Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Lenting, Wilhelmus Johannes Hendrikus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Joop Lenting werd geboren te Batavia, de hoofdstad van Nederlands-Indië, thans Jakarta, op 15 december 1922 als zoon van Jan Lenting en Anna Maria Bujung. Hij was de broer van Marietje en Corrie Lenting. In 1933 is hij met zijn ouders en zusjes naar Nederland gekomen. Zij gingen in Braamt wonen, het geboortedorp van vader Lenting.

Zijn militaire loopbaan

In Nederland

Na de oorlog meldde Joop (legernummer 22.12.15.009) zich op 26 november 1945 aan bij de Gezagtroepen van het district Achterhoek. Hij werd die dag ingedeeld bij de 8e compagnie in de Detmerskazerne in Eefde. De Gezagstroepen waren een voortzetting van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS; per 8 augustus 1945 opgeheven) en bestemd voor bewakingstaken en bijstand aan de politie. Een andere voortzetting van de NBS waren de oorlogsvrijwilligers (OVW'ers) die naar Nederlands-Indië werden uitgezonden.

Op 16 januari 1946 werd Joop overgeplaatst naar de 4e compagnie van het District Achterhoek. Op 1 april 1946 ging hij over naar het District Nijmegen van de Gezagstroepen. Op 6 mei 1946 werd hij overgeplaatst naar het Regiment Stoottroepen. Op die dag tekende hij op het Aanmeldingsbureau voor Oorlogsvrijwilligers in de Prins Frederikkazerne in Leeuwarden een verbandakte. Zijn handtekening onder die akte betekende dat hij als OVW'er naar Nederlands-Indië uitgezonden ging worden.

Op het moment dat Joop zich aanmeldde, waren de meeste OVW'ers – inclusief zij die bij de Stoottroepen dienden – al in Indië. Joop werd daarom ingedeeld bij het Detachement Aanvullingstroepen Stoottroepen. Na een korte opleiding was hij van 8 tot 14 juli met inschepingsverlof. Op 23 juli 1946 vertrok zijn onderdeel met de Kota Baroe uit Nederland.

In Nederlands-Indië

Soldaat bij 8 RS

Joop als Stoottroeper. Zijn baretembleem ontbreekt, maar op zijn mouw draagt hij een naamlint van de Stoottroepen.

Joop kwam op 23 augustus 1946 aan in Tandjong Priok, de haven van Batavia op West-Java. Na verdere opleiding maakte hij op 25 oktober deel uit van een groep die als aanvullingscompagnie bij het 8e bataljon van het Regiment Stoottroepen (8 RS) werd geplaatst. Een week later, op 1 november, kreeg hij zijn uiteindelijke bestemming bij de 2e compagnie van 8 RS (2-8 RS). Daar was hij oppasser (in de betekenis van "soldaat in persoonlijke dienst van een officier") van een van de pelotonscommandanten van deze compagnie.

8 RS was al in november 1945 uit Nederland vertrokken en na een verblijf in Engeland en op Malakka in maart 1946 over het oosten van de Indische archipel verspreid. Opgesplitst in kleinere onderdelen had het bataljon bewakingstaken uitgevoerd op Celebes, de Molukken en Nederlands Nieuw-Guinea. In juli 1946 kwam het bataljon weer bij elkaar op Bali.

Eind oktober 1946 werd 8 RS verplaatst naar Palembang op Zuid-Sumatra. Bij aankomst daar arriveerde ook het aanvullingsdetachement van Joop. 8 RS bleef in Palembang tot de 1e Politionele Actie van juli-augustus 1947 en patrouilleerde daarna in Lahat en omgeving.

Andere Stoottroepers

Het embleem van de Stoottroepen


Joop doet de was, ergens in Indië
Joop, staande uiterst links, met zijn peloton. De datum is onbekend, zodat niet duidelijk is of deze foto bij de Stoottroepen of bij de Blijvertjes is gemaakt.

Soldaat bij 2-15 RI

Toen 8 RS in juni 1948 repatrieerde (omdat de diensttijd erop zat), konden Joop en de andere jongens die als aanvullers waren gekomen, niet mee naar Nederland. Zij moesten blijven om hun diensttijd vol te maken. Samen met lotgenoten van andere OVW-bataljons kwamen ze terecht bij het Blijvertjes-bataljon 2-15 RI. Dit bataljon werd op 1 juni 1948 opgericht in Soerabaja op Oost-Java. De wijde omgeving van deze stad is het gebied waar 2-15 RI werd ingezet. De eerste maand was Joop ingedeeld bij de stafcompagnie van 2-15 RI, maar op 1 juli ging hij over naar de 1e compagnie. Op 1 september 1948 werd hij bevorderd tot soldaat 1e klas.

2-15 RI was een van de drie Blijvertjes-bataljons van het 15e Regiment Infanterie (1-, 2-, en 3-15 RI). De bedoeling was dat het blijven maar een paar maanden zou duren, maar door de 2e Politionele Actie (die vlak voor Kerstmis 1948 begon) liep dit uit tot bijna een jaar. In die tijd zijn er nog 19 jongens van 2-15 RI omgekomen. Pas op 15 juni 1949 vertrok het bataljon met de Kota Inten uit Tandjong Priok, de haven van Batavia, en kwam op 20 juli 1949 aan in de haven van Rotterdam.

Andere militairen van 2-15 RI

Zie ook

Weer in Nederland

Joop, zittend, tijdens zijn diensttijd na terugkeer uit Nederlands-Indië

Na terugkeer uit Nederlands-Indië is Joop nog bijna een jaar in militaire dienst gebleven. De meeste tijd daarvan heeft hij gediend in de Menno van Coehoornkazerne in Arnhem. Op 1 juni 1950 werd hij ontheven van zijn verbintenis als OVW'er en verliet hij de dienst.

Zijn verdere leven

Vanaf 1950 heeft Joop 25 jaar bij Vulcaansoord in Terborg gewerkt. Voor dit langdurige dienstverband is hij in 1976 onderscheiden met de eremedaille in brons verbonden aan de Orde van Oranje Nassau. Kort daarop ging hij met vakantie, maar toen hij na terugkeer weer aan het werk wilde, bleek dat Vulcaansoord failliet was gegaan. Dit was het gevolg van wanbeleid en zwendel van de directie. Gelukkig behoorde Joop tot de zeventig van de circa driehonderd ontslagen werknemers die aan de slag konden bij ijzergieterij Lovink in Terborg. Daar heeft hij tot aan zijn pensioen nog ongeveer zes jaar gewerkt.

Joop overleed in Terborg op 10 maart 2005, 82 jaar oud.

Bronnen

  • Familie Lenting
  • Bevolkingsregister Bergh
  • Indië 1945-1950: 8 RS en 2-15 RI
  • Staat van Dienst van Joop Lenting, op 21 november 2014 verstrekt door het Ministerie van Defensie, Defensie Materieel Organisatie, Joint IV Commando / C4I&I / InformatieBeheer
  • Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, archief 1053 Gemeentebestuur Wisch, inventaris 1.855.2: Eretekenen en koninklijke onderscheidingen