daar muntgezel. Deze Bosch, die ook onder andere namen bekend stond, was met een aantal handlangers in Den Haag actief geweest en had daarna met hen een clandestiene munt ingericht bij Rhenen. Van Eembrugge heeft deze werkplaats minstens één keer bezocht, maar aannemelijk is dat hij er vaker is geweest. Hij wordt gezien als het brein achter de bende en heeft uit Hedel althans een deel van de muntstempels geleverd. Later verplaatste de bende zijn activiteiten naar Kampen en Leiden.

In oktober 1586 werd Van Eembrugge in Enkhuizen gevangengenomen en op 24 maart 1587 veroordeeld. Het minste was nog dat hij een kwartier op het schavot tentoongesteld moest worden met een ketting van valse munten om zijn nek. Pijnlijker was dat zijn beide schouderbladen gebrandmerkt moesten worden, dat hij een boete van 6000 gulden en de proceskosten moest betalen, en dat hij uit Enkhuizen werd verbannen. De schout van Enkhuizen ging echter in hoger beroep bij het Hof van Holland. Voor dit proces werd Van Eembrugge overgebracht naar de gevangenis in Den Haag. Het Hof vernietigde het Enkhuizer vonnis op 3 juli 1587 en verving het door een iets mildere, maar soortgelijke straf. Hiertegen gingen de Staten van Holland in beroep bij de Hoge Raad, waarna het proces verzandde.

Het jaar 1589 stond bijna geheel in het teken van geharrewar over de juistheid en echtheid van de processtukken. In 1590 – Van Eembrugge zat nog steeds in de Haagse gevangenis – gebeurde er bijna niets, maar op 9 januari 1591 stelde de Hoge Raad voor gratie te verlenen. Dit vonden de Staten van Holland te ver gaan en besloten de rechtszaak in eigen hand te nemen. Al na een maand, op 11 februari, werd Van Eembrugge tot de galg veroordeeld en zijn bezittingen werden verbeurd verklaard. Wanneer hij is opgehangen, is niet bekend, maar dat zal vrij snel na het vonnis zijn gebeurd.

Bronnen

  • De bende van Anthonis van Eembrugge door Cor de Graaf in: Van Solidus tot Euro. Geld in Nederland in economisch-historisch en politiek perspectief, E.H.P. Cordfunke en H. Sarfarij (red.), uitgeverij Verloren, Hilversum (2004), blz. 111–138
  • Archief Huis Bergh regest 3767 en briefregesten 6545 en 7149
  • Munten en papiergeld
  • Duiten.nl, Zaltbommel