Rietbroek

Het Rietbroek is een dal ten noordoosten van de Eltenberg aan de Duitse kant van de grens bij Stokkum. Het grenst aan het vroegere graafschap Bergh, maar behoorde tot het Stift Elten. De naam is, in verschillende spellingen, in oude akten terug te vinden.

In 1340 bevestigde abdis Ermgard van den Bergh (een dochter van heer Adam II) per akte dat ene Bernt Riperbant syn goet dat gheleghen is to Redebroke had verkocht aan Henric Moliart, priester te Emmerik, en Henric Mispelen uit Elten.

Op 22 juni 1648 werden de Berghse jagermeester Herman Cours, wildschut Derck Palant en nog vijf wildschutten betrapt toen zij illegaal op jacht waren in het Redtbroick. Dit leidde tot tumult in Elten.

Op 18 september 1710 beleende abdis Anna Juliana Helena van Manderscheid-Blankenheim Christian Deckers, kanunnik van de Sint Martinuskerk in Emmerik, met een goed in het Redtbroeck genaamd Mühlenhaus.

Door het dal loopt een weg die – ook in het Duits – Rietbroek heet. Een aftakking gaat bij het oversteken van de grens over in de Eltenseweg in Stokkum.

De regiowerkgroep Montferland van het IVN organiseert in de zomer een Rietbroekwandeling.