Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Dysenterie: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (verwijzing)
(aanvulling uit genoemde bronnen)
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Tekst over '''Dysenterie''' komt voor in [[Old Ni-js]] [[Old Ni-js 064|nummer 64]] (''Dysenterie in [[Kilder]]'') en in het boek [[Spiegel van een eeuw Oostgelders leven]]. De ziekte werd vroeger ook wel 'rode loop' genoemd.
+
== De rode loop ==
 +
'''Dysenterie''' is een besmettelijke ziekte die wordt gekenmerkt door zware diarree en bloed in de ontlasting. Een andere naam voor de ziekte was daarom de '''rode loop'''. Veel voorkomende vormen zijn amoebendysenterie en shigellose, die veroorzaakt wordt door de Shigella-bacterie. Tegenwoordig is dysenterie goed te behandelen met antibiotica en vochttoediening, maar vroeger was de ziekte vooral bij kinderen en oude mensen vaak fataal.
 +
 
 +
=== Dysenterie in Beek in 1702 ===
 +
In [[1702]] meldde Christiaan Meurs, [[Kosters|koster]]-[[Onderwijzers|schoolmeester]] en gildeschrijver, in het gildeboek van het [[Jansgilde Beek|Sint-Jansgilde]] in [[Beek]]:
 +
 
 +
::''Anno 1702 is den Roode Loop geweest ... van S. Laurents [10 augustus] tot Kersemis [25 december], 46 gestorve ... soo Jonck als out. De [[Pastoors en Kapelaans|pastoor]] eerst en de Custer lest."
 +
 
 +
De ''Custer'' was niet Christiaan Meurs zelf, maar Petrus Muers. Dit bijkt uit het overlijdensregister van de [[St. Martinus Beek|parochie Beek]], dat in deze periode de namen van 24 volwassenen vermeldt. De meeste van hen, en wellicht allemaal, zullen aan de rode loop gestorven zijn. De overige 22 doden moeten kinderen zijn geweest.
 +
{|
 +
| valign=top width=400 |
 +
*10-08 [[Biderwant, Cornelius|P. Cornelius Biderwant]] (missionarius in Beeck)
 +
*24-08 Henricus Hermsen
 +
*25-08 Oswaldus Verhejen
 +
*29-08 Barbara Lentsen
 +
*31-08 Cornelius Verhejen
 +
*01-09 Adamus Bodde senior
 +
*02-09 Swibertus Verhejen
 +
*02-09 Anna Joosten
 +
*05-09 Nicolaus Bodde
 +
*06-09 Joannes Lamers
 +
*15-09 Henricus Verhejen
 +
*16-09 Wilhelmus Jansen
 +
| valign=top width=400 |
 +
*18-09 Joannes Bodde
 +
*20-09 Theodora Schuermans
 +
*20-09 Reinerus Lamers
 +
*22-09 Gerardus Bitter
 +
*01-10 Joanna Philipsen
 +
*01-10 Aleida Gertsen
 +
*03-10 Henrica Philipsen
 +
*04-10 Joannes Dercksen
 +
*05-10 Bernardus Hermsen
 +
*05-10 Maria Gertsen
 +
*11-12 Albertus Bernsen
 +
*11-12 Petrus Muers [de koster]
 +
|}
 +
De rode loop in heerste 1702 niet alleen in Beek, maar ook elders in [[Gelderland]], Overijssel en Limburg. Wat [[Land van den Bergh|Bergh]] betreft zijn er vooralsnog geen verdere gegevens voorhanden. Gedurende de hele [[:Categorie:Jaartallen 1700-1799|18de eeuw]]  stak de ziekte de kop op. In Gelderland was [[1783]] een topjaar.
 +
 
 +
=== De epidemie van 1783 ===
 +
In 1783 heerste er een epidemie in Gelderland die ook in Bergh veel slachtoffers heeft gemaakt. Johan [[Marle, Van|van Marle]] van [[Loo|huize 't Loo]] in [[Kilder]], stadhouder en [[Landdrosten|landdrost]] van [[Land van den Bergh|Bergh]], riep toen de hulp in van de [[Emmerik|Emmerikse]] geneesheer Thijs om de ziektegevallen in Bergh te onderzoeken en advies uit te brengen hoe de epidemie gestopt kon worden.
 +
 
