Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Evers, Albertus: verschil tussen versies
(aanvullingen uit GAB) |
k (→Boerenknecht: link boerderij GA Kets) |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
Evers was boerenknecht en wisselde, zoals dat gebruikelijk was, vaak van werkgever. Zijn gangen kunnen aan de hand van het [[Bevolkingsregister]] van de [[gemeente Bergh]] als volgt worden nagegaan. | Evers was boerenknecht en wisselde, zoals dat gebruikelijk was, vaak van werkgever. Zijn gangen kunnen aan de hand van het [[Bevolkingsregister]] van de [[gemeente Bergh]] als volgt worden nagegaan. | ||
− | Zijn eerste vermelding op Nederlands grondgebied is van 30 maart [[1933]], toen hij uit Bedburg bij Keulen naar Beek kwam. Hij vestigde zich bij zijn oom Johannes Albertus [[Thuis en Thus|Thus]]. Het is niet duidelijk hoe lang hij daar bleef, maar op 18 september [[1934]] kwam hij vanuit [[Doetinchem]] weer naar Beek, waar hij introk en bij een andere oom van hem, Bernardus [[Rosendaal Evers|Rosendaal]]. Al na een maand, op 20 oktober 1934, vertrok hij naar [[Zevenaar]]. Op 26 augustus [[1935]] liet hij zich, komende van Hüls bij Krefeld, weer inschrijven in Bergh. Op 16 april [[1936]] werd hij knecht bij Gerhardus Albertus Kets in [[Braamt]]. Volgens een rapport dat hieronder nog ter sprake komt, is hij daar tot na het begin van de [[Tweede Wereldoorlog|oorlog]] gebleven. Toen is hij knecht geworden bij H. Derksen in [[Elten]]. | + | Zijn eerste vermelding op Nederlands grondgebied is van 30 maart [[1933]], toen hij uit Bedburg bij Keulen naar Beek kwam. Hij vestigde zich bij zijn oom Johannes Albertus [[Thuis en Thus|Thus]]. Het is niet duidelijk hoe lang hij daar bleef, maar op 18 september [[1934]] kwam hij vanuit [[Doetinchem]] weer naar Beek, waar hij introk en bij een andere oom van hem, Bernardus [[Rosendaal Evers|Rosendaal]]. Al na een maand, op 20 oktober 1934, vertrok hij naar [[Zevenaar]]. Op 26 augustus [[1935]] liet hij zich, komende van Hüls bij Krefeld, weer inschrijven in Bergh. Op 16 april [[1936]] werd hij knecht bij [[Hertenbroeksgoed|Gerhardus Albertus Kets]] in [[Braamt]]. Volgens een rapport dat hieronder nog ter sprake komt, is hij daar tot na het begin van de [[Tweede Wereldoorlog|oorlog]] gebleven. Toen is hij knecht geworden bij H. Derksen in [[Elten]]. |
− | Toen hij ongeveer een jaar bij Derksen was, kreeg Evers een ongeluk. Hij raakte gewond aan zijn arm en moest geruime tijd in het ziekenhuis in [[Emmerik]] verpleegd worden. Zijn arm herstelde niet helemaal, zodat hij geen boerenwerk meer kon doen. Hij is toen op een papierfabriek in Emmerik gaan werken. | + | Toen hij ongeveer een jaar bij Derksen was, kreeg Evers een ongeluk. Hij raakte gewond aan zijn arm en moest geruime tijd in het ziekenhuis in [[Emmerik]] verpleegd worden. Zijn arm herstelde niet helemaal, zodat hij geen boerenwerk meer kon doen. Hij is toen op een papierfabriek in Emmerik gaan werken. |
== Oorlogsslachtoffer == | == Oorlogsslachtoffer == |
Versie van 18 jul 2013 om 16:00
Boerenknecht
Albert Evers werd geboren op 24 december 1908 te Homberg-Hochheide bij Duisburg (D) als zoon van Albertus Evers en Anna Gertrud Grünnemans. Hij was getrouwd met Berendina Wilhelmina Jansen uit Beek, geboren op 28 december 1917 als dochter van Hendrikus Jansen en Elisabeth Croes.
Evers was boerenknecht en wisselde, zoals dat gebruikelijk was, vaak van werkgever. Zijn gangen kunnen aan de hand van het Bevolkingsregister van de gemeente Bergh als volgt worden nagegaan.
