Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Berghse munten: verschil tussen versies
k (herschikking) |
(→Inleiding: lijfspreuk) |
||
Regel 5: | Regel 5: | ||
De afbeeldingen tonen naast elkaar de kop en de keerzijde van de munten. Ze hebben allemaal een diameter van 4,2 centimeter. Op elke munt is – meestal op de keerzijde – het [[wapen van de graven van Bergh]] afgebeeld, al dan niet als onderdeel van een gevierendeeld wapen. | De afbeeldingen tonen naast elkaar de kop en de keerzijde van de munten. Ze hebben allemaal een diameter van 4,2 centimeter. Op elke munt is – meestal op de keerzijde – het [[wapen van de graven van Bergh]] afgebeeld, al dan niet als onderdeel van een gevierendeeld wapen. | ||
+ | |||
+ | Op een aantal munten staat de lijfspreuk ''Dominus protector vitae meae: a quo trepidabo''. Dit is de Latijnse versie van de eerste versregel van psalm 27. Een letterlijke vertaling is "de Heer is de behoeder van mijn leven: wie zou ik dan vrezen?" In Nederlandse bijbels is de vertaling vrijer; in de Willibrordvertaling is het "De Heer is mijn licht en mijn heil: wie zou ik dan vrezen?" De lijfspreuk is ook te zien op het wapen van [[Willem II van den Bergh]] zoals dat is afgebeeld op zijn pagina. | ||
== 's-Heerenbergse munten == | == 's-Heerenbergse munten == |
Huidige versie van 23 apr 2021 om 10:53
Inleiding
Deze pagina toont enkele munten die geslagen zijn door de muntmeesters van de heren en graven van Bergh. Zij hadden het muntrecht ontvangen in Gendringen, Dieren en Hedel.
In Gendringen en Dieren zijn nooit munten geslagen. Het muntrecht van deze plaatsen is uitgeoefend in 's-Heerenberg en Harderwijk. Het muntrecht van Hedel is uitgeoefend in Hedel, Zaltbommel en Stevensweert.
De afbeeldingen tonen naast elkaar de kop en de keerzijde van de munten. Ze hebben allemaal een diameter van 4,2 centimeter. Op elke munt is – meestal op de keerzijde – het wapen van de graven van Bergh afgebeeld, al dan niet als onderdeel van een gevierendeeld wapen.
Op een aantal munten staat de lijfspreuk Dominus protector vitae meae: a quo trepidabo. Dit is de Latijnse versie van de eerste versregel van psalm 27. Een letterlijke vertaling is "de Heer is de behoeder van mijn leven: wie zou ik dan vrezen?" In Nederlandse bijbels is de vertaling vrijer; in de Willibrordvertaling is het "De Heer is mijn licht en mijn heil: wie zou ik dan vrezen?" De lijfspreuk is ook te zien op het wapen van Willem II van den Bergh zoals dat is afgebeeld op zijn pagina.
's-Heerenbergse munten
- Munten geslagen onder heer Adam III en graaf Oswald II.
- Munten geslagen onder graaf Willem IV.
|
Hedelse munten
- Munt geslagen onder graaf Willem IV
- Munten geslagen onder graaf Frederik (broer van graaf Willem IV).
Stevensweertse munten
Munten geslagen onder graaf Hendrik en zijn zoon Herman Frederik.