Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Stuers, Hubert Joseph Jean Lambert de

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 30 nov 2021 om 07:34 (aanvulling uit toegevoegde bronnen)
Ga naar: navigatie, zoeken

Zijn gezin

Hubert de Stuers.jpg
Het wapen
van Hubert de Stuers
Uit de Opregte Haarlemsche Courant van 22 maart 1832

Hubert Joseph Jean Lambert ridder de Stuers werd op 16 november 1788 geboren te Roermond als zoon van Pierre Jean Joseph Bernard ridder de Stuers en Petronella Jeanna Louisa de la Court. Hij was een broer van François de Stuers

Hij trouwde op 15 oktober 1830 in Den Bosch met zijn nicht Cornelia Cathérine Antoinette Pauline de la Court, geboren aldaar op 13 maart 1802 als dochter van Paulus Emmanuël Antonius de la Court en Maria Johanna Theresia van Bommel. Zijn vrouw overleed een jaar later op 12 oktober 1831 terwijl zij op reis waren naar Nederlands-Indië met het fregatschip Neêrlands Koning. Zij kreeg geen zeemansgraf. Haar stoffelijk overschot werd in een loden kist met de Neêrlands Koning naar Nederland overgebracht en in Den Bosch ter aarde besteld.

De Stuers hertrouwde op 28 augustus 1838 in Brussel met Hortense Joséphine Constance Beyens, geboren aldaar op 20 november 1814 als dochter van Jean Baptiste Justin Beyens en Isabella Adelaïda Constance Fonteyne.

De Stuers overleed in Maastricht op 13 april 1861 en werd aldaar begraven in het familiegraf dat in dat jaar werd aangelegd op de begraafplaats aan de Tongerseweg. Zijn tweede vrouw overleed op 28 mei 1869 in Parijs, maar werd ook in het Maastrichtse familiegraf begraven. Ook zijn zoon Victor en diens vrouw zijn hier begraven.

Zijn kinderen

Uit zijn huwelijk met Hortense Beyens werden vier kinderen geboren.

Zijn militaire loopbaan

De Stuers begon zijn militaire loopbaan in 1803 in het leger van de Bataafse Republiek, dat door de ontwikkelingen van die tijd overging in het leger van het Koninkrijk Holland en daarna opgenomen werd in het Franse leger. In deze tijd maakte De Stuers meerdere veldtochten mee, onder meer die naar Rusland in 1812. Hij was toen luitenant en later kapitein bij het 2e Garderegiment Lanciers. Bij dit regiment dienden toen ook:

De Stuers' broer Lambert maakte de veldtocht naar Rusland mee als bataljonscommandant bij het 2e Garderegiment Jagers te voet.

In 1815 kwam De Stuers als luitenant-kolonel der cavalerie terug naar Nederland en werd op non-actief gesteld.

In 1817 werd hij overgeplaatst naar het leger in Indië, maar afgekeurd en eervol ontslagen, zodat hij in Nederland bleef. In 1820 werd hij in zijn rang hersteld en vertrok alsnog naar Indië. Daar leidde hij twee strafexpedities; de eerste in 1822-1823 naar de westkust van Borneo, de tweede in 1824 naar Zuid-Celebes. Al na de eerste strafexpeditie werd hij in 1823 onderscheiden met de Militaire Willemsorde 3e klasse.

Van 1824 tot 1829 was hij commandant en resident van Padang en onderhorigheden op West-Sumatra. In 1830 keerde terug naar Nederland en werd daar bevorderd tot generaal-majoor. In 1831 keerde hij terug naar Indië met het fregatschip Neerlands Koning. Aan boord was ook de tamboer Kieken. Op 1 november 1831 werd hij opperbevelhebber van het KNIL, een functie die hij vier jaar zou uitoefenen. Zijn broer François zou deze post na hem van 1853 tot 1858 bekleden. Tijdens zijn ambtsperiode sneuvelde in 1833 op Sumatra luitenant Karel Rietveld.

Na 1835 keerde De Stuers terug naar Nederland en vestigde zich na enige tijd in Maastricht. Hij was er lid van de Gedeputeerde Staten van Limburg en van de gemeenteraad van Maastricht. Na de grondwetshervormingen van 1848 legde hij zijn publieke functies neer.

Bij Koninklijk Besluit van 20 april 1841 werd hij in de adelstand verheven met de titel ridder, die op de eerstgeborene overerfde.

Zijn band met de Boetselaersborg

De Stuers' vader vestigde zich in 1801 met zijn gezin op de Boetselaersborg. Het is aannemelijk dat Hubert toen als 13-jarige met zijn ouders is meegekomen. Aangezien hij pas in 1803 in militaire dienst trad, zal hij zeker twee jaar daadwerkelijk in 's-Heerenberg hebben gewoond.

Ook na zijn terugkeer uit Nederlands-Indië heeft hij enige tijd in 's-Heerenberg gewoond, naar alle waarschijnlijkheid op de Boetselaarsborg. In april 1836 heeft hij bij notaris Pennink in Didam een tweetal akten laten opstellen. Als zijn woonplaats wordt daarin 's-Heerenberg vermeld.

Zijn zoon Alphonse heeft de Boetselaarsborg in 1881 gekocht na het overlijden van diens oom François de Stuers.

Onderscheidingen

Bronnen