Zijn eerste vermelding op Nederlands grondgebied is van 30 maart 1933, toen hij uit Bedburg bij Keulen naar Beek kwam. Hij vestigde zich bij zijn oom Johannes Albertus Thus. Het is niet duidelijk hoe lang hij daar bleef, maar op 18 september 1934 kwam hij vanuit Doetinchem weer naar Beek, waar hij introk en bij een andere oom van hem, Bernardus Rosendaal. Al na een maand, op 20 oktober 1934, vertrok hij naar Zevenaar. Op 26 augustus 1935 liet hij zich, komende van Hüls bij Krefeld, weer inschrijven in Bergh. Op 16 april 1936 werd hij knecht bij Gerhardus Albertus Kets in Braamt. Volgens een rapport dat hieronder nog ter sprake komt, is hij daar tot na het begin van de oorlog gebleven. Toen is hij knecht geworden bij H. Derksen in Elten.
Toen hij ongeveer een jaar bij Derksen was, kreeg Evers een ongeluk. Hij raakte gewond aan zijn arm en moest geruime tijd in het ziekenhuis in Emmerik verpleegd worden. Zijn arm herstelde niet helemaal, zodat hij geen boerenwerk meer kon doen. Hij is toen op een papierfabriek in Emmerik gaan werken.
Oorlogsslachtoffer
Waar Evers woonde toen hij op de Emmerikse papierfabriek werkte, is niet duidelijk. Als zijn laatste adres in Nederland wordt opgegeven Peeskesweg 141 in Beek.
Op een dag heeft hij op een wc in Emmerik (vermoedelijk op de papierfabriek) iets nadeligs over Hitler geschreven. Hiervoor werd hij gearresteerd. Volgens zijn bidprentje is hij daarna in de nacht van 24 op 25 oktober 1944 doodgeschoten in een tuchthuis in Brandenburg an der Havel. Zijn lichaam is toen waarschijnlijk daar in de buurt begraven.
Na de oorlog is Evers' stoffelijk overschot naar Nederland overgebracht. In een brief van 17 april 1950 verzocht de Dienst van Identificatie en Berging aan burgemeester Nederveen inlichtingen te verstrekken die overbrenging op rijkskosten moesten rechtvaardigen. De burgemeester heeft toen wachtmeester 1e klas G. Assendorp van de Rijkspolitie opdracht gegeven een rapport op te stellen.
Assendorps rapport is gedateerd op 13 mei 1950 en stelt dat Evers op politiek gebied heel gunstig bekend stond. Hij kwam dan ook niet voor in de administratie van de Politieke Recherche Afdeling (PRA), de opvolger van de Politieke Opsporingsdienst. Ook kwam hij niet voor in de administratie van het Gewestelijk Arbeidsbureau in 's-Heerenberg. Zou hij via het arbeidsbureau vrijwillig een baan in Duitsland hebben aangenomen, dan zou dit reden kunnen zijn overbrenging op rijkskosten te weigeren.
Nu was Evers in de oorlog weliswaar niet via het arbeidsbureau, maar toch vrijwillig in Duitsland gaan werken, namelijk op de papierfabriek in Emmerik. Hierover legt Evers' voormalige werkgever, de landbouwer Derksen in Elten, in het rapport een verklaring af. Dit bracht overbrenging op rijkskosten in gevaar, zodat burgemeester Nederveen op 15 mei 1950 een aanvullende verklaring schreef als bijlage bij Assendorps rapport. Hierin stelde hij dat het voor inwoners van Bergh al voor de oorlog een normaal verschijnsel was in de naburige grensgemeenten Emmerik en Elten te gaan werken.
Of burgemeester Nederveens aanvullende verklaring nodig is geweest, weten we niet, maar Evers' stoffelijk overschot is wel naar Nederland overgebracht. Waarschijnlijk werd hij ergens in Bergh herbegraven, maar inmiddels is hij overgebracht naar het Ereveld Loenen. Daar rust hij in vak D, graf 355.
Archiefmateriaal
Het verhaal over Albert Evers is grotendeels gebaseerd op onderstaande documenten uit het Gemeentearchief Bergh. Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.
Bronnen
- Gemeentearchief Bergh, toegangsnummer 191
- Genlias
- Oorlogsgravenstichting