Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Buiting, Hendrikus Wilhelmus Antonius
Hendrik Buiting werd geboren te Kilder op 6 oktober 1926 als zoon van Bernardus Franciscus Buiting en Everdina Catharina Stokman.
Inhoud
Nederlands-Indië
Grenadier bij 4 GRG
Hendrik (legernummer 26.10.06.025) staat vermeld bij de Indiëgangers in 100 Jaar "Sint Jan" Kilder. Hij diende al dienstplichtig soldaat bij de sectie mortieren van de ondersteuningscompagie van het 4e bataljon van het Garderegiment Grenadiers (4 GRG). Dit bataljon was een onderdeel van de Palmboom-Divisie.
4 GRG is op 28 mei 1947 met de Kota Inten naar Indië vertrokken en kwam een maand later aan in Soerabaja op Oost-Java. In de omgeving van deze stad nam het bataljon de posities over van 1-12 RI. Toen deze overname voltooid was, begon de Eerste Politionele Actie. 4 GRG werd hierbij op 4 augustus, vlak voor het einde van de actie, nog ingezet. Daarna bleef het bataljon in de omgeving van Soerabaja.
De Veiligheidspolitie
Na de Eerste Politionele Actie in de zomer van 1947 volgden er nieuwe onderhandelingen tussen Nederland en Indonesië. Deze leidden tot de Renville-overeenkomst, die op 17 januari 1948 werd ondertekend. Op grond van deze overeenkomst werd er op Java en Sumatra tussen de Nederlandse en de Republikeinse troepen een bestandslijn (status quo-lijn) ingesteld met aan weerszijden een gedemilitariseerde strook. Republikeinse troepen die zich toen aan de Nederlandse kant van de bestandslijn bevonden, moesten zich (met behoud van hun wapens) daarachter terugtrekken. Beide partijen bewaakten de gedemilitariseerde strook en de doorlaatposten daarin elk aan hun eigen kant. De bestandslijn heeft bestaan bijna heel 1948 bestaan; tot het begin van de Tweede Politionele Actie op 19 december van dat jaar.
De militairen die de bestandslijn bewaakten, werden in het Nederlands Veiligheidspolitie en in het Maleis Polisi Keamanan genoemd. Het personeel droeg een gele mouwband met de letters VP dan wel PK. De taken werden aan de Nederlandse kant uitgevoerd door de Militaire Politie, maar ook door gevechtstroepen, die voor dat doel slecht licht bewapend waren.
De inzet van gevechtstroepen als Veiligheidspolitie was op zich niet uitzonderlijk, maar Hendrik Buiting is (tot nog toe) de enige Berghenaar die er duidelijke foto's van heeft. Een aantal daarvan is hier te zien.
Verdere gebeurtenissen
In juni 1948 kreeg Hendrik bericht, dat zijn vader was overleden. Hij zal toen eenzelfde soort telegram hebben gekregen als Reint Welling twee maanden eerder. Hierop heeft hij toestemming gevraagd om naar huis te mogen terugkeren. Dit is hem op grond van een wel zeer cynisch argument geweigerd Op 4 juni schreef hij hierover in een brief aan zijn moeder: Ik heb hier nog vreselijk veel moeite gedaan om thuis te komen. Maar het viel me overal heel zwaar. Ja, bij de overste van ons bataljon kreeg ik zelfs te horen: "Als het nu andersom was, dan kwamen je ouders en familie ook niet hier."
Korte tijd later had Hendrik een ontmoeting met Theet Derksen. Volgens het Carillon van Sint Jan van september 1948 was dit de enige keer dat Hendrik in Indië een plaatsgenoot ontmoette.
De Tweede Politionele Actie, die op 19 december 1949 begon, bracht 4 GRG naar Kediri. Hierover schreef Hendrik op 4 februari 1949 in een brief aan zijn zuster (Coba Philipsen-Buiting) en zwager in Wijnbergen:
"19 december 's nachts om twaalf uur trokken de eerste troepen de lijn over. Met weinig tegenstand waren we 's middags om vier uur in het stadje Wlingi, waar we 's avonds pas hoefden te wezen. De volgende dag ging het verder naar Kapenting, ruim 84 km van Wlingi, door bergen en wildernis. Het viel dan ook niet mee om er te komen, maar dank zij onze dappere infanterie kregen we het stadje ongeschonden in handen. Toen naar Blitar, waar veel is verwoest en stukgemaakt door artillerie. Kerstnacht lagen we op de weg Blitar-Kediri, waar behoorlijk is gevochten, maar aan onze zijde weinig verliezen. (...) De volgende dag ging het naar Madioen (...) We zijn teruggekeerd naar Kediri; dat is nu de standplaats van ons bataljon Grenadiers."
De thuisreis
4 GRG verhuisde in juni 1949 nog naar het nabijgelegen Pare. Op 16 februari 1950 begon de thuisreis met de Kota Inten, hetzelfde schip als dat van de heenreis in 1947. De aankomst in Rotterdam was op 17 maart 1950.
Onderstaande foto's zijn waarschijnlijk bij de aankomst in Rotterdam gemaakt. De jongens hebben het Europese uniform al aan, en boven hun linker borstzak is het baton behorende bij het Ereteken voor Orde en Vrede te zien.
Andere Grenadiers
- Bertus Harmsen uit Azewijn (7 GRG)
- Hein Jansen uit 's-Heerenberg (6 GRG)
Zie ook
- Neptunus-diploma (heenreis)
- Oorkonde Grenadiers en Jagers (troonsbestijging koningin Juliana)
- Ereteken voor Orde en Vrede
- Scheepskisten (terugreis)
- Demobilisatie-insigne (afzwaaien)
- Oorkonde Prins Bernhard
Zijn verdere leven
Na terugkeer uit Indonesië emigreerde Hendrik samen met zijn broer Gerrit naar Canada.
Bronnen o.a.
- Wij, de jongens overzee, door Henk Krosenbrink, Doetinchem, 1989, blz. 84, 144 en 166
- Mededeling Jan Meurs van de Foto- en filmgroep