 +
Het verslag van Thijs op 15 september 1783 uitbracht, bevindt zich in het [[Archief Huis Bergh|archief]] van [[Huis Bergh]]. Naar zijn oordeel was de dysenterie niet van de ergste soort, maar de bestrijding werd gehinderd doordat mensen hun woningen te weinig luchtten. Daardoor ademden ook gezonden ''alle omreinigheden'' in, waardoor de ''kranckheit'' zich voortplantte. Huizen moesten daarom beter gelucht worden en zowel zieken als gezonden moesten hun mond regelmatig spoelen met ''alijn''. Met dit laatste wordt waarschijnlijk aluin bedoeld, dat ook nu nog wel gebruikt wordt voor wondontsmetting.
 +
 
 +
Het verslag bevat ook een ''Lijst der krancken die aen de Dijsenterie laboreerd hebben''.
 +
{|
 +
| valign=top width=300 |
 +
*'''In s"Herenbergh'''
 +
**3 Kinder van Gulicher
 +
**Verhegen en 2 Kinder
 +
**vrouw ten Holt
 +
**vrouw Fancon
 +
**vrouw Vinck en haar Dogter
 +
**De Soon van Bott
 +
**vrouw Koopman
 +
**De Jood Salomon Isaac
 +
**Lamert Boss en Dogter
 +
| valign=top width=300 |
 +
*'''In Zedam'''
 +
**De vrou van Stell en de Dogter
 +
**De Knegt bij Varwijck
 +
**De Jood Levi en vrou
 +
**Heisterboom
 +
**De vrou van Derck Aloffs en Soon
 +
**H. Hoeven
 +
**B. Hagedoorn
 +
**H. Aloffs
 +
**Jan Ophoff en een kind
 +
**Gerritje Steentjes
 +
**Willem van Zolingen sijn Kind
 +
**De vrou van Limbeek
 +
**De vrou van Jan Jansen
 +
**het Kind van Feldman
 +
**vrou Reike
 +
**Willem Voss sijn Kind
 +
**De vrou van Derck Jansen
 +
**Bernd Schepers
 +
**Een Kind van Draeijer
 +
**De vrou van Heister
 +
**De vrou van Wessels
 +
**De Dogter van Peter Weijers
 +
| valign=top width=300 |
 +
*'''In [[Stokkum|Stökkum]]'''
 +
**Een swangere vrou van Jan Weijers
 +
**3 Kinder bij Weijers
 +
**Jan Dercksen
 +
**Brunis, vrou en 2 Kinder
 +
**Bronckhorst, vrou en een Kind
 +
**Griet Geerlich, meid bij J. Bronckhorst
 +
*'''In Lengel'''
 +
**De Dogter van Messing
 +
**De weduwe Jansen
 +
**vrou Jansen
 +
**Winter
 +
**Hr Messing
 +
*'''In Beeck'''
 +
**Het Kind van Jan Meurs
 +
**De Dogter van Brugman
 +
**De vrou van Gerrit Gerritzen
 +
**weduwe Rombels
 +
**het Kind van Jan H Kerckhoff
 +
**De vrou van Gerrit Gerritzen
 +
*'''In Braamt'''
 +
**Bernd Draeijers vrou en Kind
 +
**Jan Eijkelder en 2 Kinder
 +
|}
 +
 
 +
Thijs sloot zijn rapport of met een overzicht in tabelvorm.
 +
 
 +
{| class="wikitable"
 +
|-
 +
! Lijst der Huijshoudingen, krancken en Dooden
 +
! Huijshoudingen
 +
! kranken
 +
! Dooden
 +
|-
 +
| In s"Herenbergh
 +
| <center>14</center>
 +
| <center>21</center>
 +
| <center>5</center>
 +
|-
 +
| In Zedam
 +
| <center>22</center>
 +
| <center>32</center>
 +
| <center>13</center>
 +
 
 +
|-
 +
| In Beeck
 +
| <center>7</center>
 +
| <center>16</center>
 +
| <center>1 kind</center>
 +
|-
 +
| In Stökkum
 +
| <center>9</center>
 +
| <center>22</center>
 +
| <center>7</center>
 +
|-
 +
| In Braam
 +
| <center>2</center>
 +
| <center>7</center>
 +
| <center>1</center>
 +
 
