Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Rulof, Josephus Gerhardus
Josephus Gerhardus (Jeus) Rulof werd op zondagavond 20 februari 1898 in 's-Heerenberg als derde kind geboren in het gezin van de 27 jarige Christina Hulst (‘Crisje’) en de evenoude Hendrik Franciscus Rulof (‘Lange Hendrik’). De familie Rulof woonde in een kleine woning aan de toenmalige Grintweg 138 (tegenwoordig de Zeddamseweg 36/38) dat in 1890 was gebouwd door de toenmalige Arbeids Bouwvereniging. Jeus had als bijnaam Biggetje Rulof.
Zijn ouders en de omgeving hadden al snel onderkend dat Jozef een bijzonder ventje was: “Chris, deze het oge in zien kop als hemele”, was een van de uitspraken. Het gezin Rulof had zeven kinderen; Johan (21 april 1894), Bernard (4 februari 1896), Jozef (20 februari 1898), Gerard (19 juni 1900), Hendrik (24 december 1902), Miets (4 april 1905), en Antoon (23 februari 1909). Het was een warm gezin met een sterke onderlinge band.
Zijn vader, geboren op 6 april 1871, was een bekend figuur in de stad. Lange Hendrik had een sterke persoonlijkheid en was zeer muzikaal. Hij speelde viool, had een prachtige zangstem en hij heeft zelfs lange tijd getwijfeld tussen een zangcarrière bij de opera en een bestaan in 's-Heerenberg. Maar de Lange bleef in Gelderland bij zijn vrouw en kinderen en bleef werken bij een wijnhandel in het Duitse Emmerik. In zijn vrije avond uurtjes probeerde hij wat bij te verdienen voor zijn gezin met de verkoop van uitvergrote foto’s. Jozef Rulofs' vader vormde met vrienden een zangkwartet, waarmee hij aan beide zijden van de grens optrad.
Moeder Crisje, geboren op 25 december 1870, was een diepgelovige vrouw met een sociaal en rechtvaardig karakter. Zij probeerde altijd anderen te helpen, bijvoorbeeld voor arme sloebers in de stad en bedelaars aardappels te verbouwen op een landje vlakbij hun huis die zij hen serveerden. Moeder Crisje en Jozef hadden een zeer hechte band.
Jozef Rulof was een dromerige jongen, die vanaf zijn geboorte sterk paranormaal begaafd was. Hij was helderziend, helderhorend en hij kon genezen door handoplegging. Vanaf zijn kindertijd was hij een echte denker, hij probeerde het leven te doorgronden en voor zichzelf te verklaren. Op de lagere school was Jozef nauwelijks geïnteresseerd in de lessen maar zwierf in gedachten liever door de bossen en velden van 't Peeske en rond Stokkum. Daarbij werd hij, zoals hij vertelde, steeds vergezeld door een lichtuitstralende persoonlijkheid uit de astrale wereld. Deze lichtuitstralende persoonlijkheid was voor Jozef Rulof even werkelijk als zijn ouders of buren, zei dat hij een Meester was, die hem boodschappen wilde overbrengen. Als kind van vijf vertelde de kleine Jozef Rulof al aan iedereen dat hij later boeken zou gaan schrijven.
Zijn vader stierf op 18 oktober 1911. Nu het gezin Rulof het zonder vader moest stellen, en dus zonder inkomsten, stopte Jozef met school, nam de vaderrol op zich en begon met werken in de borstelfabriek van 's-Heerenberg, de Bösselhut in de volksmond. Omdat het verdiende geld niet toereikend was om van rond te komen trok hij naar Emmerik, en later naar andere plaatsen om meer te kunnen verdienen, om zo het gezin draaiende te kunnen houden. Ondanks de inspanningen van de toen zeer jonge Jozef lukte het niet de eindjes aan elkaar te knopen en zijn moeder Crisje hertrouwde met Hendrikus Theodorus Wageman, geboren op 22 maart 1878.
