Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Kaak, Wilhelmus Antonius

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 17 apr 2017 om 09:04 (Bronnen: cat)
Ga naar: navigatie, zoeken

Wilhelmus Antonius Kaak werd geboren op 31 augustus 1898 te 's-Heerenberg als zoon van Hermanus Kaak en Johanna Löcke. Hij was een oom van Jozef Johannes Kaak.

Op 6 oktober 1919 werd hij uitgeschreven uit de gemeente Bergh naar Nijmegen. Mogelijk heeft hij zich toen gemeld bij de Prins Hendrikkazerne, waar de Koloniale Reserve gelegerd was, een opleidingscentrum voor soldaten van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL).

Nederlands-Indië

In dit bericht uit de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 2 april 1943 staat Kaak rechtsonder in de tweede kolom.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Kaaks Japanse interneringskaart.
Klik op de afbeelding voor een vergroting

Kaak is naar Nederlands-Indië is vertrokken, maar het is niet bekend wanneer en het staat ook niet vast dat hij dit als KNIL-militair heeft gedaan. Bekend is wel dat hij in januari 1942, bij de Japanse inval, gelegerd was in Fort de Kock, het huidige Bukittinggi, op de westkust van Sumatra. Daar diende hij als adjudant-onderofficier bij het 2e Garnizoensbataljon (2e G.B.) van Sumatra's Westkust (S.W.K.). Dit was een residentie (een bestuurlijk gewest) op, zoals de naam al zegt, de westkust van Sumatra.

In nevenstaand krantenbericht wordt Kaak aangeduid als landst.-adj., ofwel landstorm(er)-adjudant. De Landstorm bij het KNIL (dat grotendeels uit beroepspersoneel bestond) was een dienstplichtig onderdeel voor Europeanen ouder dan 32 jaar. Het kan dus goed zijn dat Kaak, 43 jaar oud, een ander beroep had, maar vanwege de Japanse dreiging (weer) voor militaire dienst werd opgeroepen. Zijn plaatsing bij een garnizoensbataljon past in dit scenario, omdat zo'n eenheid meer voor ordehandhaving dan voor gevechtstaken werd ingezet.

Na de capitulatie van het KNIL op 8 maart, werd Kaak op 16 maart krijgsgevangen genomen in Fort de Kock. De dag van zijn gevangenneming staat op zijn Japanse interneringskaart vermeld als 17-3-16, ofwel 16 maart in het 17e jaar van de regering van keizer Hirohito. Uit zijn interneringskaart blijkt verder dat hij getrouwd was en met zijn vrouw woonde in de Kampementslaan in Fort de Kock. Tijdens de oorlog verbleef zijn vrouw blijkbaar (ook) in de Zusterschool in Padang, de hoofdplaats van de residentie S.W.K.

Op 21 augustus 1942 werd Kaak overgebracht naar een krijgsgevangenkamp op het schiereiland Malakka. In april 1943 publiceerde het Rode Kruis in de Nederlandse dagbladen een lijst met namen van krijgsgevangenen in Japanse kampen, van wie de familie nog niet op de hoogte gesteld had kunnen worden. Op deze lijst, die hiernaast is afgebeeld, stond ook Kaak als krijgsgevangene op Malakka.

Mogelijk is Kaak op een later tijdstip overgebracht naar een krijgsgevangenkamp op Noord-Sumatra, of hij is rechtstreeks van Malakka overgebracht naar de havenstad Belawan bij Medan op Noord-Sumatra. Daar werd hij in juni 1944 ingedeeld bij een transport van 1174 krijgsgevangenen dat per schip vanuit Belawan door de Straat van Malakka op weg ging naar de Pakan Baru-spoorlijn. Dit project is niet zo bekend als de Birma-spoorlijn, maar doet er in gruwelijkheid niet voor onder.

Het schip waarop de gevangenen werden vervoerd, was de Harugiku Maru. Dit was oorspronkelijk de Van Waerwijck, een schip dat in 1942 bij de Japanse invasie door de Nederlanders met opzet in de haven van Batavia tot zinken gebracht om de haveningang te blokkeren. De Japanners hebben het later gelicht en onder de naam Harugiku Maru (ook: Harikiku Maru) weer in de vaart gebracht.

De Harugiku Maru vertrok op 25 juni in een konvooi met andere schepen uit de haven van Belawan. De volgende dag stuitte het konvooi op de Britse onderzeeër HMS Truculent. De Harugiku Maru werd door twee torpedo's van deze onderzeeër getroffen en zonk om 13.55 vlak bij South Brother Island (Rukan Selatan in het Indonesisch) in de Riau-archipel ten zuiden van Singapore. Hierbij verdronken 178 krijgsgevangenen, waaronder Kaak. De overlevenden zijn uiteindelijk toch nog aan de Pakan Baru-spoorlijn aan het werk gezet.

Op Kaaks interneringskaart staan de coördinaten van de plek waar het wrak van de Harugiku Maru ligt vermeld als 3°15' noorderbreedte en 99°47' oosterlengte. Dit is een stuk noordelijker dan South Brother Island, dat ligt op ongeveer 0°45' noorderbreedte en 104° oosterlengte. Hoe dan ook, Kaak heeft in de Straat van Malakka een zeemansgraf gevonden. Hij staat vermeld in Gedenkboek 38 van de Oorlogsgravenstichting. Hierin staan ook E.Th. van der Heijden en H.W. Benen vermeld, die bij het zinken van andere schepen zijn verdronken.

Bronnen