 +
|-
 +
| aen de [[Speelberg|Speelbergh]]
 +
| <center>2</center>
 +
| <center>6</center>
 +
| <center>1</center>
 +
|-
 +
!Totaal
 +
!56
 +
!104
 +
!28
 +
|}
 +
 
 +
Wat later, op 3 oktober 1783, stelde [[Bouwman, Theodorus|pastoor Bouwman]] van de [[Hollandse Missie|statie]] Zeddam het volgende overzicht op voor de periode van 10 augustus tot 3 oktober 1783.
 +
 
 +
{| class="wikitable"
 +
|-
 +
!
 +
!Huishoudingen
 +
! grote menschen<br>gestorven
 +
! kinderen<br>gestorven
 +
|-
 +
| 't Dorp Zeddam
 +
| <center>23</center>
 +
| <center>6</center>
 +
| <center>19</center>
 +
|-
 +
| Stokkom
 +
| <center>15</center>
 +
|<center> 2</center>
 +
| <center>16</center>
 +
|-
 +
| [[Azewijn|Groot-Azem]]
 +
| <center>4</center>
 +
| <center>2</center>
 +
| <center></center>
 +
|-
 +
| Braamt
 +
| <center>5</center>
 +
| <center>1</center>
 +
| <center>3</center>
 +
|-
 +
| [[Vinkwijk (buurtschap)|Vinkop]]
 +
| <center>1</center>
 +
| <center></center>
 +
| <center></center>
 +
|-
 +
!Totaal
 +
!48
 +
!11
 +
!38
 +
|}
 +
Pastoor Bouwmans overzicht beslaat een langere periode dan dat van dokter Thijs, maar toch is duidelijk dat de twee overzichten elkaar niet volledig dekken, ook niet voor de plaatsen die in beide voorkomen.  Toch geven ze een goede indruk van de ernst van de epidemie: de meeste mensen zijn toen niet ziek geworden.
 +
 
 +
=== Dysenterie in Lengel in 1872 ===
 +
Ook in [[gemeente Bergh]] is dysenterie voorgekomen. In juni [[1872]] brak de ziekte in [[Lengel]] uit. De bron was een [[Didam|Didamse]] jongeman die in Gelsenkirchen werkte en daar besmet raakte. Bij een bezoek aan zijn zus in Lengel openbaarde de ziekte zich. Op 29 juni besloot hij naar huis in Didam te gaan, maar hij kwam niet verder dan het [[Bergherbos]]. Hij werd teruggebracht naar zijn zus in Lengel, vanwaar hij de volgende dag per kar naar Didam werd gebracht. Daar overleed hij nog dezelfde dag.
 +
 
 +
Enkele dagen later werden twee personen ziek in de woning van de Lengelse zus. In september waren er al tussen de dertig en veertig mensen ziek, van wie er zeven overleden. Maatregelen die [[Politiek#Burgemeesters|burgemeester]] [[Hugenpoth tot Aerdt, Carolus Antonius Ludovicus baron van|Van Hugenpoth tot Aerdt sr.]] in overleg met de geneeskundig inspecteur en Berghse artsen afkondigde werden slecht opgevolgd, zodat het uiteindelijke aantal slachtoffers waarschijnlijk hoger is geweest.
 +
 
 +
=== Dysenterie in Kilder in 1899 ===
 +
In oktober [[1899]] hebben zich in Bergh opnieuw gevallen van dysenterie voorgedaan. Ook dit keer lag de bron in [[Duitsland]], waar de ziekte zich vanuit de kolenmijnen rond Oberhausen naar een aantal Nederlandse grensgemeenten heeft verspreid. Vanuit Groessen bij [[Duiven (gemeente)|Duiven]] is de ziekte naar [[Kilder]] overgebracht, waar in de gezinnen van de broers Johannes Meijnen en Willem Mijnen dertien personen ziek werden (hun achternamen werden verschillend gespeld). Van hen overleden er zes; vier van de zeven kinderen van Johannes Meijnen en twee van de vijf kinderen van Willem Mijnen.
 +
 
