Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Observantenklooster Elten

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 1 aug 2022 om 15:44 (Dolle Graaf)
Ga naar: navigatie, zoeken
Het observantenklooster in Elten zoals Jan van Heek
het in 1952 kort voor de afbraak tekende.

Het observatenklooster in Neder-Elten werd rond 1700 gebouwd ter vervanging van het klooster in de Briemer, dat in de Tachtigjarige Oorlog was verwoest. Het heeft in zijn begintijd een belangrijke rol gespeeld in het kerkelijk leven in Bergh.

Het verwoeste klooster in de Briemer was in 1463 door Willem II van den Bergh gesticht voor de observanten, aanhangers van een hervormingsbeweging binnen de franciscaner orde die streefden naar een strikte naleving van het armoede-ideaal van Franciscus van Assisi.

Na de verwoesting in 1572 zijn er plannen geweest het klooster in de Briemer ter plaatse te herbouwen. Die kregen een concretere vorm na het uitbreken van de Franse oorlog in 1672, waarin de katholieken in de Nederlanden meer vrijheid kregen. Zo kon Madeleine de Cusance, de weduwe van graaf Albert, op 14 juli 1673 een verzoek honoreren van pater Adolf van Raesveldt, vicaris van de Saksische (of Westfaalse) provincie van de franciscanen. Hij wilde het klooster in dezelfde vorm en staat herbouwen. Een voorwaarde was dat de Staten-Generaal hiermee instemden, maar dat deden ze niet, ook niet nadat graaf Oswald III in 1674 het bestuur over Bergh van zijn moeder had overgenomen.

In afwachting van de herbouw namen enkele franciscaner monniken illegaal hun intrek in een huis niet ver van de kloosterruïne. De herbouw raakte weer uit het zicht toen de Franse legers zich in 1674 terugtrokken. Vijf jaar later, op 20 februari 1679, bood Maria Francisca van Manderscheid-Blankenheim, abdis van het Stift Elten, redding door een stuk grond in Laag-Elten aan te bieden voor de bouw van een observantenklooster. Frederik Willem I van Brandenburg, die als hertog van Kleef de voogdij over het Stift Elten bezat, voelde zich echter gepasseerd door de abdis. Hij stond toe dat de kloosterkerk gebouwd werd, maar na de voltooiing in 1683 mochten er geen kerkdiensten gehouden worden. Pas nadat de Duitse keizer Leopold I van Habsburg in 1695 zijn steun verleende, kon de herbouw van het klooster worden voltooid.

Het Eltense observantenklooster heeft enige tijd een belangrijke rol gespeeld in de bediening van de destijds drie katholieke kerken in Bergh. Ten gevolge van de Reformatie was in deze jaren het gebied van de Republiek der Verenigde Nederlanden benoorden de Waal de zogenaamde Hollandse Missie: een missiegebied zonder bisschoppen en zonder bezittingen. Veel priesters waren overgegaan naar het protestantisme, terwijl er geen nieuwe priesters werden opgeleid. Franciscaner paters uit Elten, dat niet tot de Republiek behoorde, konden het priestertekort lenigen. Zij gingen als missionaris naar de drie Berghse kerken.

Op 14 augustus 1757 werd graaf Johan Baptist, de Dolle Graaf, op verzoek van zijn familie en in opdracht van de Kleefse regering door Oostenrijkse troepen in dit klooster gearresteerd.

Geleidelijk aan kwam de priesteropleiding weer op gang, onder meer op het seminarie in 's-Heerenberg, dat in 1799 met toestemming van de streng katholieke Anton Alois vorst van Hohenzollern-Sigmaringen, graaf van Bergh, op Huis Bergh werd geopend.

Geleidelijk aan kwamen er weer genoeg Nederlandse priesters en nam de betekenis van het Eltense observantenklooster voor Bergh af. In de Tweede Wereldoorlog raakte het kloostergebouw zodanig beschadigd dat het in of kort na 1952 werd afgebroken. Het grondstuk op de hoek van de huidige Sandstraße en Schmidtstraße is tot op heden nog onbebouwd.

Bronnen