Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Kamp, Johannes Theodorus van de
Johannes Theodorus van de Kamp werd op 17 februari 1916 geboren in Deventer als zoon van Johannes Theodorus van de Kamp, sigarenmaker, en Johanna Berendina Geijsen. Zijn vrouw was Cornelia Antonia Pompe.
Van de Kamp is op 11 september 1937 in dienst getreden bij de hoofdvestiging in Deventer van Noury & van der Lande, een voedingsmiddelen- en chemiebedrijf. Op 11 november 1942 is hij op last van de Duitse bezetter gedwongen overgeplaatst naar de oliefabriek van Noury & van der Lande in Emmerik. Hij woonde toen op het adres Stokkumseweg 58 in 's-Heerenberg en ging als grensganger op en neer naar zijn werk in Emmerik.
Op 14 juni 1944 is hij omgekomen bij een bombardement op Emmerik. Hij was 28 jaar. Ook Hermanus Johannes Kamphuis is toen bij Noury & van der Lande omgekomen. De fabrieksleiding heeft ervoor gezorgd dat de lichamen van Kamphuis en Van de Kamp naar Deventer overgebracht werden.
Elders in Emmerik hebben ten gevolge van dit bombardement Bernardus Everhardus Bisseling, Alphonsus Petrus Maria Otten en Rudolphus Johannes Wiendels het leven verloren.
Van de Kamp werd op 20 juni 1944 begraven op de r.-k. begraafplaats aan de Ceintuurbaan in zijn geboorteplaats Deventer, waar zijn weduwe een graf had gekocht. Zij liet op het graf een eenvoudig kruis plaatsen, dat de Oorlogsgravenstichting (OGS) in oktober 1959 heeft vervangen door een grafsteen.
De grafsteen werd geplaatst nadat de OGS had vastgesteld dat Van de Kamp daadwerkelijk een oorlogsslachtoffer was. Een van de criteria waaraan hij moest voldoen, was dat hij onvrijwillig in Duitsland te werk was gesteld. G.J. te Dorsthorst, groepscommandant van de Groep Bergh van de Rijkspolitie, heeft dit op 28 februari 1958 bevestigd in een brief aan de OGS. De benodigde gegevens waren hem enkele dagen eerder verstrekt door Noury & van der Lande in Deventer.
In 1977 bleek bij inspectie door de OGS dat de grafsteen aan vervanging toe was. Als alternatief voor een nieuwe steen werd de weduwe aangeboden Van de Kamps stoffelijke resten over te brengen naar het Ereveld Loenen. Zij gaf hiervoor op 31 december 1977 haar toestemming. Een maand later, op 24 januari 1978, verleende de burgemeester van Deventer de vereiste vergunning voor het opgraven en het vervoer van de stoffelijke resten. De toestemming van het kerkbestuur van de Lebuinusparochie in Deventer liet vanwege ziekte van de doodgraver enige tijd op zich wachten, maar werd op 10 juli 1978 ook gegeven. Zo werd Van de Kamp op 30 augustus 1978 herbegraven op het op het Ereveld Loenen, vak B, nummer 238.
De gemeente Emmerik heeft op 18 maart 1946 een Sterbeurkunde voor Van de Kamp opgemaakt. Hierin werd als zijn woonplaats Deventer vermeld, zodat ze waarschijnlijk naar Deventer werd gestuurd. Zijn woonplaats was echter 's-Heerenberg. Zijn overlijden werd zodoende pas op 24 december 1946 ingeschreven in de gemeente Bergh op grond van de Sterbeurkunde van 18 maart 1946.
Later zijn er nog enkele Sterbeurkunden opgemaakt. De reden waarom het hieronder afgebeelde exemplaar van 24 oktober 1949 is opgemaakt, is niet bekend. Van de Kamps dossier bij het Nationaal Archief bevat een exemplaar van 17 maart 1958. Dat is vermoedelijk opgemaakt in verband met het onderzoek van de OGS naar Van de Kamps status van oorlogsslachtoffer.
Van de Kamps naam staat vermeld in het Slachtofferregister van de OGS.