Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Adam (Daem) van den Bergh: verschil tussen versies
k |
(conflict met Oswald II) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | '''Adam''' (Daem) '''van den Bergh''' werd rond [[1500]] geboren als | + | '''Adam''' (Daem) '''van den Bergh''' werd rond [[1500]] geboren als buitenechtelijke zoon van [[Willem III van den Bergh|graaf Willem III]]. Zijn moeder was de [['s-Heerenberg|'s-Heerenbergse]] waardin Lyse Poer. Samen met zijn broer Hector, die dezelfde moeder had, werd hij in [[1520]] door zijn vader gewettigd. |
+ | |||
+ | Daem en Hector hadden samen een leengoed bij [[Gendringen]]. In het voorjaar van [[1541]] ontstond hierover een conflict toen hun halfbroer [[Oswald II van den Bergh|graaf Oswald II]] hun dit leengoed ontnam. In een poging het terug te krijgen, riep Daem de bemiddeling in van [[Reichenstein, Veronica van|Veronica van Reichenstein]], abdis van het [[Stift Elten]]. Op 25 april liet graaf Oswald weten dat Daem en Hector zich ernstig tegen hem misdragen hadden, en dat hij niet van plan was het leengoed terug te geven. Hierop volgde een briefwisseling tussen Daem en ambtenaar Arnt van der Empel, die ook bemiddelde. Op 24 juni liet graaf Oswald in een brief aan abdis Veronica nogmaals weten het leengoed niet te zullen teruggeven. Vier dagen later schreef Daem een brief aan de abdis, waarin hij zich over het besluit van zijn halfbroer beklaagde. Abdis Veronica wist toen niets anders meer te doen dan Daem een afschrift van graaf Oswalds brief te sturen. Op 31 juli liet ambtenaar Arnt van der Empel nog aan Daem weten dat hij niet in de positie was graaf Oswald te dwingen het leengoed terug te geven. Het lijkt erop dat Daem en Hector het leengoed niet hebben teruggekregen. | ||
In [[1550]] trouwde Daem met Walburg van Helmond. Hij kreeg twee dochters en een zoon, maar het is niet duidelijk of Walburg de moeder (van alle drie) was. | In [[1550]] trouwde Daem met Walburg van Helmond. Hij kreeg twee dochters en een zoon, maar het is niet duidelijk of Walburg de moeder (van alle drie) was. | ||
Regel 5: | Regel 7: | ||
Eveneens in 1550 bouwde hij samen met Hector een huis in de stad, dat naar hem het Drost Daemenhuis werd genoemd. Daem was namelijk van [[1534]] tot [[1536]] [[Landdrosten|landdrost van Bergh]] geweest. | Eveneens in 1550 bouwde hij samen met Hector een huis in de stad, dat naar hem het Drost Daemenhuis werd genoemd. Daem was namelijk van [[1534]] tot [[1536]] [[Landdrosten|landdrost van Bergh]] geweest. | ||
− | De broers hebben helaas niet lang van hun huis kunnen genieten. Hector overleed in [[1552]]. Daem | + | De broers hebben helaas niet lang van hun huis kunnen genieten. Hector overleed in [[1552]]. Daem overleed in [[1555]] in de Meurse toren, een restant van het afgebrande kasteel van de [[Graven van den Bergh|graven van Bergh]] in de heerlijkheid [[Didam]]. Omdat zij geen nageslacht hadden, erfde hun halfbroer graaf Oswald II het Drost Daemenhuis. |
+ | |||
+ | In [[1556]], het jaar na het overlijden van Daem, werd er voor zijn weduwe Walburg een inventaris van de inboedel van de Boetselaersborg opgesteld, waarschijnlijk op aandringen van graaf Oswald II. Deze gedetailleerde lijst geeft een gevarieerd beeld van de meubels en de verdere inrichting van het huis op dat moment, inclusief kleding, sieraden, keukengerei en dergelijke. Walburg overleed overigens in [[1559]]. | ||
Later hebben onder anderen de landdrosten [[Zuylen, Hendrick van|Hendrick van Zuylen]] en [[Boetselaer, Willem Jacob van den|Willem Jacob van den Boetselaer]] er gewoond. Naar laatstgenoemde draagt het huis sinds [[1632]] de naam [[Boetselaersborg]]. | Later hebben onder anderen de landdrosten [[Zuylen, Hendrick van|Hendrick van Zuylen]] en [[Boetselaer, Willem Jacob van den|Willem Jacob van den Boetselaer]] er gewoond. Naar laatstgenoemde draagt het huis sinds [[1632]] de naam [[Boetselaersborg]]. | ||
Regel 11: | Regel 15: | ||
== Bronnen == | == Bronnen == | ||