 +
De twee broers woonden met hun gezinnen naast elkaar, maar hun huizen stonden afgezonderd van andere bebouwing. De [[:Categorie:Gemeenteartsen|gemeentearts]] kon in samenwerking met burgemeester [[Hugenpoth tot Aerdt, Johannes Nepomucenus baron van|Van Hugenpoth tot Aerdt jr.]] en [[Pastoors en Kapelaans|pastoor]] [[Bluemers, Theodorus Antonius Johannes| Bluemers]] van deze geïsoleerde ligging gebruikmaken om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen. Beide gezinnen werden ontheven van de plicht om naar school en naar de kerk te gaan. Niemand mocht hen bezoeken. De veldwachter bracht hen dagelijks een warme maaltijd door die op een bepaalde tijd op een bepaalde afstand van hun huizen neer te zetten. Wat zij verder nodig hadden aan voedsel en brandstoffen moesten zij op een vel papier schrijven en in een emmer doen, die op diezelfde plek moest worden neergezet. De veldwachter nam de emmer dan mee en bracht hem gevuld op een bepaalde tijd weer terug. Nadat een arts enkele weken later had kunnen vaststellen dat de ziekte geweken was, werden de huizen grondig ontsmet. Aldus heeft de dysenterie zich beperkt tot deze twee gezinnen.
 +
 
 +
[[Mijnen, Johannes|Jan Mijnen]], een zoon van Willem Mijnen, had de dysenterie overleefd, maar overleed in de [[Tweede Wereldoorlog]] een dag nadat hij op 2 oktober [[1944]] zwaar gewond was geraakt door vliegtuigkogels.
 +
 
 +
== Trivia ==
 +
De Rode Loop (met hoofdletters) is een riviertje bij Turnhout in België.
 +
 
 +
== Bronnen ==
 +
*Artikel van [[Thoben, John|John Thoben]] op de oude website (tot [[2015]]) van de [[Heemkundekring Bergh]]
 +
*[[Archief Huis Bergh]], inventarisnummer 1839
 +
*[[Old Ni-js 064|Old Ni-js 64]], blz. 21–23
 +
*Op [http://www.delpher.nl Delpher]
 +
**''Het Nieuws van den Dag'' van 5 september 1872
 +
**''Arnhemsche Courant'' van 6 september 1872 en 11 november 1899
 +
*Op Wikipedia:
 +
**[http://nl.wikipedia.org/wiki/Dysenterie Dysenterie]
 +
**[http://nl.wikipedia.org/wiki/Rode_Loop Rode Loop]
  
 
[[Categorie:Besmettelijke ziekten]]
 
[[Categorie:Besmettelijke ziekten]]

Huidige versie van 20 nov 2019 om 05:53

De rode loop

Dysenterie is een besmettelijke ziekte die wordt gekenmerkt door zware diarree en bloed in de ontlasting. Een andere naam voor de ziekte was daarom de rode loop. Veel voorkomende vormen zijn amoebendysenterie en shigellose, die veroorzaakt wordt door de Shigella-bacterie. Tegenwoordig is dysenterie goed te behandelen met antibiotica en vochttoediening, maar vroeger was de ziekte vooral bij kinderen en oude mensen vaak fataal.

Dysenterie in Beek in 1702

In 1702 meldde Christiaan Meurs, koster-schoolmeester en gildeschrijver, in het gildeboek van het Sint-Jansgilde in Beek:

Anno 1702 is den Roode Loop geweest ... van S. Laurents [10 augustus] tot Kersemis [25 december], 46 gestorve ... soo Jonck als out. De pastoor eerst en de Custer lest."

De Custer was niet Christiaan Meurs zelf, maar Petrus Muers. Dit bijkt uit het overlijdensregister van de parochie Beek, dat in deze periode de namen van 24 volwassenen vermeldt. De meeste van hen, en wellicht allemaal, zullen aan de rode loop gestorven zijn. De overige 22 doden moeten kinderen zijn geweest.

