Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Tollen in de gemeente Bergh: verschil tussen versies
(Aanvulling uit genoemde bronnen) |
k (correctie jaartal) |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
In het midden van de [[19e eeuw]] werden overal in ons land wegen verhard met grind. De initiatiefnemers waren vaak notabelen, die kapitaal bijeenbrachten en een commissie vormden voor de aanleg en het onderhoud van een weg. Daarna exploiteerde de commissie de weg als een particuliere onderneming. Ook gebeurde het dat gemeenten een samenwerking aangingen om een weg te verharden. De inkomsten uit tolheffing moesten het onderhoud van de weg bekostigen. | In het midden van de [[19e eeuw]] werden overal in ons land wegen verhard met grind. De initiatiefnemers waren vaak notabelen, die kapitaal bijeenbrachten en een commissie vormden voor de aanleg en het onderhoud van een weg. Daarna exploiteerde de commissie de weg als een particuliere onderneming. Ook gebeurde het dat gemeenten een samenwerking aangingen om een weg te verharden. De inkomsten uit tolheffing moesten het onderhoud van de weg bekostigen. | ||
− | De eerste tolweg door Bergh was de [[grindweg Zutphen-Emmerik]]. Een van de initiatiefnemers was de toenmalige [[Administrateurs en rentmeesters|administrateur]] van [[Huis Bergh]], [[Nispen, Lodewijk Carel Jacob Christiaan Frans van|Lodewijk van Nispen]]. De ''Commissie tot aanleg en beheer van de grindweg Zutphen-Emmerik'' kreeg bij Koninklijk Besluit van 30 juni [[1844]] vergunning om met de aanleg te beginnen. Deze grindweg was in [[1848]] klaar. Een samenwerkingsverband van de gemeenten Bergh, [[Gendringen]] en [[Wisch]] leidde in [[1855]] tot de grindweg Zeddam-Terborg, waarna de gemeenten Bergh en [[Didam]] in [[ | + | De eerste tolweg door Bergh was de [[grindweg Zutphen-Emmerik]]. Een van de initiatiefnemers was de toenmalige [[Administrateurs en rentmeesters|administrateur]] van [[Huis Bergh]], [[Nispen, Lodewijk Carel Jacob Christiaan Frans van|Lodewijk van Nispen]]. De ''Commissie tot aanleg en beheer van de grindweg Zutphen-Emmerik'' kreeg bij Koninklijk Besluit van 30 juni [[1844]] vergunning om met de aanleg te beginnen. Deze grindweg was in [[1848]] klaar. Een samenwerkingsverband van de gemeenten Bergh, [[Gendringen]] en [[Wisch]] leidde in [[1855]] tot de grindweg Zeddam-Terborg, waarna de gemeenten Bergh en [[Didam]] in [[1856]] in het verlengde hiervan de grindweg Didam-Zeddam aanlegden. |
In [[1892]] vroeg de commissaris der koningin hoeveel tollen er in Bergh waren. De gemeente antwoordde dat er vier waren, maar in onderstaand lijstje staan er vijf. De Kilderse tol was in 1892 mogelijk al opgeheven, of hij lag net aan de [[Wehl|Wehlse]] kant van de gemeentegrens. | In [[1892]] vroeg de commissaris der koningin hoeveel tollen er in Bergh waren. De gemeente antwoordde dat er vier waren, maar in onderstaand lijstje staan er vijf. De Kilderse tol was in 1892 mogelijk al opgeheven, of hij lag net aan de [[Wehl|Wehlse]] kant van de gemeentegrens. |
Versie van 12 jan 2020 om 15:37
Op een aantal wegen in de voormalige gemeente Bergh werd vroeger tol geheven. In de tijd van het graafschap Bergh (dat groter was dan de gemeente Bergh) was er een tol bij boerderij De Kappe in Wijnbergen en bij de Wild op de grens van de Berghse heerlijkheid Gendringen en de heerlijkheid Anholt. Over deze en mogelijk andere grafelijke tollen in Bergh zijn geen nadere gegevens voorhanden.
In het midden van de 19e eeuw werden overal in ons land wegen verhard met grind. De initiatiefnemers waren vaak notabelen, die kapitaal bijeenbrachten en een commissie vormden voor de aanleg en het onderhoud van een weg. Daarna exploiteerde de commissie de weg als een particuliere onderneming. Ook gebeurde het dat gemeenten een samenwerking aangingen om een weg te verharden. De inkomsten uit tolheffing moesten het onderhoud van de weg bekostigen.
De eerste tolweg door Bergh was de grindweg Zutphen-Emmerik. Een van de initiatiefnemers was de toenmalige administrateur van Huis Bergh, Lodewijk van Nispen. De Commissie tot aanleg en beheer van de grindweg Zutphen-Emmerik kreeg bij Koninklijk Besluit van 30 juni 1844 vergunning om met de aanleg te beginnen. Deze grindweg was in 1848 klaar. Een samenwerkingsverband van de gemeenten Bergh, Gendringen en Wisch leidde in 1855 tot de grindweg Zeddam-Terborg, waarna de gemeenten Bergh en Didam in 1856 in het verlengde hiervan de grindweg Didam-Zeddam aanlegden.
In 1892 vroeg de commissaris der koningin hoeveel tollen er in Bergh waren. De gemeente antwoordde dat er vier waren, maar in onderstaand lijstje staan er vijf. De Kilderse tol was in 1892 mogelijk al opgeheven, of hij lag net aan de Wehlse kant van de gemeentegrens.
Bronnen
- Old Ni-js nr. 42, blz.65–72
- Old Ni-js nr. 44, blz.55–56