In het voorjaar van 1920 ging Jozef Rulof naar Den Haag waar hij onderdak vond bij zijn oudste broers. Hij is politoerder geweest, heeft diners rondgebracht, werkte in een hotel in Wassenaar, was fietsenmaker in Rotterdam maar ging uiteindelijk weer terug naar Den Haag. Daar leerde een vriend hem chaufferen en toerde vervolgens als taxichauffeur met toeristen door Den Haag. Nadat hij zich definitief samen met zijn Weense vrouw Anna Fuchs, geboren op 16 februari 1900, in Den Haag had gevestigd heeft Jozef zich definitief tot een helderziend-, helderhorend-, heldervoelend-, genezend-, schrijvend- en schilderendmedium ontwikkeld.
In de avonduren hield Jozef Rulof seances. Jozef kwam dan in trance en gaf boodschappen door die hem werden ingefluisterd door de Meesters. In 1933 schreef Jozef zijn eerste boek, Een blik in het hiernamaals, deel 1. Om de uitgave van dit boek te bekostigen schilderde hij vele schilderijen en porseleinenbordjes met geestelijke kunstwerken. Er zouden in een kort tijdsbestek 600 schilderijen, beschilderde borden en nog ruim 25 boeken van Jozef Rulof volgen. De omstandigheden waren niet altijd even gunstig; zo schreef Jozef Rulof in de hongerwinter van 1944-1945 (terwijl de V2’s overvlogen en hij de uitputting nabij was) in zijn koude keuken bij het licht van een schoenveter in olie binnen vijf maanden zeven boeken, waaronder De Kosmologie.
Tussen 1945 en 1948 bracht Jozef drie bezoeken aan de Verenigde Staten. Hij verbleef bij zijn broers Hendrik en Teun. In dat onmetelijke land heeft hij eveneens tijdens bijeenkomsten in trance schilderijen vervaardigd en vele lezingen gegeven in accentloos Engels (ondermeer in de befaamde Carnegie Hall in New York). Zijn broers waren zo onder de indruk van zijn werk dat zij zowel de vertaling als de uitgave in de Verenigde Staten van twee boeken volledig hebben gefinancierd.
Op woensdag 25 juli 1945 werd in Diligentia in Den Haag de eerste lezing gegeven. Tussen 1947 en 1948 belegde hij wekelijks, omdat de aantallen bezoekers te groot waren geworden, bijeenkomsten onder meer in het gebouw “Ken U Zelve” in Den Haag, de “Palace” en "Odeon" in Rotterdam en "Sarphatistraat" in Amsterdam. Tevens werden er vraag en antwoord avonden georganiseerd; vragen werden via mediamieke weg door Jozef Rulof beantwoord. Die avonden, waar soms wel 700 mensen zaten, zouden doorgaan tot eind oktober 1952: een week voor de sterfdag van Jozef Rulof. Totaal zijn er bijna 900 lezingen gehouden. Vele lezingen en vraag en antwoord avonden zijn op geluidsband bewaard gebleven.
Op 12 september 1946 werd door Jozef Rulof de stichting Geestelijk Wetenschappelijk Genootschap “De Eeuw van Christus” in Den Haag opgericht. Het genootschap had tot doel de openbaringen van de Meesters in zo’n breed mogelijke kring te verspreiden. Het was nadrukkelijk niet de bedoeling om weer een nieuwe godsdienst of sekte te stichten; ledenvorming was ongewenst.
Op 25, 26 en 27 november 1988 organiseerde de Heemkundekring Bergh een tentoonstelling over de kosmische ziener Jeus Rulof. Bestuurslid Diane Visser-Angenent had daarin een heel groot aandeel. Er waren voornamelijk schilderijen te zien die Jeus in trance geschilderd heeft. De belangstelling voor deze driedaagse tentoonstelling was overweldigend: 1017 bezoekers.
Jeus komt ook nog ter sprake in Old Ni-js nr. 58 in het artikel over de tramweg Zutphen-Emmerik. Daarin wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Crisje toch, ow Bennad hebbe ze alle beide beene afgereeje' in de trilogie Jeus van moeder Crisje. Dat ongeluk gebeurde met een rijdende tram. Bernard - broer van Jeus - wilde op de treeplank springen en gleed eraf.
In een ander Old Ni-js nr. 56 staan in het artikel De gemeentelijke schoorsteenveger gezinsbladen van de grootouders en overgrootouders van Jeus (Joseph Gerardus) Rulof.