  • 10-08 P. Cornelius Biderwant (missionarius in Beeck)
  • 24-08 Henricus Hermsen
  • 25-08 Oswaldus Verhejen
  • 29-08 Barbara Lentsen
  • 31-08 Cornelius Verhejen
  • 01-09 Adamus Bodde senior
  • 02-09 Swibertus Verhejen
  • 02-09 Anna Joosten
  • 05-09 Nicolaus Bodde
  • 06-09 Joannes Lamers
  • 15-09 Henricus Verhejen
  • 16-09 Wilhelmus Jansen
  • 18-09 Joannes Bodde
  • 20-09 Theodora Schuermans
  • 20-09 Reinerus Lamers
  • 22-09 Gerardus Bitter
  • 01-10 Joanna Philipsen
  • 01-10 Aleida Gertsen
  • 03-10 Henrica Philipsen
  • 04-10 Joannes Dercksen
  • 05-10 Bernardus Hermsen
  • 05-10 Maria Gertsen
  • 11-12 Albertus Bernsen
  • 11-12 Petrus Muers [de koster]

De rode loop in heerste 1702 niet alleen in Beek, maar ook elders in Gelderland, Overijssel en Limburg. Wat Bergh betreft zijn er vooralsnog geen verdere gegevens voorhanden. Gedurende de hele 18de eeuw stak de ziekte de kop op. In Gelderland was 1783 een topjaar.

De epidemie van 1783

In 1783 heerste er een epidemie in Gelderland die ook in Bergh veel slachtoffers heeft gemaakt. Johan van Marle van huize 't Loo in Kilder, stadhouder en landdrost van Bergh, riep toen de hulp in van de Emmerikse geneesheer Thijs om de ziektegevallen in Bergh te onderzoeken en advies uit te brengen hoe de epidemie gestopt kon worden.

Het verslag van Thijs op 15 september 1783 uitbracht, bevindt zich in het archief van Huis Bergh. Naar zijn oordeel was de dysenterie niet van de ergste soort, maar de bestrijding werd gehinderd doordat mensen hun woningen te weinig luchtten. Daardoor ademden ook gezonden alle omreinigheden in, waardoor de kranckheit zich voortplantte. Huizen moesten daarom beter gelucht worden en zowel zieken als gezonden moesten hun mond regelmatig spoelen met alijn. Met dit laatste wordt waarschijnlijk aluin bedoeld, dat ook nu nog wel gebruikt wordt voor wondontsmetting.

Het verslag bevat ook een Lijst der krancken die aen de Dijsenterie laboreerd hebben.

  • In s"Herenbergh
    • 3 Kinder van Gulicher
    • Verhegen en 2 Kinder
    • vrouw ten Holt
    • vrouw Fancon
    • vrouw Vinck en haar Dogter
    • De Soon van Bott
    • vrouw Koopman
    • De Jood Salomon Isaac
    • Lamert Boss en Dogter
  • In Zedam
    • De vrou van Stell en de Dogter
    • De Knegt bij Varwijck
    • De Jood Levi en vrou
    • Heisterboom
    • De vrou van Derck Aloffs en Soon
    • H. Hoeven
    • B. Hagedoorn
    • H. Aloffs
    • Jan Ophoff en een kind
    • Gerritje Steentjes
    • Willem van Zolingen sijn Kind
    • De vrou van Limbeek
    • De vrou van Jan Jansen
    • het Kind van Feldman
    • vrou Reike
    • Willem Voss sijn Kind
    • De vrou van Derck Jansen
    • Bernd Schepers
    • Een Kind van Draeijer
    • De vrou van Heister
    • De vrou van Wessels
    • De Dogter van Peter Weijers
  • In Stökkum
    • Een swangere vrou van Jan Weijers
    • 3 Kinder bij Weijers
    • Jan Dercksen
    • Brunis, vrou en 2 Kinder
    • Bronckhorst, vrou en een Kind
    • Griet Geerlich, meid bij J. Bronckhorst
  • In Lengel
    • De Dogter van Messing
    • De weduwe Jansen
    • vrou Jansen
    • Winter
    • Hr Messing
  • In Beeck
    • Het Kind van Jan Meurs
    • De Dogter van Brugman
    • De vrou van Gerrit Gerritzen
    • weduwe Rombels
    • het Kind van Jan H Kerckhoff
    • De vrou van Gerrit Gerritzen
  • In Braamt
    • Bernd Draeijers vrou en Kind
    • Jan Eijkelder en 2 Kinder

Thijs sloot zijn rapport of met een overzicht in tabelvorm.