*[[Het archief van het Huis Bergh (boek)]], blz. 43 | *[[Het archief van het Huis Bergh (boek)]], blz. 43 | ||
+ | *[[Bergh; Heren, Land en Volk]], blz. 467 | ||
+ | *[[Archief Huis Bergh]], Briefregesten 4686, 4687, 4690, 4692, 4693, 4700, 4703 en 4705 | ||
*[http://www.kasteleningelderland.nl Kastelen in Gelderland] | *[http://www.kasteleningelderland.nl Kastelen in Gelderland] | ||
− | |||
*''De inboedel van den Boetselaersborg te 's-Heerenberg in 1556'', [[Schilfgaarde, Mr. A.P. van|A.P. van Schilfgaarde]] in: Gelre, Bijdragen en Mededelingen 31 (1928), blz. 189-220 | *''De inboedel van den Boetselaersborg te 's-Heerenberg in 1556'', [[Schilfgaarde, Mr. A.P. van|A.P. van Schilfgaarde]] in: Gelre, Bijdragen en Mededelingen 31 (1928), blz. 189-220 | ||
[[Categorie:Graven van den Bergh]] [[Categorie:Huis van der Leck]] [[Categorie:Buitenechtelijke graven]][[Categorie:Landdrosten]] [[Categorie:Boetselaersborg]] | [[Categorie:Graven van den Bergh]] [[Categorie:Huis van der Leck]] [[Categorie:Buitenechtelijke graven]][[Categorie:Landdrosten]] [[Categorie:Boetselaersborg]] |
Versie van 29 mrt 2019 om 13:31
Adam (Daem) van den Bergh werd rond 1500 geboren als buitenechtelijke zoon van graaf Willem III. Zijn moeder was de 's-Heerenbergse waardin Lyse Poer. Samen met zijn broer Hector, die dezelfde moeder had, werd hij in 1520 door zijn vader gewettigd.
Daem en Hector hadden samen een leengoed bij Gendringen. In het voorjaar van 1541 ontstond hierover een conflict toen hun halfbroer graaf Oswald II hun dit leengoed ontnam. In een poging het terug te krijgen, riep Daem de bemiddeling in van Veronica van Reichenstein, abdis van het Stift Elten. Op 25 april liet graaf Oswald weten dat Daem en Hector zich ernstig tegen hem misdragen hadden, en dat hij niet van plan was het leengoed terug te geven. Hierop volgde een briefwisseling tussen Daem en ambtenaar Arnt van der Empel, die ook bemiddelde. Op 24 juni liet graaf Oswald in een brief aan abdis Veronica nogmaals weten het leengoed niet te zullen teruggeven. Vier dagen later schreef Daem een brief aan de abdis, waarin hij zich over het besluit van zijn halfbroer beklaagde. Abdis Veronica wist toen niets anders meer te doen dan Daem een afschrift van graaf Oswalds brief te sturen. Op 31 juli liet ambtenaar Arnt van der Empel nog aan Daem weten dat hij niet in de positie was graaf Oswald te dwingen het leengoed terug te geven. Het lijkt erop dat Daem en Hector het leengoed niet hebben teruggekregen.
In 1550 trouwde Daem met Walburg van Helmond. Hij kreeg twee dochters en een zoon, maar het is niet duidelijk of Walburg de moeder (van alle drie) was.
Eveneens in 1550 bouwde hij samen met Hector een huis in de stad, dat naar hem het Drost Daemenhuis werd genoemd. Daem was namelijk van 1534 tot 1536 landdrost van Bergh geweest.
De broers hebben helaas niet lang van hun huis kunnen genieten. Hector overleed in 1552. Daem overleed in 1555 in de Meurse toren, een restant van het afgebrande kasteel van de graven van Bergh in de heerlijkheid Didam. Omdat zij geen nageslacht hadden, erfde hun halfbroer graaf Oswald II het Drost Daemenhuis.
In 1556, het jaar na het overlijden van Daem, werd er voor zijn weduwe Walburg een inventaris van de inboedel van de Boetselaersborg opgesteld, waarschijnlijk op aandringen van graaf Oswald II. Deze gedetailleerde lijst geeft een gevarieerd beeld van de meubels en de verdere inrichting van het huis op dat moment, inclusief kleding, sieraden, keukengerei en dergelijke. Walburg overleed overigens in 1559.
Later hebben onder anderen de landdrosten Hendrick van Zuylen en Willem Jacob van den Boetselaer er gewoond. Naar laatstgenoemde draagt het huis sinds 1632 de naam Boetselaersborg.
Bronnen
- Het archief van het Huis Bergh (boek), blz. 43
- Bergh; Heren, Land en Volk, blz. 467
- Archief Huis Bergh, Briefregesten 4686, 4687, 4690, 4692, 4693, 4700, 4703 en 4705
- Kastelen in Gelderland
- De inboedel van den Boetselaersborg te 's-Heerenberg in 1556, A.P. van Schilfgaarde in: Gelre, Bijdragen en Mededelingen 31 (1928), blz. 189-220