Heuvel, Antonij van den

Geboorte en huwelijk

Antonij van den Heuvel was op het eind van zijn leven nog korte tijd als grensjager gestationeerd in Zeddam.

Hij werd op 31 maart 1770 gedoopt in Zutphen als zoon van Antonij van den Heuvel en Engelina ten Drendel. Op 24 juli 1796 trouwde hij in Zutphen met Christina Gerritsen (ook genaamd Gertzen), geboren rond 1772 in Zutphen als dochter van Teunis Gertzen en Catharina Gorselink. Een van de militaire stamboeken registreerde hem op 15 augustus 1806 als gehuwd met vier kinderen. Het is daarom aannemelijk dat hij er twee meer heeft gehad dan de drie die in de archieven gevonden zijn.

• Catriena, gedoopt in Arnhem rond 1802, overleden in Zutphen op 15 maart 1880.
• Engeliena Lambardiene, gedoopt op 29 januari 1806 in Vlissingen
• Antonie, geboren op 18 mei 1815 in Maastricht, overleden op 18 juli 1894 in Apeldoorn

Zijn militaire loopbaan

Van den Heuvel was nog net geen vijftien jaar oud toen hij op 15 februari 1785 dienst nam in het leger van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Hij werd ingelijfd bij het Regiment Nationalen XXIII, dat tot twee jaar daarvoor het Regiment Schotten van Stuart was. Dit regiment bestond oorspronkelijk inderdaad uit Schotten, van wie de eersten al in de Tachtigjarige Oorlog waren overgekomen. In 1678 verwierf de Republiek het recht actief soldaten te werven in Schotland. Hoewel de uiteindelijk drie Schotse regimenten in de Nederlanden gestationeerd waren, bleven zij deel uitmaken van het Britse leger tot zij in 1783 bij het Staatse leger werden ingelijfd. Daarbij werd de genoemde naamsverandering doorgevoerd.

Ook andere Berghse grensjagers zijn hun loopbaan bij een Schots regiment begonnen:

• Michel Peters
• Evert Willem van Straalen
• Daniël Sutherland
• Franciscus Vincent

Uit Van den Heuvels militaire loopbaan zijn de volgende gebeurtenissen bekend.

Datum	Gebeurtenis
1787	Ingezet bij de blokkade van Sluis in Vlaanderen, en de inname van Wijk bij Duurstede
1 mei 1789	Bevorderd tot korporaal
1793	In Brabant gewond door een sabelhouw in het voorhoofd
8 november 1794	Door de Fransen krijgsgevangen genomen in Nijmegen. Hij was gewond door een musketkogel door de rechterschouder en schampschot boven de rechterenkel.
28 juli 1795	Uit de dienst ontslagen
2 augustus 1795	Kanonnier bij het 2e Bataljon Artillerie
27 februari 1796	Bevorderd tot korporaal
1796	In Duitsland gewond door een sabelhouw in de rechterhand
14 juli 1799	Bevorderd tot bombardier (sergeant)
1799	Ingezet in Noord-Holland tijdens de inval van een Brits-Russische expeditieleger van 27 augustus tot 19 november
1 augustus 1809	Door de Engelsen krijgsgevangen genomen bij Zeeland
29 november 1813	Uit krijgsgevangenschap ontslagen
1 januari 1814	Ingelijfd bij het 10e Bataljon Infanterie van Linie als tamboer-maître
3 januari 1815	Overgegaan naar het 2e Bataljon Jagers
10 september 1815	Overgegaan naar het 51e Bataljon Infanterie
8 februari 1816	Overgegaan naar de 12e Garnizoenscompagnie als sergeant-majoor
30 mei 1819	Uit de dienst ontslagen

Grensjager in Zeddam

Van den Heuvel was na zijn ontslag uit militaire dienst nog geschikt om als grensjager van het 2e Korps Grensjagers geplaatst te worden in Zeddam. Dit was toen nog een zelfstandige gemeente.

Er is vaker sprake van grensjagers in Zeddam, maar hier was voor zover bekend geen escouade gestationeerd. Escouades waren de eenheden van vijf man waarin het korps verdeeld was. Vermoedelijk hoorden de grensjager(s) in Zeddam bij de 28e escouade in 's-Heerenberg. Het kwam vaker voor dat de escouadecommandant en twee van zijn mannen in de eigenlijke standplaats waren ondergebracht en de overige twee in een naburige plaats. De commandant van de 28e escouade was sergeant-majoor Roos.

Van den Heuvel is maar ongeveer een jaar grensjager geweest. Hij overleed in Zeddam op 14 augustus 1820, vijftig jaar oud. Zijn vrouw overleed in Zutphen op 18 november 1853, 81 jaar oud.

Bronnen

• Archieven.nl
• Nationaal Archief:
  • Militairen in de Bataafs-Franse tijd 1795-1813, toegangsnummer 2.01.15, inventarisnummer 243, folionummer 11
  • Stamboeken Onderofficieren en Minderen na 1813, toegangsnummer 2.13.09, inventarisnummer 8, geanalyseerd door Marc Geerdink-Schaftenaar