Lijst der Huijshoudingen, krancken en Dooden Huijshoudingen kranken Dooden
In s"Herenbergh
14
21
5
In Zedam
22
32
13
In Beeck
7
16
1 kind
In Stökkum
9
22
7
In Braam
2
7
1
aen de Speelbergh
2
6
1
Totaal 56 104 28

Wat later, op 3 oktober 1783, stelde pastoor Bouwman van de statie Zeddam het volgende overzicht op voor de periode van 10 augustus tot 3 oktober 1783.

Huishoudingen grote menschen
gestorven
kinderen
gestorven
't Dorp Zeddam
23
6
19
Stokkom
15
2
16
Groot-Azem
4
2
Braamt
5
1
3
Vinkop
1
Totaal 48 11 38

Pastoor Bouwmans overzicht beslaat een langere periode dan dat van dokter Thijs, maar toch is duidelijk dat de twee overzichten elkaar niet volledig dekken, ook niet voor de plaatsen die in beide voorkomen. Toch geven ze een goede indruk van de ernst van de epidemie: de meeste mensen zijn toen niet ziek geworden.

Dysenterie in Lengel in 1872

Ook in gemeente Bergh is dysenterie voorgekomen. In juni 1872 brak de ziekte in Lengel uit. De bron was een Didamse jongeman die in Gelsenkirchen werkte en daar besmet raakte. Bij een bezoek aan zijn zus in Lengel openbaarde de ziekte zich. Op 29 juni besloot hij naar huis in Didam te gaan, maar hij kwam niet verder dan het Bergherbos. Hij werd teruggebracht naar zijn zus in Lengel, vanwaar hij de volgende dag per kar naar Didam werd gebracht. Daar overleed hij nog dezelfde dag.

Enkele dagen later werden twee personen ziek in de woning van de Lengelse zus. In september waren er al tussen de dertig en veertig mensen ziek, van wie er zeven overleden. Maatregelen die burgemeester Van Hugenpoth tot Aerdt sr. in overleg met de geneeskundig inspecteur en Berghse artsen afkondigde werden slecht opgevolgd, zodat het uiteindelijke aantal slachtoffers waarschijnlijk hoger is geweest.

Dysenterie in Kilder in 1899

In oktober 1899 hebben zich in Bergh opnieuw gevallen van dysenterie voorgedaan. Ook dit keer lag de bron in Duitsland, waar de ziekte zich vanuit de kolenmijnen rond Oberhausen naar een aantal Nederlandse grensgemeenten heeft verspreid. Vanuit Groessen bij Duiven is de ziekte naar Kilder overgebracht, waar in de gezinnen van de broers Johannes Meijnen en Willem Mijnen dertien personen ziek werden (hun achternamen werden verschillend gespeld). Van hen overleden er zes; vier van de zeven kinderen van Johannes Meijnen en twee van de vijf kinderen van Willem Mijnen.

De twee broers woonden met hun gezinnen naast elkaar, maar hun huizen stonden afgezonderd van andere bebouwing. De gemeentearts kon in samenwerking met burgemeester Van Hugenpoth tot Aerdt jr. en pastoor Bluemers van deze geïsoleerde ligging gebruikmaken om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen. Beide gezinnen werden ontheven van de plicht om naar school en naar de kerk te gaan. Niemand mocht hen bezoeken. De veldwachter bracht hen dagelijks een warme maaltijd door die op een bepaalde tijd op een bepaalde afstand van hun huizen neer te zetten. Wat zij verder nodig hadden aan voedsel en brandstoffen moesten zij op een vel papier schrijven en in een emmer doen, die op diezelfde plek moest worden neergezet. De veldwachter nam de emmer dan mee en bracht hem gevuld op een bepaalde tijd weer terug. Nadat een arts enkele weken later had kunnen vaststellen dat de ziekte geweken was, werden de huizen grondig ontsmet. Aldus heeft de dysenterie zich beperkt tot deze twee gezinnen.

Jan Mijnen, een zoon van Willem Mijnen, had de dysenterie overleefd, maar overleed in de Tweede Wereldoorlog een dag nadat hij op 2 oktober 1944 zwaar gewond was geraakt door vliegtuigkogels.

Trivia

De Rode Loop (met hoofdletters) is een riviertje bij Turnhout in België.

Bronnen