Sinderdinck, Eugenius

De inschrijving van Sinderdincks doop in het doopboek van Zeddam over de jaren 1777–1811.

Eugenius Sinderdinck werd in januari 1807 gevonden aan de Zinderdijk tussen Kilder en Dichteren. Bij zijn doop op 27 januari gaf pastoor Beenen van Zeddam hem zijn namen.

Pastoor Beenen noteerde in het doopboek geen verklaring voor de keuze van de voornaam Eugenius, maar wel voor die van de achternaam: invenerunt puerum ibi, Latijn voor "zij vonden de jongen daar". Worden met "zij" de peetouders Willem Verstegen en zijn vrouw Theodora Slaaman bedoeld, zodat zij het kind gevonden hebben? Hoe dan ook is het kind niet naar hen vernoemd. Willem Verstegen was tapper aan de Zinderdijk.

Vondelingen kregen vaak de achternaam Vondeling, maar het was (in de gemeente Bergh) ook een gewoonte de naam van hun vindplaats als achternaam te geven. In 1868 werd Joannes Wilhelmus Hofstraat vernoemd naar de Hofstraat in 's-Heerenberg, en in 1917 kreeg Johannes Theodorus Steenakker de naam van de Steenakker.

Sinderdinck is opgegroeid bij de ouders van zijn peettante: Jan Slaaman en Hilleke Frinks. Zij woonden in het laatste huis in Kilder aan de weg naar Doetinchem. Na de aanleg van de autoweg A18 is dit stukje Kilder bij Wijnbergen gevoegd en kreeg het huis als adres Oud Kilderseweg 57.

Eugene Sinderdinck trouwde op 16 februari 1838 in Steenderen met Hermina Berendsen, rond 1810 geboren in Hengelo als dochter van Harmen Berendsen en Christina Weetink. Zijn kinderen werden in Baak geboren en zorgden voor nageslacht in de Achterhoek en Liemers.

Hij overleed in Steenderen op 25 april 1886, 79 jaar oud. Zijn vrouw was al in 1880 overleden.

Bronnen

• Archieven.nl
• Montferland Nieuws, maart 2002